Brand en Explosie
Hoofdstuk 1 (introductie)
1. Definitie brand
Brand of verbranding is een oxidatiereactie waarbij een brandbaar product zich verbindt met
zuurstof onder afgifte van warmte en vorming van oxiden.
2. Vuurdriehoek
Zuurstof: lucht (weegt 28,8gram/mol) bestaat uit 21% zuurstof en 78 % stikstof.
Warmte: energie (lucifer en batterij)
Brandstof: olie, hout, papier
1 VAN DEZE ELEMENTEN NIET AANWEZIG? = GEEN BRAND
3. Brandbare stoffen kunnen opgedeeld worden in:
1. Vaste stoffen
Een vaste stof op zich brand niet. Alleen de gassen die ontstaan uit de vaste stof. Pyrolyse =
ontleding met vuur (vb; kleine steekvlammetjes
2. Vloeistoffen
Alleen de dampen die ontstaan branden, hiervoor is energie nodig.
3. Gassen
Branden goed! Aanwezigheid van zuurstof en energie is voldoende.
4. Vuurvijfhoek
Naast de drie factoren (zuurstof, warmte en energie) zijn er nog twee andere die het proces sterk
kunnen beïnvloeden zowel positief als negatief.
4. Mengverhouding
-Verhouding van brandstof en zuurstof moet optimaal zijn (verbranding geeft het meeste energie
en minste vervuiling)
-Houtblok vs houtkrulletjes
5. Katalysator
Definitie: is een stof die een scheikundige reactie beïnvloed zonder zelf veranderingen te
ondergaan.
Pos-katalysator: versnelt het proces (vb; sigarenas)
Neg-katalysator of inhibitor: remmen de brand (vb; bluspoeder)
,5. Verloop van brand in fases
Fase 1 = ontwikkelingsfase
Smeulen (te weinig O2 om brand te laten oplaaien) gepaard met veel rook (vb; sigaret in
papiermand)
Fase 2 = brandfase
Ontstaan van vuur met vlammen gevolgd door ‘backdraft’ of ‘flashover’
Backdraft (toevoeging zuurstof)
Treedt op als rookgassen bij voldoende hoge temp een plotse zuurstoftoevoer krijgen waarbij de
gassen kunnen ontvlammen. (beginfase onvoldoende zuurstof om de rookgassen te ontsteken)
Flashover (voortdurende opbouw van temp)
Zelfontbranding van de rookgassen die op voldoende hoge temperatuur (700-800) zijn gekomen.
(beginfase voldoende zuurstof maar temp te laag om de rookgassen te ontsteken)
Fase 3 = doof fase
Dooft uiteindelijk omdat de brandstof of zuurstof op is.
6. Schematische voorstelling verloop van brand (periodes)
, 7. Definitie explosie
Een explosie is een plotselinge, heftige vrijzetting van energie die gepaard gaat met de opbouw van
drukgolven .
8. De drie types explosies
1. Fysische explosies
Voorbeeld:
begeven van een drukvat
Oververhitte vloeistof
Thermische (2 vloeistoffen met verschillende kooktemp in contact brengen met elkaar)
BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion)
2. Chemische explosies
Voorbeeld: Stof en gas
3. Nucleaire explosies
9. Het verschil tussen deflagratie en detonatie
Deflagratie = voorplantingssnelheid van de vlammen < geluidssnelheid.
Detonatie = voortplantingssnelheid van de vlammen = geluidssnelheid. (meestal met
schokgolf)
10. BLEVE
= Boiling Liquid Epanding Vapour Explosion
Dit is een explosie ten gevolge van uitzettende dampen afkomstig van kokende vloeistoffen.
4 Voorwaarde:
Stof aanwezig in vloeibare vorm.
Vloeistof moet zich in een geslote vat bevinden.
Vloeistof moet op een temp zijn hoger dan zijn kookpunt bij een druk van 1 bar op het
moment dat het vat zich begeeft.
Het vat moet op één of andere manier begeven.
Verloop van BLEVE:
1. Vat dat blootgesteld staat aan abnormale opwarming.
2. Breuk van het vat.
3. Plotse uitzetting ban de vloeistof ingevolge de ogenblikkelijke verdamping.
4. Ontvlamming van het gas/luchtmengsel indien het een brandbare stof betreft.
Hoofdstuk 1 (introductie)
1. Definitie brand
Brand of verbranding is een oxidatiereactie waarbij een brandbaar product zich verbindt met
zuurstof onder afgifte van warmte en vorming van oxiden.
2. Vuurdriehoek
Zuurstof: lucht (weegt 28,8gram/mol) bestaat uit 21% zuurstof en 78 % stikstof.
Warmte: energie (lucifer en batterij)
Brandstof: olie, hout, papier
1 VAN DEZE ELEMENTEN NIET AANWEZIG? = GEEN BRAND
3. Brandbare stoffen kunnen opgedeeld worden in:
1. Vaste stoffen
Een vaste stof op zich brand niet. Alleen de gassen die ontstaan uit de vaste stof. Pyrolyse =
ontleding met vuur (vb; kleine steekvlammetjes
2. Vloeistoffen
Alleen de dampen die ontstaan branden, hiervoor is energie nodig.
3. Gassen
Branden goed! Aanwezigheid van zuurstof en energie is voldoende.
4. Vuurvijfhoek
Naast de drie factoren (zuurstof, warmte en energie) zijn er nog twee andere die het proces sterk
kunnen beïnvloeden zowel positief als negatief.
4. Mengverhouding
-Verhouding van brandstof en zuurstof moet optimaal zijn (verbranding geeft het meeste energie
en minste vervuiling)
-Houtblok vs houtkrulletjes
5. Katalysator
Definitie: is een stof die een scheikundige reactie beïnvloed zonder zelf veranderingen te
ondergaan.
Pos-katalysator: versnelt het proces (vb; sigarenas)
Neg-katalysator of inhibitor: remmen de brand (vb; bluspoeder)
,5. Verloop van brand in fases
Fase 1 = ontwikkelingsfase
Smeulen (te weinig O2 om brand te laten oplaaien) gepaard met veel rook (vb; sigaret in
papiermand)
Fase 2 = brandfase
Ontstaan van vuur met vlammen gevolgd door ‘backdraft’ of ‘flashover’
Backdraft (toevoeging zuurstof)
Treedt op als rookgassen bij voldoende hoge temp een plotse zuurstoftoevoer krijgen waarbij de
gassen kunnen ontvlammen. (beginfase onvoldoende zuurstof om de rookgassen te ontsteken)
Flashover (voortdurende opbouw van temp)
Zelfontbranding van de rookgassen die op voldoende hoge temperatuur (700-800) zijn gekomen.
(beginfase voldoende zuurstof maar temp te laag om de rookgassen te ontsteken)
Fase 3 = doof fase
Dooft uiteindelijk omdat de brandstof of zuurstof op is.
6. Schematische voorstelling verloop van brand (periodes)
, 7. Definitie explosie
Een explosie is een plotselinge, heftige vrijzetting van energie die gepaard gaat met de opbouw van
drukgolven .
8. De drie types explosies
1. Fysische explosies
Voorbeeld:
begeven van een drukvat
Oververhitte vloeistof
Thermische (2 vloeistoffen met verschillende kooktemp in contact brengen met elkaar)
BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion)
2. Chemische explosies
Voorbeeld: Stof en gas
3. Nucleaire explosies
9. Het verschil tussen deflagratie en detonatie
Deflagratie = voorplantingssnelheid van de vlammen < geluidssnelheid.
Detonatie = voortplantingssnelheid van de vlammen = geluidssnelheid. (meestal met
schokgolf)
10. BLEVE
= Boiling Liquid Epanding Vapour Explosion
Dit is een explosie ten gevolge van uitzettende dampen afkomstig van kokende vloeistoffen.
4 Voorwaarde:
Stof aanwezig in vloeibare vorm.
Vloeistof moet zich in een geslote vat bevinden.
Vloeistof moet op een temp zijn hoger dan zijn kookpunt bij een druk van 1 bar op het
moment dat het vat zich begeeft.
Het vat moet op één of andere manier begeven.
Verloop van BLEVE:
1. Vat dat blootgesteld staat aan abnormale opwarming.
2. Breuk van het vat.
3. Plotse uitzetting ban de vloeistof ingevolge de ogenblikkelijke verdamping.
4. Ontvlamming van het gas/luchtmengsel indien het een brandbare stof betreft.