SOCIALE PSYCHOLOGIE, DEEL 2
(P0M06A)
KUL – Bachelor in de psychologie
2024-2025 – SEM2
Docenten: K. Van Acker & L. Meeussen
Cursus: Hogg, M., & Vaughan, G. (2022). Social Psychology (9de editie). Pearson.
1 Sociale psychologie, deel 2 © Dries Wouters
, Hoofdstuk 1: Inleiding tot de sociale psychologie
1.1. Wat is sociale psychologie?
Sociale psychologie onderzoekt manier waarop gedachten, gevoelens en gedragingen beïnvloed
worden door andere mensen/groepen…
▪ Die fysiek aanwezig zijn
▪ Die in gedachten aanwezig zijn
▪ Die geïmpliceerd zijn
1.2. Verklaringsniveaus
Intrapersoonlijk (persoon in context)
= Verklaring vanuit processen binnen persoon
→ Vb. stereotypen sturen oordeel over kwaliteiten van bep. sollicitant
▪ Vrouw = vriendelijk, zorgend, passief en zwak
▪ Man = competent, sterk, dominant en agressief
Interpersoonlijk (relaties)
= Verklaring vanuit interacties, relaties en situaties
→ Vb. als omgeving stereotypen relevant maakt, wegen ze zwaarder door in oordeel
▪ Vb. opmerking van medestudent activeert stereotype
▪ Vb. voorzitter van sollicitatiecommissie maakt seksistische opmerking
Positioneel (groepen)
= Verklaring vanuit status van persoon, groepslidmaatschap en groepsrelaties
→ Vb. samenstelling van bedrijf maakt oudere, vrouwelijke … sollicitanten minder welkom
Ideologisch (cultureel)
= Verklaring vanuit alg. opvattingen, culturele betekenissen en praktijken
→ Vb. samenleving typeert vrouwen/mannen zodat ze voor bep. rollen ongeschikt lijken
→ Vb. positie van vrouwen beter in samenlevingen met minder seksistische ideologie:
− Mogelijkheid 1 = vijandig seksisme
o Vb. “vrouwen overdrijven problemen op het werk”
− Mogelijkheid 2 = welwillend seksisme
o Vb. “vrouwen moeten door mannen worden beschermd”
→ Twee maten voor positie van vrouwen:
− ‘Gender empowerment’ (macht): deelname aan economie en politiek
− ‘Gender development’ (ontwikkeling): levensverwachting, scholing …
Studie: vijandig seksisme (Masser & Abrams, 2004)
1) Meting van vijandig seksisme bij pp’en
2) Pp’en moesten CV beoordelen van vrouw/man voor leidinggevende functie
→ Resultaat: bij vrouwelijke sollicitant: r(vijandig seksisme, lage geschiktheid)
→ Resultaat: bij mannelijke sollicitant: r(vijandig seksisme, hoge geschiktheid)
2 Sociale psychologie, deel 2 © Dries Wouters
,Besluit
Alle verklaringsniveaus zijn waar en relevant
→ Reductionisme = proberen om een heel fenomeen terug te brengen tot één verklaringsniveau
1.3. Methoden
1.3.1. Kwaliteit van methoden
Interne validiteit = kan je gemeten resultaat toeschrijven aan OV?
▪ Vb. pp is hulpvaardiger omdat hij zich goed of neutraal voelt?
▪ Vb. storende variabele (vb. meer mensen in 1 conditie)
Externe validiteit = in welke mate kan je resultaat generaliseren en toepassen in andere contexten?
▪ Vb. resultaten van studenten veralgemenen naar doelpopulatie?
▪ Vb. ecologische validiteit (vb. toepassing in dagelijks leven)
→ Belang van replicatie!
1.3.2. Overzicht van methoden
Experimenten Voorbeeld: worden mensen hulpvaardiger als ze zich goed voelen?
= Causaliteit ▪ OV: compliment OF kritiek krijgen
▪ AV: aantal papieren die vrouwelijke psychologiestudenten
oprapen als medewerker papieren laat vallen
− Compliment: gem. 5 papieren
− Kritiek: gem. 1 papier
Labo-experimenten (vb. Stanford Prison-experiment)
= Hoge interne validiteit & lage externe validiteit
▪ Gevaar voor reductionisme
▪ Kans op vraagkarakteristieken, beperkt spontaan gedrag …
(= ‘subject effects’)
Veld-experimenten (vb. jeugdkamp-studie van Sherif)
= Lage interne validiteit & hoge externe validiteit
▪ Minder controle van storende variabelen
▪ Kans op antwoordtendensen
Surveys Voorbeeld: in welke mate ervaren moslims discriminatie in Europese steden?
= Correlatie ▪ Discriminatie en religie niet manipuleerbaar
▪ Ervaring, voorlopers en gevolgen van reële situaties onderzoeken
▪ Meer controle van storende variabelen
Archiefonderzoek Onderzoeken of…
= Correlatie a) Culturele producten samenhangen met gedrag
Voorbeeld: vormen kinderboeken het emotionele repertoire?
b) Maatschappelijke ontwikkelingen samenhangen met gedrag
Voorbeeld: hangt inkomensverdeling samen met geluk?
→ Reële sociale context bestuderen
→ Mogelijke invloed van sociale context op mensen bestuderen
3 Sociale psychologie, deel 2 © Dries Wouters
, Interviews en Voorbeeld: hoe kunnen we veerkracht van vluchtelingengezinnen begrijpen?
focusgroepen → Gesprekken met 17 gezinnen (ouders, kinderen en 1-3 hulpverleners)
= Correlatie → Centrale vraag: “wat is een veerkrachtig gezin?”
Voordelen Nadelen
− Inhoud genereren − Vaak kleine steekproef
− Diepgang creëren − Ev. invloed van onderzoeker
− Gaat over reële situaties
Casestudies Voorbeeld: hoe ervaren zwarte studenten reacties van hun rector op
= Correlatie racistische incidenten?
→ Individu/groep gevolgd om bep. situatie/gebeurtenis te beschrijven
Voordelen Nadelen
− Diepgang creëren − Niche-onderzoek
− Gaat over reële situaties − Ev. invloed van onderzoeker
Observatiestudies Voorbeeld: welke koppelinteracties voorspellen relatietevredenheid?
= Correlatie
Voordelen Nadelen
− Interacties tussen mensen nagaan − Vaak kleine steekproef
− Gaat over (non-)verbaal gedrag − Complex en langdurig coderen
(Participatief) Voorbeeld: welke factoren dragen bij aan radicalisering?
actieonderzoek → Samen met Brusselse jongeren en jeugdwerkers activiteiten uitvoeren
= Correlatie
Voordelen Nadelen
− Meer gelijkwaardig en wederkerig − Minder neutraliteit en geen
( kennis-onrechtvaardigheid) controleconditie
− Focus op sociale verandering − Complex en arbeidsintensief
Keuze voor bep. methode:
▪ Afh. van onderzoeksvragen
▪ Afh. van wat men wel/niet kan concluderen met bep. methode
→ Multimethode-onderzoek om nadelen te verminderen
1.4. Ethische aspecten van onderzoek
Ethiek bij dataverzameling Ethiek bij datarapportering
− Zo weinig mogelijk misleiding − Geen onderzoekfraude plegen
o Maar: soms nodig voor manipulatie o Vb. data uitvinden, veranderen …
− ‘Informed consent’ laten ondertekenen − Procedures, resultaten … correct weergeven
o Soms opnieuw na misleiding − Aandacht voor epistemische (kennis-)
− Debriefing na onderzoek ongelijkheid en auteurschap
o Opzet uitleggen en verantwoorden
− Aandacht voor welzijn van pp’en
4 Sociale psychologie, deel 2 © Dries Wouters
(P0M06A)
KUL – Bachelor in de psychologie
2024-2025 – SEM2
Docenten: K. Van Acker & L. Meeussen
Cursus: Hogg, M., & Vaughan, G. (2022). Social Psychology (9de editie). Pearson.
1 Sociale psychologie, deel 2 © Dries Wouters
, Hoofdstuk 1: Inleiding tot de sociale psychologie
1.1. Wat is sociale psychologie?
Sociale psychologie onderzoekt manier waarop gedachten, gevoelens en gedragingen beïnvloed
worden door andere mensen/groepen…
▪ Die fysiek aanwezig zijn
▪ Die in gedachten aanwezig zijn
▪ Die geïmpliceerd zijn
1.2. Verklaringsniveaus
Intrapersoonlijk (persoon in context)
= Verklaring vanuit processen binnen persoon
→ Vb. stereotypen sturen oordeel over kwaliteiten van bep. sollicitant
▪ Vrouw = vriendelijk, zorgend, passief en zwak
▪ Man = competent, sterk, dominant en agressief
Interpersoonlijk (relaties)
= Verklaring vanuit interacties, relaties en situaties
→ Vb. als omgeving stereotypen relevant maakt, wegen ze zwaarder door in oordeel
▪ Vb. opmerking van medestudent activeert stereotype
▪ Vb. voorzitter van sollicitatiecommissie maakt seksistische opmerking
Positioneel (groepen)
= Verklaring vanuit status van persoon, groepslidmaatschap en groepsrelaties
→ Vb. samenstelling van bedrijf maakt oudere, vrouwelijke … sollicitanten minder welkom
Ideologisch (cultureel)
= Verklaring vanuit alg. opvattingen, culturele betekenissen en praktijken
→ Vb. samenleving typeert vrouwen/mannen zodat ze voor bep. rollen ongeschikt lijken
→ Vb. positie van vrouwen beter in samenlevingen met minder seksistische ideologie:
− Mogelijkheid 1 = vijandig seksisme
o Vb. “vrouwen overdrijven problemen op het werk”
− Mogelijkheid 2 = welwillend seksisme
o Vb. “vrouwen moeten door mannen worden beschermd”
→ Twee maten voor positie van vrouwen:
− ‘Gender empowerment’ (macht): deelname aan economie en politiek
− ‘Gender development’ (ontwikkeling): levensverwachting, scholing …
Studie: vijandig seksisme (Masser & Abrams, 2004)
1) Meting van vijandig seksisme bij pp’en
2) Pp’en moesten CV beoordelen van vrouw/man voor leidinggevende functie
→ Resultaat: bij vrouwelijke sollicitant: r(vijandig seksisme, lage geschiktheid)
→ Resultaat: bij mannelijke sollicitant: r(vijandig seksisme, hoge geschiktheid)
2 Sociale psychologie, deel 2 © Dries Wouters
,Besluit
Alle verklaringsniveaus zijn waar en relevant
→ Reductionisme = proberen om een heel fenomeen terug te brengen tot één verklaringsniveau
1.3. Methoden
1.3.1. Kwaliteit van methoden
Interne validiteit = kan je gemeten resultaat toeschrijven aan OV?
▪ Vb. pp is hulpvaardiger omdat hij zich goed of neutraal voelt?
▪ Vb. storende variabele (vb. meer mensen in 1 conditie)
Externe validiteit = in welke mate kan je resultaat generaliseren en toepassen in andere contexten?
▪ Vb. resultaten van studenten veralgemenen naar doelpopulatie?
▪ Vb. ecologische validiteit (vb. toepassing in dagelijks leven)
→ Belang van replicatie!
1.3.2. Overzicht van methoden
Experimenten Voorbeeld: worden mensen hulpvaardiger als ze zich goed voelen?
= Causaliteit ▪ OV: compliment OF kritiek krijgen
▪ AV: aantal papieren die vrouwelijke psychologiestudenten
oprapen als medewerker papieren laat vallen
− Compliment: gem. 5 papieren
− Kritiek: gem. 1 papier
Labo-experimenten (vb. Stanford Prison-experiment)
= Hoge interne validiteit & lage externe validiteit
▪ Gevaar voor reductionisme
▪ Kans op vraagkarakteristieken, beperkt spontaan gedrag …
(= ‘subject effects’)
Veld-experimenten (vb. jeugdkamp-studie van Sherif)
= Lage interne validiteit & hoge externe validiteit
▪ Minder controle van storende variabelen
▪ Kans op antwoordtendensen
Surveys Voorbeeld: in welke mate ervaren moslims discriminatie in Europese steden?
= Correlatie ▪ Discriminatie en religie niet manipuleerbaar
▪ Ervaring, voorlopers en gevolgen van reële situaties onderzoeken
▪ Meer controle van storende variabelen
Archiefonderzoek Onderzoeken of…
= Correlatie a) Culturele producten samenhangen met gedrag
Voorbeeld: vormen kinderboeken het emotionele repertoire?
b) Maatschappelijke ontwikkelingen samenhangen met gedrag
Voorbeeld: hangt inkomensverdeling samen met geluk?
→ Reële sociale context bestuderen
→ Mogelijke invloed van sociale context op mensen bestuderen
3 Sociale psychologie, deel 2 © Dries Wouters
, Interviews en Voorbeeld: hoe kunnen we veerkracht van vluchtelingengezinnen begrijpen?
focusgroepen → Gesprekken met 17 gezinnen (ouders, kinderen en 1-3 hulpverleners)
= Correlatie → Centrale vraag: “wat is een veerkrachtig gezin?”
Voordelen Nadelen
− Inhoud genereren − Vaak kleine steekproef
− Diepgang creëren − Ev. invloed van onderzoeker
− Gaat over reële situaties
Casestudies Voorbeeld: hoe ervaren zwarte studenten reacties van hun rector op
= Correlatie racistische incidenten?
→ Individu/groep gevolgd om bep. situatie/gebeurtenis te beschrijven
Voordelen Nadelen
− Diepgang creëren − Niche-onderzoek
− Gaat over reële situaties − Ev. invloed van onderzoeker
Observatiestudies Voorbeeld: welke koppelinteracties voorspellen relatietevredenheid?
= Correlatie
Voordelen Nadelen
− Interacties tussen mensen nagaan − Vaak kleine steekproef
− Gaat over (non-)verbaal gedrag − Complex en langdurig coderen
(Participatief) Voorbeeld: welke factoren dragen bij aan radicalisering?
actieonderzoek → Samen met Brusselse jongeren en jeugdwerkers activiteiten uitvoeren
= Correlatie
Voordelen Nadelen
− Meer gelijkwaardig en wederkerig − Minder neutraliteit en geen
( kennis-onrechtvaardigheid) controleconditie
− Focus op sociale verandering − Complex en arbeidsintensief
Keuze voor bep. methode:
▪ Afh. van onderzoeksvragen
▪ Afh. van wat men wel/niet kan concluderen met bep. methode
→ Multimethode-onderzoek om nadelen te verminderen
1.4. Ethische aspecten van onderzoek
Ethiek bij dataverzameling Ethiek bij datarapportering
− Zo weinig mogelijk misleiding − Geen onderzoekfraude plegen
o Maar: soms nodig voor manipulatie o Vb. data uitvinden, veranderen …
− ‘Informed consent’ laten ondertekenen − Procedures, resultaten … correct weergeven
o Soms opnieuw na misleiding − Aandacht voor epistemische (kennis-)
− Debriefing na onderzoek ongelijkheid en auteurschap
o Opzet uitleggen en verantwoorden
− Aandacht voor welzijn van pp’en
4 Sociale psychologie, deel 2 © Dries Wouters