PLATENTEKTONIEK
PLATENTEKTONIEK
= overkoepelend theorie/model voor het verklaren van:
• oorsprong deformatiepatronen in de korst
• distributie aardbevingen
• continentale drift
o naar elkaar toe: duw-regime = compressief
o van elkaar weg: rek regime = extensief
o langs elkaar: breuk/scheurregime
• mid-oceanische gebergteketens
• afkoelingsmechanisme voor de aarde
➔ Buitenste laag van de aarde (lithosfeer) gedraagt zich als een sterke, rigide substantie dat zich
bovenop een zwakker gedeelte van de mantel (asthenosfeer) bevindt. De lithosfeer is opgebroken in
talrijke plaatsegmenten begrenst door oceaanruggen, subductiezones en transformbreuken die in
beweging zijn ten opzichte van elkaar en die continue van vorm en grootte wijzigen (momenteel 14
continentale platen)
➔ OPM: opp vd aarde blijft constant (oceanische platen verdwijnen trg nr de mantel via subductiezones)
SEAFLOOR SPREADING
= nieuwe lithosfeer w gevormd bij de oceaanruggen en beweegt weg van deze assen als op een soort
transportbandbeweging, telkens wanneer nieuwgevormde lithosfeer de gevormde breuken of riften opvult
➔ uniformitarisme
,Motor vd platentektoniek: rigde push slab pull
WILSON CYCLUS
= openen en sluiten ve oceanisch bekken
1. Rifting phase: Openbreken van een continent langs een riftsysteem
a. Tholeitisch magmatisme
2. Spreading phase: Openen van een oceanisch bekken met passieve continentale randen aan
beide zijden
a. Oudste sedimenten zijn continentale riftassemblages
b. Evolutie van riftbekken naar oceanisch bekken
3. Subduction phase: Nieuwe oceanische lithospheer denser (negatively buoyant): subductie
a. Kalkalkalisch magmatisme
4. Closing phase: bekken begint te sluiten
5. Collision phase: complete sluiting: continent-continent collisie: vervormingsgebergte
, discordantie: onderscheid tssn begin/einde van een wilson cyclus
DIVERGERENDE PLAATRANDEN = REK OP DE AARDKORST
• Verdunning van de aardkorst ➔ onder zeeniveau ➔ overstroming
• Inzakking van de aardkorst (= subsidentie)
accumulatie daarin van aangevoerde afbraakproducten
• Siliciklastische sedimentaire gesteentes
• Accumulatie daarin v. ter plaatse gevormde (bio)mineralen: en afbraak van die skeletten:
Organoklastische sedimentaire gesteenten
• Chemische precipitaten
• magmatische/vulkanische gesteenten
principes uit de geografie/geomorfologie:
Continentaal milieu Marien milieu
Dominant proces: erosie Dominant proces: accumulatie
afbraak van oppervlaktestenen (typisch sedimentatiebekkens
siliciklastisch) en naar de zee
getransporteerd (rivier, wind, gletsjers..)
CONVERGERENDE PLAATRANDEN = BOTSEN → VERVORMINGSGEBERGTE
Bij afname van duw-spanningen worden bergen sterk geërodeerd gedurende 35-100 Ma met vorming van
een peneplaine (= bijna volledig afgevlakt landschap)
• 2 gebertegvormingen (orogeneses) bij ons
o Caledonisch gebergteketen: onderste = oudste
o Variscische gebergtekete: bovenste = jongste
2 soorten gesteenten;
• sokkel: Gesteentes die afgezet zijn vóór de gebergtevormingen werden daarbij diep
begraven en vervormd. Ze zijn sterk verhard (door diagenese en/of metamorfisme)
• deklagen: Gesteenten die zijn afgezet maar daarna niet meer in een orogenese terecht kwamen
o minder diep begraven en minder/niet verhard of geplooid
, SUPERCONTINENT
CONTINENTALE DRIFT
Wegener: 1e om bestaan van supercontinenten te vermelden (= groot continent dat verschillende of alle
bestaande huidige continenten bevat)
Bewijs: nauw aansluitende hedendagse kustlijnen, stratigrafie, fossielassemblages, paleo-
klimatologische data, piercing point
Duidelijk geologisch verschijnsel (breuk of terrane) dat een scherpe hoek maakt met een opende
continentale rand ➔ continuatie vh continentaal fragment
RODINIA
• Gevormd rond 1300-1000 Ma
• Gefragmenteerd rond 750-600 Ma
PANGEA
• Gevormd tussen 450-320 Ma
• Fragmentatie rond ~ 160 Ma
GEOLOGISCHE TIJDSSCHAAL
STRATIGRAFIE
• Uniformitarisme: “the present is the key to the past”
• Nicolas Steno: superpositie, oorspronkelijke horizontaliteit, laterale continuïteit, doorsnijdende
relaties
• Chronostratigrafische tabel: Let erop dat op oude Vlaamse kaarten de grenzen/namen niet
altijd corresponderen met de internationale grenzen