Hoorcollege 2 Winst uit onderneming en omzet belasting
Voor we kijken naar winst uit onderneming kijken naar hoe de wet in elkaar zit.
1 Systematiek IB toegespitst op winst uit onderneming
1.Van wie wordt inkomstenbelasting geheven?
2.Waarover wordt geheven/ hoe bepaald
3. Wat is inkomen uit werk en woning?
4.Hoeveel wordt geheven?
5.In welke volgorde wordt geheven?
1. Van wie wordt inkomstenbelasting geheven?
Als we het hebben over winst uit onderneming, dan beginnen we allereerste het
vaststellen van het subject (wie is de belastingplichtige). Art. 1.1 IB gaat daar over en
geeft het antwoord.
Art. 1.1 IB: subject is een natuurlijk persoon. Maar dan zijn we er nog niet. Vervolgens art.
2.1 IB binnenlands/buitenlands belastingplichtige.
Nu heb je subject, allen natuurlijk persoon kan winst uit onderneming genieten.
Dus stappenplan subject winst uit onderneming
1. Art. 1.1 IB: natuurlijk persoon
2. Art. 2.1 IB: binnenlands- of buitenlandsbelastingplichtige.
Wint uit onderneming valt dus binnen IB art. 3.1 IB je gaat dus die vier vragen af en de
vraag over subject gebruik je dus dit stappenplan.
2. Waarover wordt geheven/ hoe bepaald
Dus de 2e vraag gaat over het object, waar over wordt geheven?
Bij welk artikel begin je dan? Hoofdstuk 2 want dat is het raamwerk.
Art. 2.3 IB: geeft aan dat we drie soorten inkomen hebben.
Vervolgens art. 2.4 IB: routewijzer artikel! Als jij wil weten over inkomen uit werk en
woning moet je naar h3. We willen weten wat winst uit onderneming is dus ga je naar h3.
Binnen hoofdstuk 3 art. 3.1 IB belangrijkste artikel. Em dat is richtingwijzer artikel!
art. 3.1 lid 2 geeft aan waar inkomen uit werk en wonen uit bestaat en waar het staat.
a. belastbaar winst uit onderneming. Afdeling 3.2 staat er precies onder. Daar gaat het
dus over wat belastbaar inkomen uit winst en onderneming.
wat is het tarief dat van toepassing is?
Art. 2.10 IB progressief tarief. Box 1
tot slot (vraag die je alleen in IB hebt) op welke volgorde wordt geheven
welke artikel en wat is sv hiervan?
- Art. 2.14 IB: datgene wat als eerst genoemd wordt onder dat regiem valt het. Het is dus
belangrijk, want als een vermogen/ inkomensbestanddeel uit winst uit onderneming valt
dan hoef je niet verder te kijken. Als inkomen. Vermogensbestanddeel iets onder winst
uit onderneming valt omdat het als allereerst wordt benoemd.
art. 2.14 IB dwingt je dus om volgorde aan te houden!
Nu gaan we eens verder kijken op die vragen, verder duiken in afdeling 3.2 duiken.
2 Wie geniet winst uit onderneming?
• art. 1.1 IB: natuurlijk persoon. Afdeling 3.2 geeft nadere specificering. Als je in die
afdeling kijkt zie je twee soorten genieters die winst uit onderneming genieten:
als je hiernaar kijkt moet je iets opvallen in de manier waarop dit artikel is ingetypt. Het
begrip ondernemer is italic. In IB betekent dat het begrip gedefinieerd is. Waar is dat
begrip gedefinieerd?
Art.
,Categorie A
• art 3.2: Ondernemer →
• art 3.4: voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks
wordt verbonden voor verbintenissen betreffende de onderneming
onderneming is hier niet schuingedrukt, dus geen definitie in wet, maar jurisprudentie.
Belangrijk om te weten wat de criteria zijn die uit jurisprudentie volgen voor
onderneming.
Onderneming
Jurisprudentie:
• Duurzame
• Organisatie van kapitaal en arbeid: kapitaal in fiscaal recht niet zelfde als spraak
gebruik: kapitaal meer economisch begrip: spullen waarmee je onderneming uitvoert.
Iets van spullen waarmee je onderneming drijft en arbeid.
• Met behulp waarvan door deelname aan het economisch verkeer: Als je huis van jouw
moeder schoonmaakt dan doe je dat binnen familiekring en niet economisch verkeer. Er
wordt feitelijk gekeken objectief dus!
• Wordt beoogd winst te behalen (subjectief beoogd & objectief te verwachten): ander
krijg je mensen met een hobby die dhu. Hobbykosten willen aftrekken (art. 3,2 onder d)
want dan kan je dat in mindering brengen van je loon. Een willekeurige derde moet naar
kijken en moet ernaar kijken moet kunnen zeggen ja met deze activiteit valt winst te
beogen.
Vaak bij kunstenaars als je prijs winst en aangesloten zit bij galerij dan kan worden
gezegd dat winst wordt beoogd. Maar iemand die 25 jaar bezig is en geen winst behaald
dan niet.
Het is niet relevant of je bent i geschreven in kvk, is civielrechtelijke vereiste. Als we te
veel civiele rechtelijke zou aantrekken, wordt het heel makkelijk om in te schrijven en je
bent ondernemen.
iemand die met koningsdag met kleedje verkoopt is geen ondernemer omdat hij het maar
een keer doet dus niet duurzaam.
Dit moet je niet alleen kennen maar ook kunnen toepassen.
als je een casus hebt de criteria toepassen en beoordelen of een persoon een
onderneming drijft/
waarbij zo lang het geen natuurlijk persoon is het niet iemand die winst uit onderneming
geniet want het is geen natuurlijke persoon.
er zijn ook vragen waarin ze aangeven pietje is IB ondernemen. Dan weetje je dus hij
voldoet al aan die criteria dan gaat vraag dus niet over criteria. Kwestie van goed lezen.
art. 3.4 IB gaf ook andere elementen wat belangrijk is om ondernemer te zijn:
Rechtstreeks verbonden is wel een civielrechtelijke toets.
Dat wil zeggen dat je tegen over de crediteuren aansprakelijk bent voor de
ondernemingsschuld. Als de onderneming de schuldeisers niet betaald, dat die
schuldeisers naar ondernemer kunne komen gaan en zeggen verkoop je boor. Als dat het
geval is, als schuldeisers verhaal kunnen halen bij natuurlijke persoon, dan ben je
rechtstreeks verbonden. Dit criterium betekent dat een aandeelhouder geen ondernemer
is, omdat in dat geval de nv/bv de schulden niet betaald, de schuldeiser van de nv of bv
kan zich niet op de boot van de aandeelhouder verhalen. Die is niet rechtstreeks
verbonden voor de schulden van de onderneming. Dit is om ervoor te zorgen dat je alleen
aansprakelijk bent voor ondernemingsschuld als je rechtstreeks verbonden bent. Dit
, betekent ook dat commanditaire vennoot in een commanditaire vennootschap geen
ondernemer is, omdat hij ook niet aansprakelijk is. Hij kan hooguit zijn inleg kwijtraken.
Het woord rechtstreeks is belangrijk: als jij in gemeenschap van goederen bent getrouwd
met een ondernemer. En hij betaalt zijn schulden niet kan jij ook jouw boot kwijtraken, als
de boot onder de gemeenschap van goederen valt, dit is dan op basis van huwelijkse
goederen recht en dat is dan geen rechtstreeks verbondenheid.
Rechtstreeks wil zeggen puur op basis van het feit dat jij ondernemer bent die de
schulden heeft gemaakt.
Dus rechtsstreek verbonden:
• Civielrechtelijke toets
• Tegenover crediteuren aansprakelijk voor ondernemingsschulden
• Rechtstreeks, dus niet via huwelijksvermogensrecht
Categorie B ondernemer
• Art. 3.3 IB: Medegerechtigden tot het vermogen van een onderneming: wie zijn dit
dan?
• Niet zijnde ondernemers (want als je winst als ondernemer geniet dan val je onder
regiem van art. 3.2 IB) of aandeelhouders (dus niet alleen geniet aandeelouder geen
winst uit onderneming omdat hij geen ondernemer is omdat hij niet rechtstreeks is
verbonden voor verbintenissen van vennootschappen, en ook niet als medegerechtigde.
DUS Aandeelhouder geniet nooit louter op basis van zijn aandeelhouderschap wint uit
onderneming.
• Kenmerkend onderscheid t.o.v. ondernemers: niet rechtstreeks verbonden
Het enige verschil tussen medegerechtigde en ondernemer is dat je als medegerechtigde
niet rechtstreeks bent verbonden. En je bent geen aandeelhouder dus dan komt het terug
op commanditaire vennoot, dat is eigenlijk enige figuur die geen aandeelhouder is en ook
niet een aandeelhouder.
Commanditaire vennoot: stort betaald bedrag is vennootschap en dat bedrag kan hij
kwijtraken en niet meer. En zij kwalificeren als medegerechtigde. En uit die hoedanigheid
genieten zij winst uit onderneming.
Belang onderscheid ondernemers en medegerechtigden
Het maakt hele veel uit of je ondernemer bent of medegerechtigde,
onderscheidt is dus belangrijk.
• Ondernemersfaciliteiten
*er zijn bepaalde faciliteiten die alleen voor ondernemer gelden en niet voor
medegerechtigde.
hoe weet je dat: doordat het in het artikel staat. Als je in afdeling 3.2 moet je altijd heel
goed opletten of het geld voor belastingplichtige (dan zowel ondernemer als
medegerechtigden) of ondernemer.
dat kan je heel mooi zien in art. 3.41 IB (instrumentele functie).
art. 3.42 IB-ondernemer: dus alleen ondernemer. Geldt dus alleen binnen afdeling 3.2 IB!
* er zijn faciliteiten die alleen voor ondernemer gelden maar niet alle ondernemers.
vb zelfstandige aftrek, art. 3.76 IB. de zelfstandige aftrek geldt voor de ondermer.. en
moet aan uren criterium voldoen.
urencriterium italic art. 3.6 IB.
om zelfstandige aftrek te krijgen bepaalde uren waar aan je dus moet voldoen. ?
DUS als je in afdeling 3.2 zit moet je dus goed opletten voor wie de faciliteit geldt, heb ik
te maken met faciliteit die voor onderneming geldt of belastingplichten en als het voor
ondernemer geldt heb je te maken met ondernemer dan moet je kijken of ondernemer
ook aan uren criterium voldoet.
Voor we kijken naar winst uit onderneming kijken naar hoe de wet in elkaar zit.
1 Systematiek IB toegespitst op winst uit onderneming
1.Van wie wordt inkomstenbelasting geheven?
2.Waarover wordt geheven/ hoe bepaald
3. Wat is inkomen uit werk en woning?
4.Hoeveel wordt geheven?
5.In welke volgorde wordt geheven?
1. Van wie wordt inkomstenbelasting geheven?
Als we het hebben over winst uit onderneming, dan beginnen we allereerste het
vaststellen van het subject (wie is de belastingplichtige). Art. 1.1 IB gaat daar over en
geeft het antwoord.
Art. 1.1 IB: subject is een natuurlijk persoon. Maar dan zijn we er nog niet. Vervolgens art.
2.1 IB binnenlands/buitenlands belastingplichtige.
Nu heb je subject, allen natuurlijk persoon kan winst uit onderneming genieten.
Dus stappenplan subject winst uit onderneming
1. Art. 1.1 IB: natuurlijk persoon
2. Art. 2.1 IB: binnenlands- of buitenlandsbelastingplichtige.
Wint uit onderneming valt dus binnen IB art. 3.1 IB je gaat dus die vier vragen af en de
vraag over subject gebruik je dus dit stappenplan.
2. Waarover wordt geheven/ hoe bepaald
Dus de 2e vraag gaat over het object, waar over wordt geheven?
Bij welk artikel begin je dan? Hoofdstuk 2 want dat is het raamwerk.
Art. 2.3 IB: geeft aan dat we drie soorten inkomen hebben.
Vervolgens art. 2.4 IB: routewijzer artikel! Als jij wil weten over inkomen uit werk en
woning moet je naar h3. We willen weten wat winst uit onderneming is dus ga je naar h3.
Binnen hoofdstuk 3 art. 3.1 IB belangrijkste artikel. Em dat is richtingwijzer artikel!
art. 3.1 lid 2 geeft aan waar inkomen uit werk en wonen uit bestaat en waar het staat.
a. belastbaar winst uit onderneming. Afdeling 3.2 staat er precies onder. Daar gaat het
dus over wat belastbaar inkomen uit winst en onderneming.
wat is het tarief dat van toepassing is?
Art. 2.10 IB progressief tarief. Box 1
tot slot (vraag die je alleen in IB hebt) op welke volgorde wordt geheven
welke artikel en wat is sv hiervan?
- Art. 2.14 IB: datgene wat als eerst genoemd wordt onder dat regiem valt het. Het is dus
belangrijk, want als een vermogen/ inkomensbestanddeel uit winst uit onderneming valt
dan hoef je niet verder te kijken. Als inkomen. Vermogensbestanddeel iets onder winst
uit onderneming valt omdat het als allereerst wordt benoemd.
art. 2.14 IB dwingt je dus om volgorde aan te houden!
Nu gaan we eens verder kijken op die vragen, verder duiken in afdeling 3.2 duiken.
2 Wie geniet winst uit onderneming?
• art. 1.1 IB: natuurlijk persoon. Afdeling 3.2 geeft nadere specificering. Als je in die
afdeling kijkt zie je twee soorten genieters die winst uit onderneming genieten:
als je hiernaar kijkt moet je iets opvallen in de manier waarop dit artikel is ingetypt. Het
begrip ondernemer is italic. In IB betekent dat het begrip gedefinieerd is. Waar is dat
begrip gedefinieerd?
Art.
,Categorie A
• art 3.2: Ondernemer →
• art 3.4: voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks
wordt verbonden voor verbintenissen betreffende de onderneming
onderneming is hier niet schuingedrukt, dus geen definitie in wet, maar jurisprudentie.
Belangrijk om te weten wat de criteria zijn die uit jurisprudentie volgen voor
onderneming.
Onderneming
Jurisprudentie:
• Duurzame
• Organisatie van kapitaal en arbeid: kapitaal in fiscaal recht niet zelfde als spraak
gebruik: kapitaal meer economisch begrip: spullen waarmee je onderneming uitvoert.
Iets van spullen waarmee je onderneming drijft en arbeid.
• Met behulp waarvan door deelname aan het economisch verkeer: Als je huis van jouw
moeder schoonmaakt dan doe je dat binnen familiekring en niet economisch verkeer. Er
wordt feitelijk gekeken objectief dus!
• Wordt beoogd winst te behalen (subjectief beoogd & objectief te verwachten): ander
krijg je mensen met een hobby die dhu. Hobbykosten willen aftrekken (art. 3,2 onder d)
want dan kan je dat in mindering brengen van je loon. Een willekeurige derde moet naar
kijken en moet ernaar kijken moet kunnen zeggen ja met deze activiteit valt winst te
beogen.
Vaak bij kunstenaars als je prijs winst en aangesloten zit bij galerij dan kan worden
gezegd dat winst wordt beoogd. Maar iemand die 25 jaar bezig is en geen winst behaald
dan niet.
Het is niet relevant of je bent i geschreven in kvk, is civielrechtelijke vereiste. Als we te
veel civiele rechtelijke zou aantrekken, wordt het heel makkelijk om in te schrijven en je
bent ondernemen.
iemand die met koningsdag met kleedje verkoopt is geen ondernemer omdat hij het maar
een keer doet dus niet duurzaam.
Dit moet je niet alleen kennen maar ook kunnen toepassen.
als je een casus hebt de criteria toepassen en beoordelen of een persoon een
onderneming drijft/
waarbij zo lang het geen natuurlijk persoon is het niet iemand die winst uit onderneming
geniet want het is geen natuurlijke persoon.
er zijn ook vragen waarin ze aangeven pietje is IB ondernemen. Dan weetje je dus hij
voldoet al aan die criteria dan gaat vraag dus niet over criteria. Kwestie van goed lezen.
art. 3.4 IB gaf ook andere elementen wat belangrijk is om ondernemer te zijn:
Rechtstreeks verbonden is wel een civielrechtelijke toets.
Dat wil zeggen dat je tegen over de crediteuren aansprakelijk bent voor de
ondernemingsschuld. Als de onderneming de schuldeisers niet betaald, dat die
schuldeisers naar ondernemer kunne komen gaan en zeggen verkoop je boor. Als dat het
geval is, als schuldeisers verhaal kunnen halen bij natuurlijke persoon, dan ben je
rechtstreeks verbonden. Dit criterium betekent dat een aandeelhouder geen ondernemer
is, omdat in dat geval de nv/bv de schulden niet betaald, de schuldeiser van de nv of bv
kan zich niet op de boot van de aandeelhouder verhalen. Die is niet rechtstreeks
verbonden voor de schulden van de onderneming. Dit is om ervoor te zorgen dat je alleen
aansprakelijk bent voor ondernemingsschuld als je rechtstreeks verbonden bent. Dit
, betekent ook dat commanditaire vennoot in een commanditaire vennootschap geen
ondernemer is, omdat hij ook niet aansprakelijk is. Hij kan hooguit zijn inleg kwijtraken.
Het woord rechtstreeks is belangrijk: als jij in gemeenschap van goederen bent getrouwd
met een ondernemer. En hij betaalt zijn schulden niet kan jij ook jouw boot kwijtraken, als
de boot onder de gemeenschap van goederen valt, dit is dan op basis van huwelijkse
goederen recht en dat is dan geen rechtstreeks verbondenheid.
Rechtstreeks wil zeggen puur op basis van het feit dat jij ondernemer bent die de
schulden heeft gemaakt.
Dus rechtsstreek verbonden:
• Civielrechtelijke toets
• Tegenover crediteuren aansprakelijk voor ondernemingsschulden
• Rechtstreeks, dus niet via huwelijksvermogensrecht
Categorie B ondernemer
• Art. 3.3 IB: Medegerechtigden tot het vermogen van een onderneming: wie zijn dit
dan?
• Niet zijnde ondernemers (want als je winst als ondernemer geniet dan val je onder
regiem van art. 3.2 IB) of aandeelhouders (dus niet alleen geniet aandeelouder geen
winst uit onderneming omdat hij geen ondernemer is omdat hij niet rechtstreeks is
verbonden voor verbintenissen van vennootschappen, en ook niet als medegerechtigde.
DUS Aandeelhouder geniet nooit louter op basis van zijn aandeelhouderschap wint uit
onderneming.
• Kenmerkend onderscheid t.o.v. ondernemers: niet rechtstreeks verbonden
Het enige verschil tussen medegerechtigde en ondernemer is dat je als medegerechtigde
niet rechtstreeks bent verbonden. En je bent geen aandeelhouder dus dan komt het terug
op commanditaire vennoot, dat is eigenlijk enige figuur die geen aandeelhouder is en ook
niet een aandeelhouder.
Commanditaire vennoot: stort betaald bedrag is vennootschap en dat bedrag kan hij
kwijtraken en niet meer. En zij kwalificeren als medegerechtigde. En uit die hoedanigheid
genieten zij winst uit onderneming.
Belang onderscheid ondernemers en medegerechtigden
Het maakt hele veel uit of je ondernemer bent of medegerechtigde,
onderscheidt is dus belangrijk.
• Ondernemersfaciliteiten
*er zijn bepaalde faciliteiten die alleen voor ondernemer gelden en niet voor
medegerechtigde.
hoe weet je dat: doordat het in het artikel staat. Als je in afdeling 3.2 moet je altijd heel
goed opletten of het geld voor belastingplichtige (dan zowel ondernemer als
medegerechtigden) of ondernemer.
dat kan je heel mooi zien in art. 3.41 IB (instrumentele functie).
art. 3.42 IB-ondernemer: dus alleen ondernemer. Geldt dus alleen binnen afdeling 3.2 IB!
* er zijn faciliteiten die alleen voor ondernemer gelden maar niet alle ondernemers.
vb zelfstandige aftrek, art. 3.76 IB. de zelfstandige aftrek geldt voor de ondermer.. en
moet aan uren criterium voldoen.
urencriterium italic art. 3.6 IB.
om zelfstandige aftrek te krijgen bepaalde uren waar aan je dus moet voldoen. ?
DUS als je in afdeling 3.2 zit moet je dus goed opletten voor wie de faciliteit geldt, heb ik
te maken met faciliteit die voor onderneming geldt of belastingplichten en als het voor
ondernemer geldt heb je te maken met ondernemer dan moet je kijken of ondernemer
ook aan uren criterium voldoet.
