Zorg voor oudere volwassenen –
TBL 1
- Active ageing: actief ouder worden
- Vrijheidsbeperkende maatregelen
- Technologie in de zorg voor ouderen: kansen en uitdagingen
1. Active ageing: actief ouder worden
1.1 Inleiding
Active ageing
= mensen gezond blijven en actief mee kunnen doen met de samenleving,
ongeacht hun leeftijd
- Dit omvat dat activiteit, gezondheid, zelfstandigheid en productiviteit van
ouderen
- Deze ontwikkeling komt vanuit het multidimensionale concept
Onderzoek naar active ageing
= richt zich op verschillende aspecten van ouder worden, zoals de genetica en
fysiologie, maar ook sociaaleconomische aspecten en het milieu
- Heeft te maken op de leefstijl van ouderen
o “Hoe kan een mens zo vitaal en zo gezond mogelijk ouder worden?”
- Nature en nurture spelen beide een rol hierin
o = natuurlijke aanleg en opvoeding
Definities
Active ageing
= het proces van optimaliseren van gezondheid, participatie, veiligheid en
mogelijkheden om de levenskwaliteit van ouderen te verhogen
Healty ageing
= een complex aanpassingsproces gerelateerd aan de fysieke en psychosociale
veranderingen van ouder worden
- De ouder die gezond ouder wordt, blijft langer vrij van ziekten en
aandoeningen en kan een zelfstandig leven leiden doordat hij voor de ADL
en IADL niet afhankelijk is van zorgverlening
Succesful ageing
= richt zich niet enkel op het behalen van betere fysieke en cognitieve
gezondheidskenmerken, maar ook op het actief in het leven staan van ouderen
,Productive ageing
= staat boven het fysieke en functionele aspect van ouder worden en richt zich
op de capaciteit van ouderen om een zinvol leven te leiden en een blijvende
sociaaleconomische bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij
- Dit proces betreft niet alleen externe factoren
o Zoals kunnen blijven werken
- Dit proces betreft ook interne factoren
o Zoals de affectieve effecten van productief zijn op het welzijn
VRAAG: geef de verschillende aspecten van ‘active ageing’ weer
- Activiteit, gezondheid, zelfstandigheid en productiviteit van ouderen
- Genetica en fysiologie, sociaaleconomische aspecten en het milieu
- Active ageing, healty ageing, succesful ageing en productive ageing
1.2 Context
Inactiviteit
= dagelijks minder dan 30min matig intensief lichamelijk actief zijn
- Dit leidt wereldwijd tot veel chronische ziekten en een hoge morbiditeit
Activiteit
= omvat psychosociale en intellectuele functies, waarbij deze functies met elkaar
verbonden zijn
- Activiteit is niet alleen de lichamelijke functiemogelijkheden waarbij
inactiviteit gelijkgesteld wordt aan een gebrek aan bewegen
o Bewegen is een belangrijk aspect dat invloed heeft op de
mogelijkheid tot actief leven
Regelmatige fysieke activiteit (FA)
= zorgt voor aanzienlijke aan gezondheid gerelateerde voordelen in alle
leeftijdscategorieën
- De noodzaak voor FA daalt niet met het ouder worden
- Er bestaat meer wetenschappelijk bewijs dat FA zorgt dat ouderen langer
zelfstandig kunnen wonen
o Dit zorgt ervoor dat de cognitieve capaciteit langer in stand blijft +
de levenskwaliteit van de ouderen verbeterd
Sedentair gedrag
= gedrag met een laag energieverbruik, zoals televisiekijken, computeren etc.
- Geredeneerd vanuit het fysiek menselijk functioneren zal inactiviteit leiden
tot sedentair gedrag
- Sedentair gedrag en lichamelijke inactiviteit zijn 2 verschillende
gedragingen met verschillende determinanten
- Wie voldoende lichamelijk actief is volgens de beweegnormen kan toch
veel sedentair gedrag vertonen
,Kenmerken sedentair gedrag
- Lange uren achtereen zitten en een laag energieverbruik
Besluit sedentair gedrag
= voldoen aan de beweegnormen is niet genoeg om problemen ten gevolge van
inactiviteit te voorkomen als de rest van de tijd sedentair gebracht wordt
VRAAG: wat is het verschil tussen sedentair gedrag en lichamelijke
inactiviteit?
- Lichamelijke inactiviteit
o = dagelijks minder dan 30min matig tot intensief lichamelijk actief
zijn
- Sedentair gedrag
o = gedrag met een laag energieverbruik zoals televisiekijken
1.3 Prevalentie
De beweegnormen voor 65+ volgens het NISB
= Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
- NNGB
- Fitnorm
- Combinorm
- Krachtnorm
NNGB (=Nederlandse Norm Gezond Bewegen)
= een halfuur matig intensief lichamelijk actief op min. 5 dagen van de week
- Dit is gericht op het onderhouden van de gezondheid
- Deze norm definieert een min. Niveau van bewegen dat nodig is om
gezondheidswinst te behalen
Fitnorm
= 3x/week 20min zwaar intensief lichamelijk actief
- Dit geeft aan welk niveau gewenst is om de cardiovasculaire conditie op
peil te houden
Combinorm
= NNGB + fitnorm
- Dit is de optelsom van de fitnorm en de NNGB
- Iemand voldoet aan de combinorm wanneer hij aan ten minste één van
beide normen voldoet
Krachtnorm
= min. 2x/week krachtoefeningen
De NISB noemt de volgende gegevens over de activiteit in
verzorgings- en verpleeghuizen
- Verzorgingshuizen
o = driekwart van de bewoners voldoet niet aan de NNGB
, - Verpleeghuizen
o = negen van de tien bewoners voldoen niet aan de NNGB
VRAAG: wat zijn de bewegingsnormen voor 65+?
- NNGB halfuur matig intensief lichamelijke activiteit
- Fitnorm min. 3 maal per week 20min zwaar intensief lichamelijke
activiteit
- Combinorm NNGB + Fitnorm
- Krachtnorm tweemaal per week krachttraining
VRAAG: op wat zijn deze bewegingsnormen gericht?
- NNGB bewegingsniveau dat nodig is om gezondheidswinst te bekomen
- Fitnorm het niveau dat gewenst is om de cardiovasculaire conditie op
peil te houden
1.4 Risico’s van inactiviteit
- Ouderdom lijkt gepaard te gaan met toenemende inactiviteit
- Het verhogen van de pensioenleeftijd leidt tot publieke debat en heftige
discussies
- Het recht om met 65 jaar te mogen stoppen met werken is geankers
- Stoppen met werken wordt geassocieerd met ‘rustig aan doen’
Clichébeelden in de media
- Er zijn uitzonderlijke actieve ouderen die een marathon lopen
- Ondanks dit aantrekkelijke toekomstbeeld groeit de groep inactieve
mensen
o De grootste groep hiervan zijn de ouderen
De consequenties van inactiviteit
= specifiek kijken naar sedentair gedrag op de mentale en lichamelijke
gezondheid
- Verhoogd risico op chronische ziekten
o Bv. diabetes type 2, cardiovasculaire aandoeningen, kanker,
depressie en dementie
Gevolgen sedentair gedrag
- Verlies van kracht, spiermassa, flexibiliteit, evenwicht en reflexen
- Dit verhoogt op zijn beurt het risico op ziekte en ongevallen aanzienlijk
Indirect zorgt inactiviteit voor:
- Verlies van mentale functies
o Zoals snelheid van denken, het toepassen van coping strategieën en
ziekte-inzicht
- Deze mentale menselijke functies hebben een invloed op bewegen,
mobiliseren en het kunnen uitvoeren van dagelijkste routinehandelingen
Ouderen zijn van dit alles een groot slachtoffer
= een chronische ziekte zorgt voor een beperking in activiteiten,
inactiviteit zorgt voor sedentair gedrag en sedentair gedrag verhoogt het
TBL 1
- Active ageing: actief ouder worden
- Vrijheidsbeperkende maatregelen
- Technologie in de zorg voor ouderen: kansen en uitdagingen
1. Active ageing: actief ouder worden
1.1 Inleiding
Active ageing
= mensen gezond blijven en actief mee kunnen doen met de samenleving,
ongeacht hun leeftijd
- Dit omvat dat activiteit, gezondheid, zelfstandigheid en productiviteit van
ouderen
- Deze ontwikkeling komt vanuit het multidimensionale concept
Onderzoek naar active ageing
= richt zich op verschillende aspecten van ouder worden, zoals de genetica en
fysiologie, maar ook sociaaleconomische aspecten en het milieu
- Heeft te maken op de leefstijl van ouderen
o “Hoe kan een mens zo vitaal en zo gezond mogelijk ouder worden?”
- Nature en nurture spelen beide een rol hierin
o = natuurlijke aanleg en opvoeding
Definities
Active ageing
= het proces van optimaliseren van gezondheid, participatie, veiligheid en
mogelijkheden om de levenskwaliteit van ouderen te verhogen
Healty ageing
= een complex aanpassingsproces gerelateerd aan de fysieke en psychosociale
veranderingen van ouder worden
- De ouder die gezond ouder wordt, blijft langer vrij van ziekten en
aandoeningen en kan een zelfstandig leven leiden doordat hij voor de ADL
en IADL niet afhankelijk is van zorgverlening
Succesful ageing
= richt zich niet enkel op het behalen van betere fysieke en cognitieve
gezondheidskenmerken, maar ook op het actief in het leven staan van ouderen
,Productive ageing
= staat boven het fysieke en functionele aspect van ouder worden en richt zich
op de capaciteit van ouderen om een zinvol leven te leiden en een blijvende
sociaaleconomische bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij
- Dit proces betreft niet alleen externe factoren
o Zoals kunnen blijven werken
- Dit proces betreft ook interne factoren
o Zoals de affectieve effecten van productief zijn op het welzijn
VRAAG: geef de verschillende aspecten van ‘active ageing’ weer
- Activiteit, gezondheid, zelfstandigheid en productiviteit van ouderen
- Genetica en fysiologie, sociaaleconomische aspecten en het milieu
- Active ageing, healty ageing, succesful ageing en productive ageing
1.2 Context
Inactiviteit
= dagelijks minder dan 30min matig intensief lichamelijk actief zijn
- Dit leidt wereldwijd tot veel chronische ziekten en een hoge morbiditeit
Activiteit
= omvat psychosociale en intellectuele functies, waarbij deze functies met elkaar
verbonden zijn
- Activiteit is niet alleen de lichamelijke functiemogelijkheden waarbij
inactiviteit gelijkgesteld wordt aan een gebrek aan bewegen
o Bewegen is een belangrijk aspect dat invloed heeft op de
mogelijkheid tot actief leven
Regelmatige fysieke activiteit (FA)
= zorgt voor aanzienlijke aan gezondheid gerelateerde voordelen in alle
leeftijdscategorieën
- De noodzaak voor FA daalt niet met het ouder worden
- Er bestaat meer wetenschappelijk bewijs dat FA zorgt dat ouderen langer
zelfstandig kunnen wonen
o Dit zorgt ervoor dat de cognitieve capaciteit langer in stand blijft +
de levenskwaliteit van de ouderen verbeterd
Sedentair gedrag
= gedrag met een laag energieverbruik, zoals televisiekijken, computeren etc.
- Geredeneerd vanuit het fysiek menselijk functioneren zal inactiviteit leiden
tot sedentair gedrag
- Sedentair gedrag en lichamelijke inactiviteit zijn 2 verschillende
gedragingen met verschillende determinanten
- Wie voldoende lichamelijk actief is volgens de beweegnormen kan toch
veel sedentair gedrag vertonen
,Kenmerken sedentair gedrag
- Lange uren achtereen zitten en een laag energieverbruik
Besluit sedentair gedrag
= voldoen aan de beweegnormen is niet genoeg om problemen ten gevolge van
inactiviteit te voorkomen als de rest van de tijd sedentair gebracht wordt
VRAAG: wat is het verschil tussen sedentair gedrag en lichamelijke
inactiviteit?
- Lichamelijke inactiviteit
o = dagelijks minder dan 30min matig tot intensief lichamelijk actief
zijn
- Sedentair gedrag
o = gedrag met een laag energieverbruik zoals televisiekijken
1.3 Prevalentie
De beweegnormen voor 65+ volgens het NISB
= Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
- NNGB
- Fitnorm
- Combinorm
- Krachtnorm
NNGB (=Nederlandse Norm Gezond Bewegen)
= een halfuur matig intensief lichamelijk actief op min. 5 dagen van de week
- Dit is gericht op het onderhouden van de gezondheid
- Deze norm definieert een min. Niveau van bewegen dat nodig is om
gezondheidswinst te behalen
Fitnorm
= 3x/week 20min zwaar intensief lichamelijk actief
- Dit geeft aan welk niveau gewenst is om de cardiovasculaire conditie op
peil te houden
Combinorm
= NNGB + fitnorm
- Dit is de optelsom van de fitnorm en de NNGB
- Iemand voldoet aan de combinorm wanneer hij aan ten minste één van
beide normen voldoet
Krachtnorm
= min. 2x/week krachtoefeningen
De NISB noemt de volgende gegevens over de activiteit in
verzorgings- en verpleeghuizen
- Verzorgingshuizen
o = driekwart van de bewoners voldoet niet aan de NNGB
, - Verpleeghuizen
o = negen van de tien bewoners voldoen niet aan de NNGB
VRAAG: wat zijn de bewegingsnormen voor 65+?
- NNGB halfuur matig intensief lichamelijke activiteit
- Fitnorm min. 3 maal per week 20min zwaar intensief lichamelijke
activiteit
- Combinorm NNGB + Fitnorm
- Krachtnorm tweemaal per week krachttraining
VRAAG: op wat zijn deze bewegingsnormen gericht?
- NNGB bewegingsniveau dat nodig is om gezondheidswinst te bekomen
- Fitnorm het niveau dat gewenst is om de cardiovasculaire conditie op
peil te houden
1.4 Risico’s van inactiviteit
- Ouderdom lijkt gepaard te gaan met toenemende inactiviteit
- Het verhogen van de pensioenleeftijd leidt tot publieke debat en heftige
discussies
- Het recht om met 65 jaar te mogen stoppen met werken is geankers
- Stoppen met werken wordt geassocieerd met ‘rustig aan doen’
Clichébeelden in de media
- Er zijn uitzonderlijke actieve ouderen die een marathon lopen
- Ondanks dit aantrekkelijke toekomstbeeld groeit de groep inactieve
mensen
o De grootste groep hiervan zijn de ouderen
De consequenties van inactiviteit
= specifiek kijken naar sedentair gedrag op de mentale en lichamelijke
gezondheid
- Verhoogd risico op chronische ziekten
o Bv. diabetes type 2, cardiovasculaire aandoeningen, kanker,
depressie en dementie
Gevolgen sedentair gedrag
- Verlies van kracht, spiermassa, flexibiliteit, evenwicht en reflexen
- Dit verhoogt op zijn beurt het risico op ziekte en ongevallen aanzienlijk
Indirect zorgt inactiviteit voor:
- Verlies van mentale functies
o Zoals snelheid van denken, het toepassen van coping strategieën en
ziekte-inzicht
- Deze mentale menselijke functies hebben een invloed op bewegen,
mobiliseren en het kunnen uitvoeren van dagelijkste routinehandelingen
Ouderen zijn van dit alles een groot slachtoffer
= een chronische ziekte zorgt voor een beperking in activiteiten,
inactiviteit zorgt voor sedentair gedrag en sedentair gedrag verhoogt het