Inleiding
1.1 Oprichting eenmanszaak of
vennootschap
Oprichting onderneming Sjokotof, Lisa Boonen wil haar eigen onderneming
oprichten.
• Welk statuut aannemen?
een eenmanszaak (natuurlijk persoon) of een vennootschap
(rechtspersoon)
• Indien Lisa een vennootschap opricht, welk type vennootschap?
NV, BV, CV, maatschap (met of zonder rechtspersoonlijkheid)
Welk statuut aannemen?
Eenmanszaak Vennootschap
1 handelaar • Contract tussen 1 of meer
vennoten
Geen aparte rechtspersoonlijkheid
Iedere vennoot:
Personenbelasting : Deze belasting
is progressief: hogere winsten Eigen inbreng geld, natura,
worden zwaarder belast (25 tot knowhow of arbeid
50% - te verhogen met de Eigen rechtspersoonlijkheid (=de
gemeentebelastingen). onderneming heeft zelfstandig
schulden en bezittingen, en dus
Enkelvoudige boekhouding een eigen afgescheiden vermogen)
Dubbele boekhouding
Vennootschapsbelasting:
Basistarief bedraagt 25%(*)
Verschillende
vennootschapsvormen
(*) Voor kmo's geldt onder bepaalde voorwaarden een verlaagd tarief van
20% op de eerste schijf van 100 000 EUR
Een eenmanszaak is een natuurlijk persoon zonder scheiding tussen
privé- en bedrijfsvermogen, wat leidt tot onbeperkte aansprakelijkheid. De
oprichting is eenvoudig, met minder administratie en snelle
besluitvorming. Nadelen zijn de financiële risico’s, eigen investering en de
afhankelijkheid van de ondernemer.
,Een vennootschap is een rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid
voor vennoten en een duidelijke scheiding tussen privé- en
bedrijfsvermogen. Voordelen zijn risicospreiding, gezamenlijke
investeringen en een stabielere bestaansduur. Nadelen zijn de zwaardere
oprichtingsformaliteiten en meer administratieve verplichtingen
1.2 Financiering
Oprichting vennootschap
Financieel plan: geeft een overzicht van de inkomsten en uitgaven
gedurende minstens 2 jaar. Hieruit moet blijken dat de onderneming over
voldoende toereikende middelen beschikt om in normale omstandigheden
levensvatbaar te zijn.
Inhoud wettelijk vastgelegd
Indien faillissement binnen 3 jaar: rechtbank bekijkt of financieel
plan voldoende onderbouwd is om eventuele aansprakelijkheid vast
te stellen.
Voldoende toereikende middelen?
Eigen vermogen ontstaat door storting in contanten of inbreng in natura
door de eigenaar(s). (Klasse 1)
Vreemd vermogen zijn schulden op meer dan één jaar en schulden op
ten hoogste één jaar (Klasse 1 en 4)
toereikend aanvangsvermogen kan ook in de vorm van (achtergestelde*)
leningen
Belang van voldoende financiering, anders faillissement van onderneming
door:
• Onvoldoende cashflowbeheer
• Overmatige schuldenlast
• Lagere omzet dan verwacht
• Te hoge kosten
• Gebrek aan klanten
Cashflow( kasstroom) is de geldstroom die in en uit de onderneming
vloeit.
,Inkomsten & uitgaven vormen de bewegingen (∆) in klasse 5 – Bank en
Kas
Inhoud - KLASSE 1
Situering klasse 1
EIGEN VERMOGEN
10/11 Inbreng
12 Herwaarderingsmeerwaarden
13 Reserves
14 Overgedragen resultaat
15 Kapitaalsubsidies
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE
BELASTINGEN
Voorzieningen en uitgestelde
16
belastingen
SCHULDEN
17 Schulden op meer dan 1 jaar
Eigen vermogen (10-15)
Eigen vermogen
1. Bij oprichting:
Inbreng:
, Voor een BV (Besloten Vennootschap) of CV (Coöperatieve Vennootschap):
Toereikend aanvangsvermogen geen minimumkapitaal, maar
voldoende om activiteiten te starten
Voor een NV (Naamloze Vennootschap): Kapitaal (verplicht
minimumkapitaal van €61.500).
2. Na oprichting
kan het eigen vermogen wijzigen door een wijziging in: Inbreng,
Herwaarderingsmeerwaarden, Reserves, Overgedragen resultaat (+)/(-),
Kapitaalsubsidies
10/1 Kapitaal/Inbreng
De financieringsmiddelen die door de ondernemer(s) of aandeelhouders bij
oprichting of bij latere verhoging permanent (onbeschikbaar) of tijdelijk
(beschikbaar) aan de onderneming ter beschikking werden gesteld.
12 Herwaarderingsmeerwaarden
Niet-gerealiseerde Herwaarderingsmeerwaarden op materiële en
financiële vaste activa. Bepaalde vast activa vertonen een duurzame
meerwaarde tegenover de boekhoudkundige toestand
De toename in de waarde van het actief (het gebouw) moet worden
geboekt op de activa-zijde van de balans.
Tegelijkertijd moet een gelijk bedrag worden toegevoegd aan een
herwaarderingsreserve onder het eigen vermogen op de passiva-zijde.
13 Reserves
Het vermogen dat ontstaat door de winsten die niet door de ondernemer
opgenomen worden en in de onderneming blijven. Reserves zijn dus niet-
uitgekeerde winsten. We onderscheiden 3 types van reserves:
130/1 Onbeschikbare reserves; reserves die de onderneming niet vrij
kan gebruiken.
130 Wettelijke reserves; enkel van toepassing voor een NV
(=kapitaalvennootschap).
1.1 Oprichting eenmanszaak of
vennootschap
Oprichting onderneming Sjokotof, Lisa Boonen wil haar eigen onderneming
oprichten.
• Welk statuut aannemen?
een eenmanszaak (natuurlijk persoon) of een vennootschap
(rechtspersoon)
• Indien Lisa een vennootschap opricht, welk type vennootschap?
NV, BV, CV, maatschap (met of zonder rechtspersoonlijkheid)
Welk statuut aannemen?
Eenmanszaak Vennootschap
1 handelaar • Contract tussen 1 of meer
vennoten
Geen aparte rechtspersoonlijkheid
Iedere vennoot:
Personenbelasting : Deze belasting
is progressief: hogere winsten Eigen inbreng geld, natura,
worden zwaarder belast (25 tot knowhow of arbeid
50% - te verhogen met de Eigen rechtspersoonlijkheid (=de
gemeentebelastingen). onderneming heeft zelfstandig
schulden en bezittingen, en dus
Enkelvoudige boekhouding een eigen afgescheiden vermogen)
Dubbele boekhouding
Vennootschapsbelasting:
Basistarief bedraagt 25%(*)
Verschillende
vennootschapsvormen
(*) Voor kmo's geldt onder bepaalde voorwaarden een verlaagd tarief van
20% op de eerste schijf van 100 000 EUR
Een eenmanszaak is een natuurlijk persoon zonder scheiding tussen
privé- en bedrijfsvermogen, wat leidt tot onbeperkte aansprakelijkheid. De
oprichting is eenvoudig, met minder administratie en snelle
besluitvorming. Nadelen zijn de financiële risico’s, eigen investering en de
afhankelijkheid van de ondernemer.
,Een vennootschap is een rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid
voor vennoten en een duidelijke scheiding tussen privé- en
bedrijfsvermogen. Voordelen zijn risicospreiding, gezamenlijke
investeringen en een stabielere bestaansduur. Nadelen zijn de zwaardere
oprichtingsformaliteiten en meer administratieve verplichtingen
1.2 Financiering
Oprichting vennootschap
Financieel plan: geeft een overzicht van de inkomsten en uitgaven
gedurende minstens 2 jaar. Hieruit moet blijken dat de onderneming over
voldoende toereikende middelen beschikt om in normale omstandigheden
levensvatbaar te zijn.
Inhoud wettelijk vastgelegd
Indien faillissement binnen 3 jaar: rechtbank bekijkt of financieel
plan voldoende onderbouwd is om eventuele aansprakelijkheid vast
te stellen.
Voldoende toereikende middelen?
Eigen vermogen ontstaat door storting in contanten of inbreng in natura
door de eigenaar(s). (Klasse 1)
Vreemd vermogen zijn schulden op meer dan één jaar en schulden op
ten hoogste één jaar (Klasse 1 en 4)
toereikend aanvangsvermogen kan ook in de vorm van (achtergestelde*)
leningen
Belang van voldoende financiering, anders faillissement van onderneming
door:
• Onvoldoende cashflowbeheer
• Overmatige schuldenlast
• Lagere omzet dan verwacht
• Te hoge kosten
• Gebrek aan klanten
Cashflow( kasstroom) is de geldstroom die in en uit de onderneming
vloeit.
,Inkomsten & uitgaven vormen de bewegingen (∆) in klasse 5 – Bank en
Kas
Inhoud - KLASSE 1
Situering klasse 1
EIGEN VERMOGEN
10/11 Inbreng
12 Herwaarderingsmeerwaarden
13 Reserves
14 Overgedragen resultaat
15 Kapitaalsubsidies
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE
BELASTINGEN
Voorzieningen en uitgestelde
16
belastingen
SCHULDEN
17 Schulden op meer dan 1 jaar
Eigen vermogen (10-15)
Eigen vermogen
1. Bij oprichting:
Inbreng:
, Voor een BV (Besloten Vennootschap) of CV (Coöperatieve Vennootschap):
Toereikend aanvangsvermogen geen minimumkapitaal, maar
voldoende om activiteiten te starten
Voor een NV (Naamloze Vennootschap): Kapitaal (verplicht
minimumkapitaal van €61.500).
2. Na oprichting
kan het eigen vermogen wijzigen door een wijziging in: Inbreng,
Herwaarderingsmeerwaarden, Reserves, Overgedragen resultaat (+)/(-),
Kapitaalsubsidies
10/1 Kapitaal/Inbreng
De financieringsmiddelen die door de ondernemer(s) of aandeelhouders bij
oprichting of bij latere verhoging permanent (onbeschikbaar) of tijdelijk
(beschikbaar) aan de onderneming ter beschikking werden gesteld.
12 Herwaarderingsmeerwaarden
Niet-gerealiseerde Herwaarderingsmeerwaarden op materiële en
financiële vaste activa. Bepaalde vast activa vertonen een duurzame
meerwaarde tegenover de boekhoudkundige toestand
De toename in de waarde van het actief (het gebouw) moet worden
geboekt op de activa-zijde van de balans.
Tegelijkertijd moet een gelijk bedrag worden toegevoegd aan een
herwaarderingsreserve onder het eigen vermogen op de passiva-zijde.
13 Reserves
Het vermogen dat ontstaat door de winsten die niet door de ondernemer
opgenomen worden en in de onderneming blijven. Reserves zijn dus niet-
uitgekeerde winsten. We onderscheiden 3 types van reserves:
130/1 Onbeschikbare reserves; reserves die de onderneming niet vrij
kan gebruiken.
130 Wettelijke reserves; enkel van toepassing voor een NV
(=kapitaalvennootschap).