OPEN CASUS – RICHTVRAGEN
OPDRACHT 1
DEEL 1
A. Ik wil onderzoeken welke type instructies bij TKO-cursisten. Aangezien leerkrachten aangeven dat
ze met hun instructie het gevoel hebben dat ze weinig impact hebben op de groep.
B. Algemeen, er is nog niet veel onderzoek gedaan naar de instructies binnen het TKO.
C. Nood aan diepe informatie.
D. Inductief, er is nog geen theorie.
DEEL 2
Onderzoeksvraag:
Welke specifieke instructiemethoden zijn effectief voor het bevorderen van het leerproces van
TKO-leerlingen?
Beschrijvende onderzoeksvraag
DEEL 3
Ik maak gebruik van een method methode met eerst een kwalitatief onderzoek en nadien een
kwantitatief onderzoek. Er is dus sprake van een sequentieel onderzoeksdesign.
Eerst maak ik gebruik van een kwalitatief onderzoek. Hierbij kan ik bekijken waarom en hoe
bepaalde instructies goed werken om zo zicht te krijgen op de ervaringen & voorkeuren van leerlingen.
Dit doe ik aan de hand van een fenomenografie door middel van interviews.
Nadien wil ik onderzoeken in welke mate deze vormen van instructies effectief zijn. Dit doe ik aan de
hand van een kwantitatieve benadering. Dit doe ik door middel van een experiment waarbij ik de
leerlingen willekeurig verdeel in verschillende groepen. Elke groep krijgt een andere soort instructie.
Nadien vergelijk ik de resultaten van de instructies aan de hand van prestatiecijfers.
OPDRACHT 2
DEEL 1
Wie?
Beschrijving: TKO-leerlingen (Tweedekansonderwijs) in Secundair Volwassenenonderwijs
waar volwassenen cursisten alsnog een diploma secundair onderwijs kunnen behalen
, Argument: de leerkrachten kregen het gevoel dat de instructie die ze geven weinig impact
heeft op deze groep leerlingen
Wat?
Beschrijving: specifieke instructiemethoden
Argument: de leerkrachten kregen het gevoel dat de instructie die ze geven weinig impact
heeft op deze groep leerlingen
Hoe?
Beschrijving: kwalitatieve diepte-interviews (fenomenografie) gecombineerd met kwantitatieve
experimenten (mixed-methods)
Argument: interviews geven inzicht in de ervaringen & voorkeuren en kwantitatieve
experimenten helpen om de effectiviteit van de instructies te meten & eventuele trends te
ontdekken
Waar?
Beschrijving: binnen de TKO-opleidingen (klassikale of digitale leeromgeving)
Argument: dit is de context waar de instructie plaatsvindt en door dit constant te houden zorg
je voor externe validiteit
Wanneer?
Beschrijving: op verschillende momenten doorheen het jaar
Argument: op deze manier zorg je voor betrouwbaarheid
DEEL 2
Steekproef:
Onderzoeksactiviteit 1: selecteren van scholen en klassen
Activiteit: TKO-scholen en klassen identificeren die passen binnen de
onderzoeksgroep; hierbij kies je klassen met verschillende vakken & niveaus om een
representatieve groep te vormen
Argumenten kwaliteit:
Brede steekproef zorgt ervoor dat resultaten representatief zijn voor TKO-
leerlingen in verschillende contexten (validiteit)
Door meerdere scholen aan te spreken, is de kans groter dat de resultaten
consistent zijn bij herhaling van onderzoek
Scholen & deelnemers worden goed geïnformeerd over de studie, deelname
is vrijwillig en er wordt vertrouwelijk omgegaan met de gegevens (ethiek)
Onderzoeksactiviteit 2: rekruteren van deelnemers
Activiteit: leerlingen (en eventueel ouders/voogden) informeren over studie en vragen
voor medewerking
Argumenten kwaliteit:
Iedere deelnemer ontvangt gedetailleerde informatie over de studie (ethiek)
Onderzoeksactiviteit 3: verkrijgen van toestemming
Activiteit: het verkrijgen van geïnformeerde toestemming van alle deelnemers
Argumenten kwaliteit:
Er wordt een contract ondertekent rekening houdend met de 4 pijlers (ethiek)
Deelnemers stemmen actief toe, schriftelijk (ethiek)
Vertrouwelijkheid wordt te allen tijde gegarandeerd (ethiek)
De toestemming van de deelnemers is ondubbelzinnig, vrijelijk en specifiek
(ethiek)