OEFENINGEN FYSICA
Prof. Dr. A. Baeyens
1° BACHELOR BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN
Academiejaar 2018-2019
REEKS 2A – KINEMATICA
1) De statische wrijvingscoëfficiënt voor harde rubber op beton is µs=0,8. Wat is de
maximale helling van een baan zodat een auto met rubberen banden kan stilstaan
zonder te glijden?
2) Een auto rijdt door een bocht met helling θ en een straal 65,00 m. De auto kan de
bocht zonder wrijving nemen aan 60,00 km/h zonder te slippen. Hoe groot moet de
statische wrijvingscoëfficiënt zijn als een auto die rijdt aan 90,00 km/h niet mag
slippen?
3) Een skiër met een massa van 75 kg heeft een snelheid van 5 m/s bovenaan een
helling van 28°. Nadat hij de 110 m lange helling (met kinetische wrijvingscoëfficiënt
µk=0,18) afgegleden is, heeft de skiër een snelheid v bereikt. Vervolgens glijdt de
skiër verder over een vlakke piste (µk=0,15) en komt na x m tot stilstand.
a. Bepaal de versnelling van de skiër op de helling en op het vlakke deel van de
piste.
b. Gebruik deze versnellingen om x te bepalen.
4) Een helikopter, met een massa van 7650 kg, versnelt opwaarts met een versnelling
van 0,80 m/s2 terwijl hij een massa van 1250 kg omhoogtrekt.
a. Hoeveel bedraagt de opwaartse kracht uitgeoefend door de lucht op de
schroefbladen van de helikopter?
b. Bereken de kracht die de kabel op de helikopter uitoefent.
Prof. Dr. A. Baeyens
1° BACHELOR BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN
Academiejaar 2018-2019
REEKS 2A – KINEMATICA
1) De statische wrijvingscoëfficiënt voor harde rubber op beton is µs=0,8. Wat is de
maximale helling van een baan zodat een auto met rubberen banden kan stilstaan
zonder te glijden?
2) Een auto rijdt door een bocht met helling θ en een straal 65,00 m. De auto kan de
bocht zonder wrijving nemen aan 60,00 km/h zonder te slippen. Hoe groot moet de
statische wrijvingscoëfficiënt zijn als een auto die rijdt aan 90,00 km/h niet mag
slippen?
3) Een skiër met een massa van 75 kg heeft een snelheid van 5 m/s bovenaan een
helling van 28°. Nadat hij de 110 m lange helling (met kinetische wrijvingscoëfficiënt
µk=0,18) afgegleden is, heeft de skiër een snelheid v bereikt. Vervolgens glijdt de
skiër verder over een vlakke piste (µk=0,15) en komt na x m tot stilstand.
a. Bepaal de versnelling van de skiër op de helling en op het vlakke deel van de
piste.
b. Gebruik deze versnellingen om x te bepalen.
4) Een helikopter, met een massa van 7650 kg, versnelt opwaarts met een versnelling
van 0,80 m/s2 terwijl hij een massa van 1250 kg omhoogtrekt.
a. Hoeveel bedraagt de opwaartse kracht uitgeoefend door de lucht op de
schroefbladen van de helikopter?
b. Bereken de kracht die de kabel op de helikopter uitoefent.
