Tom Boerdijk
500878321
Amber Brand
Hogeschool van Amsterdam
Zondag 28 januari 2024
Faculteit: Onderwijs en opvoeding
Leraar geschiedenis tweedegraads
, Inhoudsopgave
- Hoofdstuk 1: Inleiding Blz 2
- Hoofdstuk 2: Waarnemen Blz 3
- Hoofdstuk 3: Analyseren en begrijpen Blz 4
- Hoofdstuk 4: Plannen Blz 5
- Hoofdstuk 5: Realiseren Blz 6
- Literatuurlijst Blz 7
- Bijlagen Blz 8
- Bijlage 1: Hulpdocument 1 Blz 8
- Bijlage 2: Hulpdocument 2 Blz 19
- Bijlage 3: Hulpdocument 3 Blz 28
- Bijlage 4: Hulpdocument 4 Blz 34
1
, Hoofdstuk 1: Inleiding
In dit document zal ik mijn eindopdracht van beroepsopdracht 5 laten zien. Deze
eindopdracht gaat over het onderwerp, differentiëren. Ik zal hier mijn differentiatieles
laten zien, mijn ervaringen en leermomenten delen en een blik vooruit geven wat ik
nog wil verbeteren rondom differentiëren.
In deze opdracht ben ik aan het oefenen geweest met handelsgericht werken en
differentiëren in mijn les met behulp van de HGW-cyclus. HGW staat voor
handelsgericht werken. Bij handelsgericht werken ben je bezig met verschillende
soorten principes rondom onderwijs. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je kijkt naar de
onderwijsbehoeften van leerlingen en dat je leerlingen een juiste afstemming hebben
met hun omgeving, waaronder dus de docent, maar ook de school zelf en de klas
zelf.
Ik liep mijn derdejaars stage in Alkmaar op het Petrus Canisius College en dan op de
locatie Fabritius. Dit is een school die onderwijs geeft op mavo en havo/mavo
niveau. Op deze school wordt er klassiek onderwijs gegeven. Voor mijn
eindopdracht had ik ervoor gekozen om dit in een havo/mavo brugklas uit te voeren.
Deze klas heeft 24 leerlingen en is tevens de mentorklas van mijn stagebegeleider.
2
, Hoofdstuk 2: Waarnemen
Om een differentiatieles goed te kunnen uitvoeren is er ook een goede voorbereiding
nodig. Voor een goede voorbereiding is informatie nodig onder andere van de
leerlingen. Want voor de differentiatieles moet je weten wat goed bij welke leerling
past. Om hierover informatie te verzamelen heb ik een les gegeven waarbij
leerlingen begrippen moesten gaan oefenen. Daarnaast heb ik deze les afgesloten
met een enquête die aansloot op wat we die les hadden gedaan, het oefenen van
begrippen door middel van tekenen. Tevens stonden er ook vragen in de enquête
over de manier van voorbereiding op de toets. Zo kreeg ik door deze les en enquête
een kijkje in hoe leerlingen zich voorbereiden op een toets en wat ze vonden van het
begrippen tekenen. Mijn andere gebruikte bronnen waren de leerlingbesprekingen
met de andere vakdocenten. Tijdens de leerlingbesprekingen werd er ook gesproken
over de warme overdracht die ik dus ook kon gebruiken als bron ter voorbereiding op
de gedifferentieerde les. Tot slot heb ik wat gesprekken gehad met mijn
stagebegeleider over de klas waaraan ik de les gaf. Hij gaf mij verschillende
adviezen die ik kon gebruiken, want hij kent zijn leerlingen natuurlijk erg goed
doordat hij mentor is van deze groep.
Een van de manieren waarop ik aan de slag ben gegaan met het benoemen van een
stimulerend en belemmerend aspect bij iedere leerling, is door tijdens mijn lessen
extra te letten op het gedrag van de leerlingen in mijn les. Bijvoorbeeld bij leerling
BW heb ik gezien tijdens mijn lessen dat hij altijd erg enthousiast meedoet met mijn
lessen, maar dat hij het moeilijk vind om in te schatten wanneer hij stil moet zijn (zie
bijlage 1). Een ander voorbeeld is leerling MH, deze leerling durft vragen te stellen,
dit merkte ik tijdens mijn lessen. Maar is vaak erg ongemotiveerd, dit kwam ook naar
voren toen hij besproken werd bij de leerlingbesprekingen. (Last, 2022).
3