Ontwikkelingspsychologie Hoofdstuk 3
Denken en leren doe je met je hersenen. We functioneren met de linker en rechter hersenhelft. Elk
stukje van je hersenen heeft zijn eigen taak. Belonen werkt bij kleine kinderen beter dan straffen. Bij
pubers en volwassenen werkt het brein precies andersom. Bij twaalfjarigen verwerken negatieve
feedback juist heel goed.
Hersenhelft: Links Recht
Zoeken 3D
Volgorde Kleur
Lijnen Dagdromen
Tijd Zintuigen
Woorden Ritme
Regels Afbeeldingen
Ruimtelijke inzichten
Logische Creatief
Hersengebieden:
- Verantwoordelijk voor het denken
- Horen van geluiden
- Lezen
- Nadenken over woorden
Associaties: Is het maken van verbindingen, dat zorgt er dat je de informatie langer kan onthouden
Ontwikkelingsbrein: Hersenen zijn ladekastjes, sommige zijn al gevuld, liggen al vast.
Ontwikkeling zintuigen: Gebieden waarmee we kunnen kijken, luisteren voelen en proeven. Na de
ontwikkeling gaan gebieden samenwerken, en kunnen kinderen complexe vaardigheden aanleren
De cognitieve ontwikkeling gaat over het leren, geheugen, de cognitie en de aandacht van het kind
Het geheugen: Het onthouden en weer herinneren van informatie
De cognitie: Hoe je waarneemt, herinnert, denkt, redeneert en begrijpt
De aandacht: De controle hebben over waar je op let en concentratie
Behaviorisme: - Kinderen leren door belonen
- Conditionering (gedrag wordt aangeleerd)
- Skinner (mensen en dieren leren alles, door beloningen)
Cognitivisme - Kinderen leren door te experimenteren
-Nieuwe kennis komt altijd van buitenaf
4 ontwikkelingsfases 1. Sensomotorische (0-2 jaar) (zintuitgelijke ontwikkeling)
Volgens Jean Piaget 2. Pre-Operationele fase (2-6 jaar)
3. Concreet-operationele fase (6-12 jaar)
4. Formeel-operationele fase (12-15 jaar)
Sensomotorische fase - Baby’s gebruiken zintuigen (stopt alles in zijn mond)
, - Leren licht aan en uit te doen door te experimenteren
Pre-operationele fase - Kinderen leren spreken
- Besef van vaste volgorde
- Veel fantasie
Concreet operationele fase - Leren inschatten en reflecteren
- Kinderen leren ordenen
- Zelf nadenken over eigen gedrag
Formeel operationele fase - Ruimtelijk en abstract denken in de ontwikkeling
- Logische denken
Constructivisme is het leren door samen ervaringen op te doen in de omgeving waarin je opgroeit
Vygotshy: de cognitieve ontwikkeling wordt beïnvloed door interactie en omgeving
- Ouders zijn rolmodel
- Ervaring opdoen door kinderen uit te dagen
Zone van de naaste ontwikkeling: Weten wat een kind al kan, en hier op inspelen door hem uit te
dagen
Kleine kinderen leren door 0-2 jaar - Sabbelen en imiteren
- Gebeurtenissen voorspellen
- Observeren en nadoen
Fantasie en werkelijkheid 2-4 jaar - Kinderen ordenen werkelijkheid om zich heen door te
spelen
Animistische denken: Geloven dat voorwerpen kunnen denken, gevoelens en wensen
hebben
De wereld willen begrijpen 4-6 jaar - Nog steeds pre-operationele fase (Geloven in sinterklaas)
Crentatie: Focussen op 1 factor van het probleem
Conservatie: Besef van de hoeveelheid van hetzelfde vorm als het verandert Kleuter kunnen dit niet
Bruner (zelf) Ontdekkend leren. Als een kind nieuwsgierig is, is het vanuit zijn eigen interesse, een
uitdaging zoekt en zal willen leren.
Denken en leren doe je met je hersenen. We functioneren met de linker en rechter hersenhelft. Elk
stukje van je hersenen heeft zijn eigen taak. Belonen werkt bij kleine kinderen beter dan straffen. Bij
pubers en volwassenen werkt het brein precies andersom. Bij twaalfjarigen verwerken negatieve
feedback juist heel goed.
Hersenhelft: Links Recht
Zoeken 3D
Volgorde Kleur
Lijnen Dagdromen
Tijd Zintuigen
Woorden Ritme
Regels Afbeeldingen
Ruimtelijke inzichten
Logische Creatief
Hersengebieden:
- Verantwoordelijk voor het denken
- Horen van geluiden
- Lezen
- Nadenken over woorden
Associaties: Is het maken van verbindingen, dat zorgt er dat je de informatie langer kan onthouden
Ontwikkelingsbrein: Hersenen zijn ladekastjes, sommige zijn al gevuld, liggen al vast.
Ontwikkeling zintuigen: Gebieden waarmee we kunnen kijken, luisteren voelen en proeven. Na de
ontwikkeling gaan gebieden samenwerken, en kunnen kinderen complexe vaardigheden aanleren
De cognitieve ontwikkeling gaat over het leren, geheugen, de cognitie en de aandacht van het kind
Het geheugen: Het onthouden en weer herinneren van informatie
De cognitie: Hoe je waarneemt, herinnert, denkt, redeneert en begrijpt
De aandacht: De controle hebben over waar je op let en concentratie
Behaviorisme: - Kinderen leren door belonen
- Conditionering (gedrag wordt aangeleerd)
- Skinner (mensen en dieren leren alles, door beloningen)
Cognitivisme - Kinderen leren door te experimenteren
-Nieuwe kennis komt altijd van buitenaf
4 ontwikkelingsfases 1. Sensomotorische (0-2 jaar) (zintuitgelijke ontwikkeling)
Volgens Jean Piaget 2. Pre-Operationele fase (2-6 jaar)
3. Concreet-operationele fase (6-12 jaar)
4. Formeel-operationele fase (12-15 jaar)
Sensomotorische fase - Baby’s gebruiken zintuigen (stopt alles in zijn mond)
, - Leren licht aan en uit te doen door te experimenteren
Pre-operationele fase - Kinderen leren spreken
- Besef van vaste volgorde
- Veel fantasie
Concreet operationele fase - Leren inschatten en reflecteren
- Kinderen leren ordenen
- Zelf nadenken over eigen gedrag
Formeel operationele fase - Ruimtelijk en abstract denken in de ontwikkeling
- Logische denken
Constructivisme is het leren door samen ervaringen op te doen in de omgeving waarin je opgroeit
Vygotshy: de cognitieve ontwikkeling wordt beïnvloed door interactie en omgeving
- Ouders zijn rolmodel
- Ervaring opdoen door kinderen uit te dagen
Zone van de naaste ontwikkeling: Weten wat een kind al kan, en hier op inspelen door hem uit te
dagen
Kleine kinderen leren door 0-2 jaar - Sabbelen en imiteren
- Gebeurtenissen voorspellen
- Observeren en nadoen
Fantasie en werkelijkheid 2-4 jaar - Kinderen ordenen werkelijkheid om zich heen door te
spelen
Animistische denken: Geloven dat voorwerpen kunnen denken, gevoelens en wensen
hebben
De wereld willen begrijpen 4-6 jaar - Nog steeds pre-operationele fase (Geloven in sinterklaas)
Crentatie: Focussen op 1 factor van het probleem
Conservatie: Besef van de hoeveelheid van hetzelfde vorm als het verandert Kleuter kunnen dit niet
Bruner (zelf) Ontdekkend leren. Als een kind nieuwsgierig is, is het vanuit zijn eigen interesse, een
uitdaging zoekt en zal willen leren.
