Afbeeldingen en documenten – geschiedenis van België
Hoofdstuk 1: België avant la lettre
Prent 1: West-Europa na de dood van Karel de Grote in 814
Na de dood
van Karel de
Grote in 814
ging het rijk
over naar zijn
enige zoon,
Lodewijk de
Vrome. Toen
die in 840
stierf,
verdeelden
zijn drie
overgebleven zonen het rijk onder elkaar.
- Karel de Kale → West-Frankisch Rijk
- Lotharius → Midden-Frankisch Rijk
- Lodewijk de Duitser → Oost-Frankisch
Rijk
-
Prent 2: Charles V en de feodale
ceremonie
De Franse koning Charles V neemt in een
typische feodale ceremonie de eed van trouw van
een leenman af.
,Prent 3: band tussen religie en staat
De band tussen religie en staat kwam sterk naar voren
tijdens de kroning van vorsten, zoals hier bij de Franse
koning Charles V. De plechtigheid vond plaats in de
kathedraal van Reims en de plaatselijke aartsbisschop
zalfde de nieuwe koning, omgeven door andere clerici en
leenmannen die trouw zwoeren aan de nieuwe vorst.
Vandaag vinden we ook in België ook nog sporen van dit
verleden, onder meer in het Te Deum, de kerkelijke
plechtigheid op de nationale feestdag.
Prent 4: miniatuur uit le livres des
bonnes mœurs
Deze miniatuur geeft een interessante kijk
op de standenmaatschappij. Centraal zit
Le Grand, die de traditionele standen
onderricht. Tegelijk toont hij dat hij oog
heeft voor de evoluties binnen in die
standenmaatschappij: hij maakt in de
derde stand een duidelijk onderscheid
tussen de ‘estat de povréte’, de werklui en
landbouwers en het stedelijke patriciaat.
,Prent 5: Graafschappen na het verdrag van Verdun (België)
In de periode van de
feodaliteit tekende zich een
complex politiek landschap
af. De twee grote rijken,
Frankrijk in het westen en het
HRR in het oosten,
bestonden uit een complex
geheel van deelgebieden die
door leenmannen werden
bestuurd.
Prent 6: de uitbouw van het
Bourgondische Rijk, 1364-
1477
Filips de stoute: jonge zoon van de
Franse koning, hertog van
Bourgondië, Graaf van Vlaanderen,
hertog van Tourraine
Jan zonder Vrees: graaf van Nevers,
hertog van Bourgondië, Graaf van
Vlaanderen, Graaf van Artesië
Filips de Goede: Hertog van
Bourgondië, Luxemburg, Brabant,
Limburg, Lotharingen, Graaf van
Vlaanderen, Artesië en Franché-
comte, Graaf van Holland, Zeeland
en Henegouwen en Markgraaf van
Namen.
Karel de Stoute: Hertog van
Bourgondië, Brabant, Limburg en
Luxemburg, Graaf van Holland,
Zeeland, Henegouwen, Vlaanderen,
Artesië, Namen en Franche-comté,
Hertog van Gelre, graaf van Zutphen.
, Prent 7: Leo Belgicus
Vanaf de tweede helft van de 16de eeuw verschijnt er met
de regelmaat van de klok een kaart die de Nederlanden
voorstelt als leeuw.
De Oostenrijkse (en dus Habsburgse) cartograaf Michael
Aitzinger tekende het eerste exemplaar in 1583, terwijl hij
in de Nederlanden woonde en werkte. De associatie
tussen de Nederlanden en en een leeuw was niet zo
vreemd. Het dier dook op in vele verschillende
wapenschilden van de verschillende vorstendommen,
maar was evenzeer een symbool van eenmaking die
kracht brengt.
Even interessant is de term ‘Belgisch’: die opduikt in de
Latijnse titel Leo Belgicus. De kaartenmaker verbond die
term duidelijk aan het geheel van de Nederlanden en dus
niet alleen aan de gewesten die het latere België zouden
vormen. Het Latijnse begrip Belgium was op dat moment
de gangbare vertaling van ‘Lage landen’ of ‘Nederlanden’.
Dat is te wijten aan de humanisten uit die tijd, die
teruggrepen naar het klassieke Latijn en terechtkwamen
bij Caesars woordkeuze. Dat blijkt uit het cartografisch
vervolg van de geschiedenis: er bestaan kaarten van de
onafhankelijke Noordelijke Nederlanden met als titel
‘Belgium Foederatum’.
Hoofdstuk 1: België avant la lettre
Prent 1: West-Europa na de dood van Karel de Grote in 814
Na de dood
van Karel de
Grote in 814
ging het rijk
over naar zijn
enige zoon,
Lodewijk de
Vrome. Toen
die in 840
stierf,
verdeelden
zijn drie
overgebleven zonen het rijk onder elkaar.
- Karel de Kale → West-Frankisch Rijk
- Lotharius → Midden-Frankisch Rijk
- Lodewijk de Duitser → Oost-Frankisch
Rijk
-
Prent 2: Charles V en de feodale
ceremonie
De Franse koning Charles V neemt in een
typische feodale ceremonie de eed van trouw van
een leenman af.
,Prent 3: band tussen religie en staat
De band tussen religie en staat kwam sterk naar voren
tijdens de kroning van vorsten, zoals hier bij de Franse
koning Charles V. De plechtigheid vond plaats in de
kathedraal van Reims en de plaatselijke aartsbisschop
zalfde de nieuwe koning, omgeven door andere clerici en
leenmannen die trouw zwoeren aan de nieuwe vorst.
Vandaag vinden we ook in België ook nog sporen van dit
verleden, onder meer in het Te Deum, de kerkelijke
plechtigheid op de nationale feestdag.
Prent 4: miniatuur uit le livres des
bonnes mœurs
Deze miniatuur geeft een interessante kijk
op de standenmaatschappij. Centraal zit
Le Grand, die de traditionele standen
onderricht. Tegelijk toont hij dat hij oog
heeft voor de evoluties binnen in die
standenmaatschappij: hij maakt in de
derde stand een duidelijk onderscheid
tussen de ‘estat de povréte’, de werklui en
landbouwers en het stedelijke patriciaat.
,Prent 5: Graafschappen na het verdrag van Verdun (België)
In de periode van de
feodaliteit tekende zich een
complex politiek landschap
af. De twee grote rijken,
Frankrijk in het westen en het
HRR in het oosten,
bestonden uit een complex
geheel van deelgebieden die
door leenmannen werden
bestuurd.
Prent 6: de uitbouw van het
Bourgondische Rijk, 1364-
1477
Filips de stoute: jonge zoon van de
Franse koning, hertog van
Bourgondië, Graaf van Vlaanderen,
hertog van Tourraine
Jan zonder Vrees: graaf van Nevers,
hertog van Bourgondië, Graaf van
Vlaanderen, Graaf van Artesië
Filips de Goede: Hertog van
Bourgondië, Luxemburg, Brabant,
Limburg, Lotharingen, Graaf van
Vlaanderen, Artesië en Franché-
comte, Graaf van Holland, Zeeland
en Henegouwen en Markgraaf van
Namen.
Karel de Stoute: Hertog van
Bourgondië, Brabant, Limburg en
Luxemburg, Graaf van Holland,
Zeeland, Henegouwen, Vlaanderen,
Artesië, Namen en Franche-comté,
Hertog van Gelre, graaf van Zutphen.
, Prent 7: Leo Belgicus
Vanaf de tweede helft van de 16de eeuw verschijnt er met
de regelmaat van de klok een kaart die de Nederlanden
voorstelt als leeuw.
De Oostenrijkse (en dus Habsburgse) cartograaf Michael
Aitzinger tekende het eerste exemplaar in 1583, terwijl hij
in de Nederlanden woonde en werkte. De associatie
tussen de Nederlanden en en een leeuw was niet zo
vreemd. Het dier dook op in vele verschillende
wapenschilden van de verschillende vorstendommen,
maar was evenzeer een symbool van eenmaking die
kracht brengt.
Even interessant is de term ‘Belgisch’: die opduikt in de
Latijnse titel Leo Belgicus. De kaartenmaker verbond die
term duidelijk aan het geheel van de Nederlanden en dus
niet alleen aan de gewesten die het latere België zouden
vormen. Het Latijnse begrip Belgium was op dat moment
de gangbare vertaling van ‘Lage landen’ of ‘Nederlanden’.
Dat is te wijten aan de humanisten uit die tijd, die
teruggrepen naar het klassieke Latijn en terechtkwamen
bij Caesars woordkeuze. Dat blijkt uit het cartografisch
vervolg van de geschiedenis: er bestaan kaarten van de
onafhankelijke Noordelijke Nederlanden met als titel
‘Belgium Foederatum’.