Ontwikkelingspsychologie: SEM2 (5 SP.)
Doelstellingen:
basiskennis van en inzicht verworven heeft in ontwikkelingspsychologische
theorieën en kernbegrippen
theoretische basisconcepten van de ontwikkelingspsychologische thema’s kan
herkennen in concrete situaties en toepassen op wetenschappelijke en
maatschappelijke ontwikkelingen
ontwikkelingspsychologisch onderzoek en vakliteratuur van een gemiddeld niveau
kan begrijpen
basisinzicht verworven heeft in de manier waarop ontwikkelingspsychologisch
onderzoek gedaan wordt
kan reflecteren op maatschappelijke discussies over de ontwikkeling van kinderen
en jongeren en zinvol bijdragen aan deze discussies op basis van
ontwikkelingspsychologische kennis en inzichten
zich bewust is van de relativiteit (context- en tijdsafhankelijkheid) van
ontwikkelingspsychologische inzichten
Evaluatie:
Examen: schriftelijk, gesloten vragen
Wat te kennen: staat op Toledo
1
,Samenvatting ontwikkelingspsychologie
1. Introductie
1.1 Kennismaking OP
Ontwikkelingspsychologie = de wetenschappelijke studie naar patronen in groei, verandering en
stabiliteit doorheen de levensloop
Soorten ontwikkeling
Fysieke ontwikkeling: invloed vd hersenen, zenuwstelsel, spieren, zintuigen…
Cognitieve ontwikkeling: intellectuele vermogens zoals leren, geheugen…
Sociaal-emotionele ontwikkeling: sociale relaties, interacties…
Persoonlijkheidsontwikkeling: duurzame gedragingen en eigenschappen
8 ontwikkelingsfasen
Prenatale fase (van conceptie tot geboorte)
Babytijd (0-2 jaar)
Peuter- en kleutertijd (2-6 jaar)
Schooltijd (6-12 jaar)
Adolescentie (12-18 jaar)
Opkomende volwassenheid
Volwassenheid
Ouderdom
1.2 Enkele terugkerende concepten
Continuïteit
Geleidelijke ontwikkeling
Kwantitatieve verschillen
Prestaties op bepaald niveau vloeien voort uit die op de vorige niveaus
Vb. taalontwikkeling
2
,Discontinuïteit
Ontwikkeling in aparte stappen of stadia
Kwalitatieve verschillen
Elk stadium levert gedrag op dat qua inhoud en hoedanigheid anders is dan gedrag in
eerdere stadia
Vb. leren lopen
Kritieke periode
Bepaalde soorten omgevingsstimuli zijn noodzakelijk
Indien niet: onomkeerbare gevolgen
Gevoelige periode
Extra ontvankelijk voor bepaalde soorten omgevingsstimuli
Optimale periode om bepaalde vermogens te ontwikkelen
=> evidentie voor grotere plasticiteit van het brein dan gedacht: toch kan het brein zich nog
helemaal proberen aanpassen want bv. Taal: meerdere kritieke & gevoelige perioden
De eerste 1000 dagen van het leven: een mythe? => neen en ja
Te eenvoudig, onderschat de plasticiteit van het brein
Ontwikkeling van de hersenen is tot 24 jaar
Soorten invloeden
Normatieve invloeden = invloeden die grote groepen van mensen op gelijkaardige wijze
meemaken
o Leeftijdsgebonden: gelijkaardig voor iedereen van een bepaalde leeftijd bv.
Schaamhaar krijgen
o Historisch: gelijkaardig voor iedereen in een bepaalde tijdsperiode (cohort effect) bv.
WO2
3
, o Sociaal-cultureel: gelijkaardig voor iedereen in een bepaalde cultuur, sociale klasse…
bv. Opgroeien in een Afrikaanse cultuur
Niet normatieve invloeden = specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van
één bepaalde persoon bv. Overlijden één van ouders in pubertijd
Cohort = een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek geboren zijn en dezelfde sociaal
historische invloeden meemaken
Culturele bias is nog altijd een hedendaags probleem: veel te veel studies gebaseerd op deze
populatie waardoor sommige andere culturen over het hoofd worden gezien
W.E.I.R.D. = Western, Educated, Industrialized, Rich and Democratic
Factoren die (on)gunstige ontwikkeling voorspellen
Risicofactor => negatieve ontwikkelingsuitkomst
Bevorderende factor => positieve ontwikkelingsuitkomst
Op verschillende niveaus
o Kind +/-
o Familie +/-
o School +/-
o Levensgebeurtenissen +/-
o Samenleving +/-
Vaak interactie met elkaar = dynamische transacties bv. Angstig temperament van de
moeder en een premature baby
4
Doelstellingen:
basiskennis van en inzicht verworven heeft in ontwikkelingspsychologische
theorieën en kernbegrippen
theoretische basisconcepten van de ontwikkelingspsychologische thema’s kan
herkennen in concrete situaties en toepassen op wetenschappelijke en
maatschappelijke ontwikkelingen
ontwikkelingspsychologisch onderzoek en vakliteratuur van een gemiddeld niveau
kan begrijpen
basisinzicht verworven heeft in de manier waarop ontwikkelingspsychologisch
onderzoek gedaan wordt
kan reflecteren op maatschappelijke discussies over de ontwikkeling van kinderen
en jongeren en zinvol bijdragen aan deze discussies op basis van
ontwikkelingspsychologische kennis en inzichten
zich bewust is van de relativiteit (context- en tijdsafhankelijkheid) van
ontwikkelingspsychologische inzichten
Evaluatie:
Examen: schriftelijk, gesloten vragen
Wat te kennen: staat op Toledo
1
,Samenvatting ontwikkelingspsychologie
1. Introductie
1.1 Kennismaking OP
Ontwikkelingspsychologie = de wetenschappelijke studie naar patronen in groei, verandering en
stabiliteit doorheen de levensloop
Soorten ontwikkeling
Fysieke ontwikkeling: invloed vd hersenen, zenuwstelsel, spieren, zintuigen…
Cognitieve ontwikkeling: intellectuele vermogens zoals leren, geheugen…
Sociaal-emotionele ontwikkeling: sociale relaties, interacties…
Persoonlijkheidsontwikkeling: duurzame gedragingen en eigenschappen
8 ontwikkelingsfasen
Prenatale fase (van conceptie tot geboorte)
Babytijd (0-2 jaar)
Peuter- en kleutertijd (2-6 jaar)
Schooltijd (6-12 jaar)
Adolescentie (12-18 jaar)
Opkomende volwassenheid
Volwassenheid
Ouderdom
1.2 Enkele terugkerende concepten
Continuïteit
Geleidelijke ontwikkeling
Kwantitatieve verschillen
Prestaties op bepaald niveau vloeien voort uit die op de vorige niveaus
Vb. taalontwikkeling
2
,Discontinuïteit
Ontwikkeling in aparte stappen of stadia
Kwalitatieve verschillen
Elk stadium levert gedrag op dat qua inhoud en hoedanigheid anders is dan gedrag in
eerdere stadia
Vb. leren lopen
Kritieke periode
Bepaalde soorten omgevingsstimuli zijn noodzakelijk
Indien niet: onomkeerbare gevolgen
Gevoelige periode
Extra ontvankelijk voor bepaalde soorten omgevingsstimuli
Optimale periode om bepaalde vermogens te ontwikkelen
=> evidentie voor grotere plasticiteit van het brein dan gedacht: toch kan het brein zich nog
helemaal proberen aanpassen want bv. Taal: meerdere kritieke & gevoelige perioden
De eerste 1000 dagen van het leven: een mythe? => neen en ja
Te eenvoudig, onderschat de plasticiteit van het brein
Ontwikkeling van de hersenen is tot 24 jaar
Soorten invloeden
Normatieve invloeden = invloeden die grote groepen van mensen op gelijkaardige wijze
meemaken
o Leeftijdsgebonden: gelijkaardig voor iedereen van een bepaalde leeftijd bv.
Schaamhaar krijgen
o Historisch: gelijkaardig voor iedereen in een bepaalde tijdsperiode (cohort effect) bv.
WO2
3
, o Sociaal-cultureel: gelijkaardig voor iedereen in een bepaalde cultuur, sociale klasse…
bv. Opgroeien in een Afrikaanse cultuur
Niet normatieve invloeden = specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van
één bepaalde persoon bv. Overlijden één van ouders in pubertijd
Cohort = een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek geboren zijn en dezelfde sociaal
historische invloeden meemaken
Culturele bias is nog altijd een hedendaags probleem: veel te veel studies gebaseerd op deze
populatie waardoor sommige andere culturen over het hoofd worden gezien
W.E.I.R.D. = Western, Educated, Industrialized, Rich and Democratic
Factoren die (on)gunstige ontwikkeling voorspellen
Risicofactor => negatieve ontwikkelingsuitkomst
Bevorderende factor => positieve ontwikkelingsuitkomst
Op verschillende niveaus
o Kind +/-
o Familie +/-
o School +/-
o Levensgebeurtenissen +/-
o Samenleving +/-
Vaak interactie met elkaar = dynamische transacties bv. Angstig temperament van de
moeder en een premature baby
4