Jeugdhulp
Hoofdstuk 1: WAT? Een introductie in het
jeugdhulplandschap en integrale jeugdhulp
1. Inleiding
- Jeugdhulp in Vlaanderen is complex en omvat vrijwillige en gerechtelijke hulp
- Overzicht van het huidige jeugdhulplandschap, inclusief betrokken organisaties en hun
opdrachten
- Bespreking van de doelstellingen en principes die de jeugdhulp vormgeven
- Uitleg over hoe deze principes in de praktijk worden toegepast
- Een tijdlijn geeft inzicht in de evolutie van het jeugdhulpsysteem
- Gebaseerd op informatie van jeugdhulp.be en opgroeien.be
2. Een historische schets (zie ppt)
- Voor 1912:
Geen aparte aanpak voor delinquente jongeren; opvoeding was de taak van de familie
Alleen bij uitzondering konden kinderen in een "huis van correctie" geplaatst worden
- Industrialisering (19e eeuw): slechte leefomstandigheden en kinderarbeid leidden tot
sociale problemen, waaronder jeugdcriminaliteit
- Wet op de kinderbescherming (1912):
Jongeren onder 16 jaar werden strafrechtelijk onbekwaam
De kinderrechter kon maatregelen opleggen (bijv. berisping of plaatsing)
Ouderlijk gezag kon worden ontnomen
- Wet op jeugdbescherming (1965):
Gericht op preventie en hulpverlening in plaats van straf
Oprichting van jeugdbeschermingscomités
Strafrechtelijke meerderjarigheid op 18 jaar gebracht
- Jaren '80 en '90:
Vlaanderen kreeg een eigen jeugdbeschermingsbeleid
Jeugdbeschermingscomités werden omgevormd tot comités bijzondere jeugdzorg
De rechtspositie van de minderjarige werd versterkt (Decreet Bijzondere Jeugdbijstand,
1990)
Ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1991)
- Wetgeving in de 21e eeuw:
2006: Nieuwe Jeugdwet met focus op verantwoordelijkheid, herstelbemiddeling en
sancties
2004-2013: Stapsgewijze invoering van integrale jeugdhulp in Vlaanderen, met
samenwerking tussen sectoren en versterkte rechtspositie van minderjarigen
3. De jeugdhulpverlening in Vlaanderen
,- Voor de invoering van integrale jeugdhulp
Jeugdhulpverlening was verspreid over meerdere sectoren (bijzondere jeugdbijstand,
algemeen welzijnswerk, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, CLB,
gezinszorg)
Elke sector had een eigen toegangssysteem, wat inefficiënt was
- Doel van integrale jeugdhulp (Decreet 2013)
Efficiëntere en effectievere hulpverlening die vraaggericht werkt
Sectoroverschrijdende samenwerking en afstemming van hulpaanbod
Zorg op maat voor minderjarigen, ouders en andere opvoedingsverantwoordelijken
- Organisatie van jeugdhulp
Hulp wordt aangeboden via modules: rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke
hulp
Niet-rechtstreeks toegankelijke hulp vereist een toegangspoort, die intersectoraal werkt
Comité Bijzondere Jeugdzorg verdwijnt; eerste aanspreekpunt is een hulpverlener
binnen de "brede instap"
- Omgaan met verontrustende situaties
Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) neemt de taak over van het Comité Bijzondere
Jeugdzorg
OCJ onderzoekt verontrustende situaties en kan doorverwijzen naar het Openbaar
Ministerie
Naast OCJ is ook het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) erkend als
gemandateerde voorziening
- Gerechtelijke jeugdhulp
Indien nodig kan de jeugdrechter gerechtelijke maatregelen opleggen
De 13 maatregelen uit de bijzondere jeugdbijstand (1990) blijven grotendeels behouden
(ppt)
3.1 Vrijwillige jeugdhulp
3.1.1 Principes
- Hulp op maat & subsidiariteitsprincipe
Jeugdhulp kiest altijd voor de minst ingrijpende vorm van hulp
Eigen krachten van minderjarigen, ouders en opvoeders worden versterkt
(vermaatschappelijking van jeugdhulp)
Methoden zoals eigenkrachtconferenties en familienetwerkberaad helpen een
plaatsing te voorkomen
- Toegankelijkheid & kwaliteit
Hulp moet tijdig en laagdrempelig zijn
Verbetering van: bruikbaarheid, bereikbaarheid, beschikbaarheid, begrijpbaarheid
en betaalbaarheid
Zo snel mogelijk het meest geschikte en minst ingrijpende hulpaanbod koppelen
aan de hulpvraag
- Modules & indeling
Jeugdhulp wordt aangeboden in modules
Onderscheid tussen rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke hulp gebeurt
op basis van frequentie, intensiteit en duur (FID) van de hulpverlening
- Vrijwillige jeugdhulp & instemming
, Ouders en opvoedingsverantwoordelijken moeten instemmen
Minderjarigen moeten instemmen zodra ze hun belangen redelijk kunnen
beoordelen (vanaf 12 jaar sowieso)In uitzonderlijke gevallen kan hulp zonder
instemming worden verleend als dit in het belang van de minderjarige is
3.1.2 Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
- Brede instap als eerste aanspreekpunt
Hulp wordt eerst gezocht bij Kind & Gezin (K&G), Centra voor
Leerlingenbegeleiding (CLB) en Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW),
waaronder Jongerenadviescentra (JAC)
Deze organisaties helpen de hulpvraag te verhelderen en zoeken een geschikte
oplossing
Indien nodig kan doorverwezen worden naar rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp,
zoals de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG)
- Typemodules per organisatie
CAW: Onthaal, telefonische en online hulp, begeleid zelfstandig wonen (CBAW),
bemiddeling tussen jongeren en ouders
CLB: Onthaal, informatie, diagnostiek en begeleiding
K&G: Onthaal voor gezinnen, crisisbegeleiding, gezinsbegeleiding, advies bij
kindermishandeling (VK)
CGG: Diagnostiek en behandeling van geestelijke gezondheidsproblemen
VAPH: Diagnostiek, behandeling, mobiele en ambulante begeleiding voor jongeren
met een handicap
- Uitbreiding van rechtstreeks toegankelijke hulp
De bijzondere jeugdbijstand wordt deels rechtstreeks toegankelijk via Agentschap
Opgroeien
Ondersteunende begeleiding en contextbegeleiding zijn nu breed toegankelijk
gemaakt
3.1.3 Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (NRTJ)
- Toegang via intersectorale toegangspoort
Intensieve of langdurige jeugdhulp is niet rechtstreeks toegankelijk vanwege kosten
en complexiteit
Toewijzing gebeurt via de intersectorale toegangspoort, bestaande uit twee teams
Team Indicatiestelling: bepaalt welke hulp nodig is en stelt een
indicatiestellingsverslag op
Team Jeugdhulpregie: wijst de hulpverlening concreet toe en legt afspraken vast
Hulpvragers kunnen zich niet zelf aanmelden; aanmelding moet via een
hulpverlener (bv. huisarts, CLB, OCMW)
- Uitzonderingen op de toegangspoort
Hulpvragers kunnen in uitzonderlijke gevallen zelf een verzoek indienen, als:
De hulpvraag niet is beantwoord om een andere reden dan
capaciteitsgebrek
Er een poging tot bemiddeling is geweest
Er geen lopende procedure is bij OCJ of VK
- Voorbeelden van niet-rechtstreeks toegankelijke typemodules
Kind & Gezin: langdurig verblijf, crisisverblijf
VAPH: diagnostiek, behandeling, persoonlijke assistentie, verblijf, dagopvang (via
Multifunctionele Centra - MFC)
, Agentschap Jongerenwelzijn: crisisverblijf, time-out, kamertraining, verblijf voor
minderjarigen (OOOC)
Opgroeien: langdurige opvang (CKG), integrale gezinszorg (CIG) voor zwangere
jongeren (18-25 jaar)
Niet onder integrale jeugdhulp vallend: jeugdpsychiatrie, drugshulpverlening
3.1.4 Crisisjeugdhulp
- Centraal crisismeldpunt
24/7 bereikbaar en georganiseerd vanuit het CAW
Eerst wordt gekeken of hulp mogelijk is binnen de eigen omgeving van de jongere.
- Drie vormen van crisishulp (van minst tot meest ingrijpend)
Crisisinterventie: hulpverlener komt ter plaatse om stress te verlagen
Crisisbegeleiding: begeleiding thuis of in een voorziening (max. 1 maand)
Crisisverblijf: tijdelijk verblijf in een voorziening of pleeggezin.
- Toegang tot crisishulp
Vooral via hulpverleners en jeugdmagistraten
Uitzonderlijk kunnen minderjarigen of ouders zelf hulp vragen als er op dat
moment geen hulpverlener beschikbaar is
3.1.5 Cliëntoverleg en bemiddeling
- Cliëntoverleg
Nodig bij complexe dossiers met meerdere hulpverleners
Externe, onafhankelijke voorzitter leidt het overleg
Doel: afstemming, coördinatie en continuïteit van de hulpverlening
Kan ook worden ingezet bij stopzetting van de hulp
Aanvraag vereist akkoord van de cliënt en kan gebeuren door:
De cliënt zelf (of vertrouwenspersoon)
Betrokken hulpverleners, incl. sociale diensten en MDT’s
Jeugdhulpregisseurs in alle fases van de hulpverlening
- Bemiddeling
Voor conflicten tussen cliënt en hulpverlener
Enkel mogelijk als beide partijen akkoord gaan
Neutrale bemiddelaar begeleidt gesprekken en zoekt samen naar een oplossing
Gratis en toegankelijk bij zowel lopende als nog niet gestarte hulpverlening
3.1.6 Gemandateerde voorzieningen
- Vrijwillige hulpverlening heeft de voorkeur, maar bij ernstige bedreiging of
onveiligheid (VOS) kan verplichte hulp nodig zijn
- Verontrustende situaties (VOS):
Ontwikkelingskansen van een minderjarige zijn bedreigd (bv. schoolverzuim)
De fysieke, psychische of seksuele integriteit van een kind is aangetast (bv.
mishandeling)
- Als vrijwillige hulp niet werkt, kan een gemandateerde voorziening ingeschakeld
worden:
Ondersteuningscentra Jeugdzorg (OCJ) → Beoordeelt of overheidsinterventie nodig
is en kan doorverwijzen naar de jeugdrechter
Vertrouwenscentra Kindermishandeling (VK) → Richt zich op detectie,
bespreekbaarheid en preventie van kindermishandeling
- OCJ-taken: advies geven, onderzoek naar maatschappelijke noodzaak, hulpverlening
opvolgen, doorverwijzing naar de jeugdrechter
Hoofdstuk 1: WAT? Een introductie in het
jeugdhulplandschap en integrale jeugdhulp
1. Inleiding
- Jeugdhulp in Vlaanderen is complex en omvat vrijwillige en gerechtelijke hulp
- Overzicht van het huidige jeugdhulplandschap, inclusief betrokken organisaties en hun
opdrachten
- Bespreking van de doelstellingen en principes die de jeugdhulp vormgeven
- Uitleg over hoe deze principes in de praktijk worden toegepast
- Een tijdlijn geeft inzicht in de evolutie van het jeugdhulpsysteem
- Gebaseerd op informatie van jeugdhulp.be en opgroeien.be
2. Een historische schets (zie ppt)
- Voor 1912:
Geen aparte aanpak voor delinquente jongeren; opvoeding was de taak van de familie
Alleen bij uitzondering konden kinderen in een "huis van correctie" geplaatst worden
- Industrialisering (19e eeuw): slechte leefomstandigheden en kinderarbeid leidden tot
sociale problemen, waaronder jeugdcriminaliteit
- Wet op de kinderbescherming (1912):
Jongeren onder 16 jaar werden strafrechtelijk onbekwaam
De kinderrechter kon maatregelen opleggen (bijv. berisping of plaatsing)
Ouderlijk gezag kon worden ontnomen
- Wet op jeugdbescherming (1965):
Gericht op preventie en hulpverlening in plaats van straf
Oprichting van jeugdbeschermingscomités
Strafrechtelijke meerderjarigheid op 18 jaar gebracht
- Jaren '80 en '90:
Vlaanderen kreeg een eigen jeugdbeschermingsbeleid
Jeugdbeschermingscomités werden omgevormd tot comités bijzondere jeugdzorg
De rechtspositie van de minderjarige werd versterkt (Decreet Bijzondere Jeugdbijstand,
1990)
Ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1991)
- Wetgeving in de 21e eeuw:
2006: Nieuwe Jeugdwet met focus op verantwoordelijkheid, herstelbemiddeling en
sancties
2004-2013: Stapsgewijze invoering van integrale jeugdhulp in Vlaanderen, met
samenwerking tussen sectoren en versterkte rechtspositie van minderjarigen
3. De jeugdhulpverlening in Vlaanderen
,- Voor de invoering van integrale jeugdhulp
Jeugdhulpverlening was verspreid over meerdere sectoren (bijzondere jeugdbijstand,
algemeen welzijnswerk, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, CLB,
gezinszorg)
Elke sector had een eigen toegangssysteem, wat inefficiënt was
- Doel van integrale jeugdhulp (Decreet 2013)
Efficiëntere en effectievere hulpverlening die vraaggericht werkt
Sectoroverschrijdende samenwerking en afstemming van hulpaanbod
Zorg op maat voor minderjarigen, ouders en andere opvoedingsverantwoordelijken
- Organisatie van jeugdhulp
Hulp wordt aangeboden via modules: rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke
hulp
Niet-rechtstreeks toegankelijke hulp vereist een toegangspoort, die intersectoraal werkt
Comité Bijzondere Jeugdzorg verdwijnt; eerste aanspreekpunt is een hulpverlener
binnen de "brede instap"
- Omgaan met verontrustende situaties
Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) neemt de taak over van het Comité Bijzondere
Jeugdzorg
OCJ onderzoekt verontrustende situaties en kan doorverwijzen naar het Openbaar
Ministerie
Naast OCJ is ook het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) erkend als
gemandateerde voorziening
- Gerechtelijke jeugdhulp
Indien nodig kan de jeugdrechter gerechtelijke maatregelen opleggen
De 13 maatregelen uit de bijzondere jeugdbijstand (1990) blijven grotendeels behouden
(ppt)
3.1 Vrijwillige jeugdhulp
3.1.1 Principes
- Hulp op maat & subsidiariteitsprincipe
Jeugdhulp kiest altijd voor de minst ingrijpende vorm van hulp
Eigen krachten van minderjarigen, ouders en opvoeders worden versterkt
(vermaatschappelijking van jeugdhulp)
Methoden zoals eigenkrachtconferenties en familienetwerkberaad helpen een
plaatsing te voorkomen
- Toegankelijkheid & kwaliteit
Hulp moet tijdig en laagdrempelig zijn
Verbetering van: bruikbaarheid, bereikbaarheid, beschikbaarheid, begrijpbaarheid
en betaalbaarheid
Zo snel mogelijk het meest geschikte en minst ingrijpende hulpaanbod koppelen
aan de hulpvraag
- Modules & indeling
Jeugdhulp wordt aangeboden in modules
Onderscheid tussen rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke hulp gebeurt
op basis van frequentie, intensiteit en duur (FID) van de hulpverlening
- Vrijwillige jeugdhulp & instemming
, Ouders en opvoedingsverantwoordelijken moeten instemmen
Minderjarigen moeten instemmen zodra ze hun belangen redelijk kunnen
beoordelen (vanaf 12 jaar sowieso)In uitzonderlijke gevallen kan hulp zonder
instemming worden verleend als dit in het belang van de minderjarige is
3.1.2 Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
- Brede instap als eerste aanspreekpunt
Hulp wordt eerst gezocht bij Kind & Gezin (K&G), Centra voor
Leerlingenbegeleiding (CLB) en Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW),
waaronder Jongerenadviescentra (JAC)
Deze organisaties helpen de hulpvraag te verhelderen en zoeken een geschikte
oplossing
Indien nodig kan doorverwezen worden naar rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp,
zoals de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG)
- Typemodules per organisatie
CAW: Onthaal, telefonische en online hulp, begeleid zelfstandig wonen (CBAW),
bemiddeling tussen jongeren en ouders
CLB: Onthaal, informatie, diagnostiek en begeleiding
K&G: Onthaal voor gezinnen, crisisbegeleiding, gezinsbegeleiding, advies bij
kindermishandeling (VK)
CGG: Diagnostiek en behandeling van geestelijke gezondheidsproblemen
VAPH: Diagnostiek, behandeling, mobiele en ambulante begeleiding voor jongeren
met een handicap
- Uitbreiding van rechtstreeks toegankelijke hulp
De bijzondere jeugdbijstand wordt deels rechtstreeks toegankelijk via Agentschap
Opgroeien
Ondersteunende begeleiding en contextbegeleiding zijn nu breed toegankelijk
gemaakt
3.1.3 Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (NRTJ)
- Toegang via intersectorale toegangspoort
Intensieve of langdurige jeugdhulp is niet rechtstreeks toegankelijk vanwege kosten
en complexiteit
Toewijzing gebeurt via de intersectorale toegangspoort, bestaande uit twee teams
Team Indicatiestelling: bepaalt welke hulp nodig is en stelt een
indicatiestellingsverslag op
Team Jeugdhulpregie: wijst de hulpverlening concreet toe en legt afspraken vast
Hulpvragers kunnen zich niet zelf aanmelden; aanmelding moet via een
hulpverlener (bv. huisarts, CLB, OCMW)
- Uitzonderingen op de toegangspoort
Hulpvragers kunnen in uitzonderlijke gevallen zelf een verzoek indienen, als:
De hulpvraag niet is beantwoord om een andere reden dan
capaciteitsgebrek
Er een poging tot bemiddeling is geweest
Er geen lopende procedure is bij OCJ of VK
- Voorbeelden van niet-rechtstreeks toegankelijke typemodules
Kind & Gezin: langdurig verblijf, crisisverblijf
VAPH: diagnostiek, behandeling, persoonlijke assistentie, verblijf, dagopvang (via
Multifunctionele Centra - MFC)
, Agentschap Jongerenwelzijn: crisisverblijf, time-out, kamertraining, verblijf voor
minderjarigen (OOOC)
Opgroeien: langdurige opvang (CKG), integrale gezinszorg (CIG) voor zwangere
jongeren (18-25 jaar)
Niet onder integrale jeugdhulp vallend: jeugdpsychiatrie, drugshulpverlening
3.1.4 Crisisjeugdhulp
- Centraal crisismeldpunt
24/7 bereikbaar en georganiseerd vanuit het CAW
Eerst wordt gekeken of hulp mogelijk is binnen de eigen omgeving van de jongere.
- Drie vormen van crisishulp (van minst tot meest ingrijpend)
Crisisinterventie: hulpverlener komt ter plaatse om stress te verlagen
Crisisbegeleiding: begeleiding thuis of in een voorziening (max. 1 maand)
Crisisverblijf: tijdelijk verblijf in een voorziening of pleeggezin.
- Toegang tot crisishulp
Vooral via hulpverleners en jeugdmagistraten
Uitzonderlijk kunnen minderjarigen of ouders zelf hulp vragen als er op dat
moment geen hulpverlener beschikbaar is
3.1.5 Cliëntoverleg en bemiddeling
- Cliëntoverleg
Nodig bij complexe dossiers met meerdere hulpverleners
Externe, onafhankelijke voorzitter leidt het overleg
Doel: afstemming, coördinatie en continuïteit van de hulpverlening
Kan ook worden ingezet bij stopzetting van de hulp
Aanvraag vereist akkoord van de cliënt en kan gebeuren door:
De cliënt zelf (of vertrouwenspersoon)
Betrokken hulpverleners, incl. sociale diensten en MDT’s
Jeugdhulpregisseurs in alle fases van de hulpverlening
- Bemiddeling
Voor conflicten tussen cliënt en hulpverlener
Enkel mogelijk als beide partijen akkoord gaan
Neutrale bemiddelaar begeleidt gesprekken en zoekt samen naar een oplossing
Gratis en toegankelijk bij zowel lopende als nog niet gestarte hulpverlening
3.1.6 Gemandateerde voorzieningen
- Vrijwillige hulpverlening heeft de voorkeur, maar bij ernstige bedreiging of
onveiligheid (VOS) kan verplichte hulp nodig zijn
- Verontrustende situaties (VOS):
Ontwikkelingskansen van een minderjarige zijn bedreigd (bv. schoolverzuim)
De fysieke, psychische of seksuele integriteit van een kind is aangetast (bv.
mishandeling)
- Als vrijwillige hulp niet werkt, kan een gemandateerde voorziening ingeschakeld
worden:
Ondersteuningscentra Jeugdzorg (OCJ) → Beoordeelt of overheidsinterventie nodig
is en kan doorverwijzen naar de jeugdrechter
Vertrouwenscentra Kindermishandeling (VK) → Richt zich op detectie,
bespreekbaarheid en preventie van kindermishandeling
- OCJ-taken: advies geven, onderzoek naar maatschappelijke noodzaak, hulpverlening
opvolgen, doorverwijzing naar de jeugdrechter