ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE, DEEL 2
(P0M04A)
KUL – Bachelor in de psychologie
2024-2025 – SEM1
Docent: R. Krampe
1 Ontwikkelingspsychologie, deel 2 © Dries Wouters
, Hoofdstuk 1: Het levensloopperspectief
1.1. Wat is ontwikkelingspsychologie?
Doelen van ontwikkelingspsychologie:
▪ Levensloop verdelen in betekenisvolle periodes
▪ Ontwikkelingstaken voor elke periode identificeren
▪ Gebruikmaken van levensloopperspectief om juiste vragen te stellen
Idee van ‘ontwikkelingstaken’ komt van Robert Havighurst (‘Developmental Task Theory’)
= Reeks van vaardigheden en vermogens die mensen ontwikkelen doorheen hun levensloop
→ Drie bronnen van ontwikkelingstaken (afh. van leeftijd/periode):
▪ Lichamelijke (biologische) rijping
o Vb. rechtstaan en leren stappen, aanpassen aan puberteit of menopauze …
▪ Individuele doelen en waarden
o Vb. keuze voor bep. job of hobby’s, morele beslissingen …
▪ Culturele of maatschappelijke verwachtingen
o Vb. leren lezen, verantwoordelijkheid opnemen voor samenleving …
→ Havighurst overbrugt drie bronnen van ontwikkelingstaken
→ Bemiddeling tussen biologische ontwikkelingsaspecten en ontwikkelingsaspecten die
worden gesteund/vereist door andere mensen in leven van individu
Periodes van ontwikkeling:
Prenatale fase Conceptie – geboorte
Baby- en peutertijd Geboorte – 2j.
Vroege kindertijd (kleuters) 2j. – 6j.
Middelbare kindertijd 6j. – 11j.
Adolescentie 11j. – 18j.
Jongvolwassenheid 18j. – 40j.
Middelbare volwassenheid 40j. – 65j.
Late volwassenheid 65j. – dood
Levensloopperspectief ziet ontwikkeling als…
▪ Levenslang: van prenatale fase tot late volwassenheid
▪ Multidimensioneel en multidirectioneel ( traditionele visie van ‘levenstrap’)
o Lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele dimensies
o Vooruitgang en achteruitgang op bep. dimensies (vb. onderdelen van IQ)
▪ Plastisch: mogelijkheid om nieuwe dingen te leren tot in late volwassenheid
▪ Beïnvloed door veelvoudige, interagerende krachten
Vragen vanuit uitgebreid perspectief:
▪ Hoe bepaalt lichamelijke ontwikkeling tijdens puberteit vorming van adolescente identiteit?
▪ Hoe verschillen vrouwen en mannen in mentale vaardigheden en om welke redenen?
▪ Wat kan bep. maatschappij verwachten van oudere werknemers i.v.m. prestatie en leren van
nieuwe vaardigheden?
▪ Welke steun levert bep. cultuur voor ouderen bij hun overgang naar pensioenleeftijd?
▪ Wat betekent ‘normale’ mentale gezondheid als 50% van 90-plussers dementie ontwikkelen?
2 Ontwikkelingspsychologie, deel 2 © Dries Wouters
, 1.2. Twee voorbeelden van onderzoek uit ontwikkelingspsychologie
Werkende bevolking en ouderen:
Percentage werkenden t.o.v. totale bevolking ‘Old-age dependency ratio’ (EU, 2017)
Individuele verschillen in veerkracht (weerstand/wilskracht/herstellingsvermogen)
= Bekwaamheid om zich aan te passen aan uitdagingen en bedreigingen voor ontwikkeling
▪ Bep. ervaring moet beschouwd worden als controleerbaar
▪ Men moet interesse hebben in dagelijkse activiteiten (= toewijding)
▪ Uitdagingen moeten gezien worden als normaal en kansen om te groeien
→ Factoren die individuele verschillen in veerkracht beïnvloeden:
→ PH-kenmerken − Sociale steun buiten familie
→ Warme relatie met ouders − Bronnen en kansen in samenleving
3 Ontwikkelingspsychologie, deel 2 © Dries Wouters
, Hoofdstuk 2: Adolescentie
2.1. Inleiding en ontwikkelingstaken
Adolescentie = overgang tussen kindertijd en volwassenheid (11-22j.)
▪ Begint bij puberteit: bio. gebeurtenissen die leiden tot volwassen lichaam + seksuele maturiteit
▪ Ontwikkelingstaken van deze periode overal ter wereld hetzelfde
→ In huidige geïndustrialiseerde samenlevingen: taken zo complex dat adolescentie een
decennium duurt
→ In stam- en dorpsgemeenschappen: kortere periode van enkele jaren
Historische opvattingen over adolescentie:
▪ Biologisch perspectief
o Puberteit = rebellie en roekeloosheid (G. S. Hall (Am. psycholoog): ‘savages’)
o Biologische opschudding zorgt voor verhoogde emotionaliteit en conflict
→ Volgens J.J. Rousseau (Fr. filosoof): ‘storm-and-stress-perspectief’
o Bewustwording van seksuele impulsen (Freud: ‘genitale fase’)
▪ Sociaal perspectief: soc. en cul. invloeden
o Grote interindividuele en bep. interculturele verschillen (onderzoek van Margaret Mead)
▪ Gebalanceerd standpunt (vandaag): bio. én soc. invloeden
o Interactie tussen hersenontwikkeling en soc. gedrag
Ontwikkelingstaken van adolescentie:
− Psychologische adaptatie aan (= aanvaarding van) fysieke veranderingen (vb. volgroeid lichaam)
− Leren om mannelijke/vrouwelijke soc. rol te vervullen
− Verwerven van volwassen manieren van denken (vb. hypothetisch-deductief redeneren)
− Bereiken van emotionele en economische onafh. ten opzichte van ouders
− Peers worden belangrijker (dus ouders hebben minder invloed)
− Ontwikkeling van meer volwassen manier van omgaan met leeftijdsgenoten van beide geslachten
− Verwerven van waarden en een ethisch kader voor gedrag
− Identiteitsconstructie (= veilig gevoel van ‘zelf’ in seksuele, morele en maatschappelijke termen)
Adolescentie is complexe en lange ontwikkelingsfase, daarom opdeling in 3 fasen:
Vroege adolescentie 11/12 – 14j. Snelle puberale verandering
Midden-adolescentie 14 – 16j. Puberteit bijna voltooid
Late adolescentie 16 – 18j. Volledig volwassen uiterlijk + vooruitlopen op volwassen rol
2.2. Biologische rijping
Genen beïnvloeden hormonale processen voor (!) en tijdens puberteit
→ Rond 8-9j.: toename in groeihormoon (GH) en thyroxine (meisjes bereiken puberteit gem. 2j. vroeger)
o Oestrogeen (meer bij meisjes)
→ Vrijgegeven door eierstokken en bijnieren
→ Verhoogt GH-productie bij jongens en meisjes (maar bij meisjes al vroeger)
o Androgeen (meer bij jongens)
→ Testikels geven grote hoeveelheden testosteron vrij
(+ kleine hoeveelheden oestrogeen)
4 Ontwikkelingspsychologie, deel 2 © Dries Wouters
(P0M04A)
KUL – Bachelor in de psychologie
2024-2025 – SEM1
Docent: R. Krampe
1 Ontwikkelingspsychologie, deel 2 © Dries Wouters
, Hoofdstuk 1: Het levensloopperspectief
1.1. Wat is ontwikkelingspsychologie?
Doelen van ontwikkelingspsychologie:
▪ Levensloop verdelen in betekenisvolle periodes
▪ Ontwikkelingstaken voor elke periode identificeren
▪ Gebruikmaken van levensloopperspectief om juiste vragen te stellen
Idee van ‘ontwikkelingstaken’ komt van Robert Havighurst (‘Developmental Task Theory’)
= Reeks van vaardigheden en vermogens die mensen ontwikkelen doorheen hun levensloop
→ Drie bronnen van ontwikkelingstaken (afh. van leeftijd/periode):
▪ Lichamelijke (biologische) rijping
o Vb. rechtstaan en leren stappen, aanpassen aan puberteit of menopauze …
▪ Individuele doelen en waarden
o Vb. keuze voor bep. job of hobby’s, morele beslissingen …
▪ Culturele of maatschappelijke verwachtingen
o Vb. leren lezen, verantwoordelijkheid opnemen voor samenleving …
→ Havighurst overbrugt drie bronnen van ontwikkelingstaken
→ Bemiddeling tussen biologische ontwikkelingsaspecten en ontwikkelingsaspecten die
worden gesteund/vereist door andere mensen in leven van individu
Periodes van ontwikkeling:
Prenatale fase Conceptie – geboorte
Baby- en peutertijd Geboorte – 2j.
Vroege kindertijd (kleuters) 2j. – 6j.
Middelbare kindertijd 6j. – 11j.
Adolescentie 11j. – 18j.
Jongvolwassenheid 18j. – 40j.
Middelbare volwassenheid 40j. – 65j.
Late volwassenheid 65j. – dood
Levensloopperspectief ziet ontwikkeling als…
▪ Levenslang: van prenatale fase tot late volwassenheid
▪ Multidimensioneel en multidirectioneel ( traditionele visie van ‘levenstrap’)
o Lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele dimensies
o Vooruitgang en achteruitgang op bep. dimensies (vb. onderdelen van IQ)
▪ Plastisch: mogelijkheid om nieuwe dingen te leren tot in late volwassenheid
▪ Beïnvloed door veelvoudige, interagerende krachten
Vragen vanuit uitgebreid perspectief:
▪ Hoe bepaalt lichamelijke ontwikkeling tijdens puberteit vorming van adolescente identiteit?
▪ Hoe verschillen vrouwen en mannen in mentale vaardigheden en om welke redenen?
▪ Wat kan bep. maatschappij verwachten van oudere werknemers i.v.m. prestatie en leren van
nieuwe vaardigheden?
▪ Welke steun levert bep. cultuur voor ouderen bij hun overgang naar pensioenleeftijd?
▪ Wat betekent ‘normale’ mentale gezondheid als 50% van 90-plussers dementie ontwikkelen?
2 Ontwikkelingspsychologie, deel 2 © Dries Wouters
, 1.2. Twee voorbeelden van onderzoek uit ontwikkelingspsychologie
Werkende bevolking en ouderen:
Percentage werkenden t.o.v. totale bevolking ‘Old-age dependency ratio’ (EU, 2017)
Individuele verschillen in veerkracht (weerstand/wilskracht/herstellingsvermogen)
= Bekwaamheid om zich aan te passen aan uitdagingen en bedreigingen voor ontwikkeling
▪ Bep. ervaring moet beschouwd worden als controleerbaar
▪ Men moet interesse hebben in dagelijkse activiteiten (= toewijding)
▪ Uitdagingen moeten gezien worden als normaal en kansen om te groeien
→ Factoren die individuele verschillen in veerkracht beïnvloeden:
→ PH-kenmerken − Sociale steun buiten familie
→ Warme relatie met ouders − Bronnen en kansen in samenleving
3 Ontwikkelingspsychologie, deel 2 © Dries Wouters
, Hoofdstuk 2: Adolescentie
2.1. Inleiding en ontwikkelingstaken
Adolescentie = overgang tussen kindertijd en volwassenheid (11-22j.)
▪ Begint bij puberteit: bio. gebeurtenissen die leiden tot volwassen lichaam + seksuele maturiteit
▪ Ontwikkelingstaken van deze periode overal ter wereld hetzelfde
→ In huidige geïndustrialiseerde samenlevingen: taken zo complex dat adolescentie een
decennium duurt
→ In stam- en dorpsgemeenschappen: kortere periode van enkele jaren
Historische opvattingen over adolescentie:
▪ Biologisch perspectief
o Puberteit = rebellie en roekeloosheid (G. S. Hall (Am. psycholoog): ‘savages’)
o Biologische opschudding zorgt voor verhoogde emotionaliteit en conflict
→ Volgens J.J. Rousseau (Fr. filosoof): ‘storm-and-stress-perspectief’
o Bewustwording van seksuele impulsen (Freud: ‘genitale fase’)
▪ Sociaal perspectief: soc. en cul. invloeden
o Grote interindividuele en bep. interculturele verschillen (onderzoek van Margaret Mead)
▪ Gebalanceerd standpunt (vandaag): bio. én soc. invloeden
o Interactie tussen hersenontwikkeling en soc. gedrag
Ontwikkelingstaken van adolescentie:
− Psychologische adaptatie aan (= aanvaarding van) fysieke veranderingen (vb. volgroeid lichaam)
− Leren om mannelijke/vrouwelijke soc. rol te vervullen
− Verwerven van volwassen manieren van denken (vb. hypothetisch-deductief redeneren)
− Bereiken van emotionele en economische onafh. ten opzichte van ouders
− Peers worden belangrijker (dus ouders hebben minder invloed)
− Ontwikkeling van meer volwassen manier van omgaan met leeftijdsgenoten van beide geslachten
− Verwerven van waarden en een ethisch kader voor gedrag
− Identiteitsconstructie (= veilig gevoel van ‘zelf’ in seksuele, morele en maatschappelijke termen)
Adolescentie is complexe en lange ontwikkelingsfase, daarom opdeling in 3 fasen:
Vroege adolescentie 11/12 – 14j. Snelle puberale verandering
Midden-adolescentie 14 – 16j. Puberteit bijna voltooid
Late adolescentie 16 – 18j. Volledig volwassen uiterlijk + vooruitlopen op volwassen rol
2.2. Biologische rijping
Genen beïnvloeden hormonale processen voor (!) en tijdens puberteit
→ Rond 8-9j.: toename in groeihormoon (GH) en thyroxine (meisjes bereiken puberteit gem. 2j. vroeger)
o Oestrogeen (meer bij meisjes)
→ Vrijgegeven door eierstokken en bijnieren
→ Verhoogt GH-productie bij jongens en meisjes (maar bij meisjes al vroeger)
o Androgeen (meer bij jongens)
→ Testikels geven grote hoeveelheden testosteron vrij
(+ kleine hoeveelheden oestrogeen)
4 Ontwikkelingspsychologie, deel 2 © Dries Wouters