100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Psychologie van de levensloop - Doelgroep kinderen en jongeren

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
49
Geüpload op
15-06-2025
Geschreven in
2024/2025

Samenvatting van alle hoorcolleges doelgroep kinderen en jongeren. van zowel Mevrouw Casselman als Mevrouw Traen.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
15 juni 2025
Aantal pagina's
49
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

DOELGROEP KINDEREN EN JONGEREN
HOOFDSTUK 1 - TEREINVERKENNING
1. WAT IS ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE?
= De studie van het gedrag doorheen de verschillende levensfasen. Moeilijk om
te komen tot een geïntegreerd beeld.
- Verschil in visie en uitganspunt bij de onderzoekers
- Complexiteit van het ontwikkelingsproces zelf.
. Discontinu = is een bruuske ontwikkeling die voornamelijk
gebeurt in de puberteit, op paar maanden een grote verandering
(zowel cognitief als fysiek, lichamelijk)
. Continu = kennis neemt toe, ruimere woordenschat, kunnen
moeilijkere vraagstukken gaan oplossen, vaardigheden gaan
ontwikkelen, leren met emoties omgaan. (niet bij ieder kind is het op
dezelfde manier!)



Continu synchroon continu asynchroon
Discontinu

2. ONTWIKKELINGSFACTOREN
2.1 ROL VAN DE ERFELIJKHEID
Beginperiode genetische psychologie: de erfelijkheid bepaalt wie of wat we
worden. Ontwikkeling = een endogeen rijpingsproces.

Nature = datgeen wat in ons zit, de capaciteiten om te leren wandelen, spreken,
eten . alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door
aanleg, bijvoorbeeld het genetisch materiaal. (nature en
nurture gaan mooi in interactie met elkaar)

Epigenetica
= tijdelijke veranderingen die ervoor zorgen dat een bepaald
gen bij een bepaald individu geen uitwerking meer heeft. De wisselwerking
tussen de omgeving en de aanleg. Speelt een rol bij verslavingen, maar dat wil
niet zeggen dat iedereen met die aanleg ook effectief een verslaving krijgt.

2.2 INVLOEDEN VANUIT HET MILIEU
Behaviorisme: gedrag als een heel plastisch gegeven, dat exogeen gestuurd
wordt door de actueel inwerkende prikkels en de vroegere leerervaringen.

 Watson = de erfelijkheid bepaalt of er een ontwikkeling kan plaatsvinden, niet
de richting waar deze verloopt (normale erfelijke uitrusting = de basis)

Nurture = alle eigenschappen van het individu zijn bepaald
door opvoeding, vooral door de leefomgeving.

Ecologische systementheorie (Bronfenbrenner, 1979)
- Microsysteem (rechtstreeks)  bv. Voor het kind kan het
zijn ouders, school, iedereen met rechtstreeks contact.
- Mesosysteem (interacties)
- Exosysteem (geen rechtstreeks contact)
- Macrosysteem (bredere cultuur)

1

, - Chronosysteem (tijdsdimensie)

= Standvastigheid is belangrijk

2.3 INTERACTIES TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILEU
Ontwikkeling hangt niet eenzijdig vast aan rijpings-of leerprocessen, maar beide
sturen de ontwikkeling in een vaak moeilijk te ontwarren verstrengeling.
Erfelijkheid > milieu
Milieu < Erfelijkheid
Soms: gevoelige of kritische periodes

Rijping en oefening bouwen cumulatief op elkaar voort en hebben een
wederzijds effect op elkaar. Het ene heeft effect op het ander.

2.4 ZELFBEPALING ALS DERDE FACTOR
- De mens is méér dan een eenvoudig snijpunt van biologische en sociale
determinanten.
- De mens kan ook zelf mee richting geven aan zijn ontwikkeling.
= Zelfbepaling, persoonlijke vrijheid, eigen verantwoordelijkheid.

3. GEVOLGEN VAN SOCIALE ISOLATIE
3 gevolgen van sociale isolatie
Mensen hebben andere mensen nodig om zelf volwaardig mens te worden. Wat
gebeurt er dan bij het opgroeien in een niet-menselijke omgeving?
1. Wilde kinderen
2. Wolfskinderen
3. Verwaarloosde kinderen

Sociale isolatie = passende milieu-invloeden zijn onontbeerlijk om een aantal
typische menselijke eigenschappen tot ontwikkeling te brengen. Dit lijkt het best
te gebeuren tijdens een welbepaalde gevoelige of kritische periode.

HOOFDSTUK 2 – TWEE FUNDAMENTELE ONTWIKKELINGSTHEORIEËN
1. ERIKSON’S VISIE OP ONTWIKKELING
Ontwikkeling = epigenetisch
Vooruitschrijdende biologische rijping + toenemende verwachtingen die
uitgestuurd worden vanuit de sociale omgeving.  Psychosociale crisis. (Iedere
nieuwe fase begint met een crisis.)
- Uitdagingen kunnen komen door biologische rijping (pubertijd), nieuwe
uitdagingen (wat je omgeving verwacht)  kan ook zorgen voor
psychosociale crisis.
- Een crisis is voor Erikson iets positief.
Iedere fase = een gevoelige periode voor het oplossen van een specifiek
kernconflict en voor het verwerven van een nieuw stukje egosterkte. Het hebben
van interacties met anderen is heel belangrijk, ook de uitdagingen van de
omgeving is belangrijk.

1.1. WAT BETEKENT PSYCHOSOCIALE ONTWIKKELING?
= veranderingen in de manier waarop we aankijken tegen onze interacties met
anderen, tegen het gedrag van anderen en tegen onszelf als leden van de
maatschappij.



2

,Mensen ontwikkelen zich gedurende hun hele leven in acht aparte stadia, die
zich volgens een vast patroon manifesteren. In iedere fase: crisis of conflict.

1.2. THEORIE VAN ERIKSON: BASISSCHEMA
Kernconflict = kan een positieve of een negatieve pool
hebben
- Je weet niet wie je bent
- Je seksualiteit die je hebt en twijfelt of het niet weet
- Niet weet wat je wilt gaan doen later

 Later in de adolescentie is het belangrijk dat je dan wel
naar de positieve pool gaat. Gevoel van identiteit hebben.
Schema opzich = gaat ervan uit dat er een oorzaak is (van de crisis) en
bepaalde verwachtingen die worden verwacht van een kind (school bv) maar dat
is anders dan de gewone omgeving) kan zijn dat het kind zijn biologische rijping
er nog niet is en dat kan dan voor een crisis zorgen.


Freud legt de nadruk op het iets of het is.
ID = Es
EGO = ich, we willen iets en we willen het nu
SUPER EGO = Uber ich, soicale wetten  kritische stemmetjes


1.3. PSYCHOSOCIALE IDENTITETISTHEORIE VAN ERIKSON: 8
ONTWIKKELINGSFASEN
Freud had al de fasen tot de adolescentie uitgewerkt, dan had
Erikson verder gedaan en de namen wat veranderd.


1.3.1. BABYFASE OF ORAAL-SENSORISCH STADIUM
Hoofdmotief = leren ontvangen en opnemen (heel veel liefde,
onvoorwaardelijke liefde)
Kernconflict = fundamenteel vertrouwen (+) tegenover
fundamenteel wantrouwen (-). (baby’s die die behoeftes niet
ervaren, dat behoeftes worden bevredigd kunnen basiswantrouwen ontwikkelen
bij mensen.)
Egosterkte = Hoop

1.3.2. PEUTERFASE OF ANAAL-MUSCULAIR STADIUM
Hoofdmotief = leren vasthouden en loslaten. Kinderen leren hun
stoelhang vast te houden, is ook iets mentaal (‘straks ga ik op het
op het potje’  moet ook wel al mogelijk zijn in de hersenen, zou
moeiljker gaan moesten ze nog niet biologisch genoeg gerijpt zijn.
Maar als het lukt dan ontwikkel je een gevoel van autonomie.
Kernconflict = autonomie (+) tegenover schaamte en twijfel (-).
Als het kind te streng wordt aangepakt kan het schaamte en twijfel brengen. (‘ik
deug niet als persoon’)  kan het zijn dat het nog niet zal lukken. Belangrijker om
systematisch te werken en accidentjes gebeuren en mogen niet als extreem erg
ervaren  anders schaamte.
Egosterkte = Wilskracht.


3

, Kind niet laten exploreren als kind of peuter zijnde = kan ervoor zorgen naar later
toe dat het kind eerder angstig zal zijn voor nieuwe of gewoonlijke dingen.
Voortbouwend proces  wilskracht ervaren (kind wil zelf iets gaan doen en wordt
daar niet in belemmerd. Kind heeft natuurlijk ouders nodig en begrensing mag er
dan ook zeker zijn!

1.3.3. KLEUTERTIJD OF LOCOMOTORISCH-GENITAAL STADIUM
Hoofdmotief = Dynamiek naar buiten. Ze gaan meer dingen gaan
leren, de dynamiek is dan ook naar buiten toe gericht. Kind neemt
initiatief (wil leren fietsen, voetballen, spelen met andere kinderen
en daar ook naar gaan vragen.)
- Lukt het niet om te fietsen of de activiteiten die het kind leuk
vind  als het niet doorgaat dan voelt het kind een soort schuldgevoel.
Ouders spelen hier dan ook een belangrijke rol in! (ondersteunen en
initiatief nemen)
- Positieve pool: ondersteund door ouders en omgeving om het initiatief
door te voeren = kind ervaart doelgerichtheid.
Kernconflicht = initaitef (+) tegenover schuldgevoel (-).
Egosterkte = Doelgerichtheid

1.3.4. LAGERE SCHOOLLEEFTIJD OF LATENTIESTADIUM
Hoofdmotief = Vormen van leren.
Kernconflict = Vlijt (+) tegenover minderwaardigheid (-).
- Kinderen hun driften proberen ze te onderdrukken en alle
vormen van leren beginnen belangrijk te worden. (leren
lezen, wiskunde, dieren) Kinderen worden hier door gesteurd en
ondersteund gaan ze
een gevoel van vlijt gaan ervaren. Als ze niet aan verwachtingen voldoen
en het lukt niet dan kunnen ze een minderwaardigheid gevoel gaan
ontwikkelen
- Belangrijk dat kinderen kunnen ondervinden dat ook volwassenen beter
worden in bepaalde dingen en dat ze dus dat voor hunzelf ook kunnen
toepassen en realiseren.
Egosterkte = Bekwaamheid, competentie

1.3.5. ADOLESCENTIE OF JEUGDPERIODE
Hoofdmotief = Integreren van ervaringen in identiteit.
Kernconflict = Identiteit (+) tegenover identiteitsverwarring (-).
Als ze geen gevoel hebben van identiteit of die niet vinden op het
einde dan ontwikkelen ze identitietisverwarring.
Egosterkte = Trouw aan zichzelf
1.3.6. JONG-VOLWASSENHEID
Hoofdmotief = Intimiteit en distantie combineren.
Kernconflict = Intimiteit (+) tegenover isolement (-).
Als je dat niet kan ervaren intimiteit dan kan je isolement gaan
ervaren.
Egosterkte = Liefde

1.3.7. MIDDEN-VOLWASSENHEID
Hoofdmotief = Zorgzaamheid en verantwoordelijk t.o.v. volgende generatie.

4
€9,64
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
noavandenbussche

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
noavandenbussche
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
2
Lid sinds
6 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
6 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen