Sociaal Beleid 2025
De belangrijkste begrippen:
Welvaartsstaat
Minimumprincipe
Optimumprincipe
Welzijn
Welvaartsstaatmodellen
Modernisering
Ontgrenzing
De Nieuwe Sociale Kwestie
Voile D’ignorance
Sluier van onwetendheid
Flexicurity
De lekkende emmer
Stick and Carrot
Basisinkomen
1
,DE WELVAARTSSTAAT – EEN OVERZICHT
1. Wat is een welvaartsstaat?
Een welvaartsstaat is een samenleving waarin de overheid actief tussenkomt om het welzijn
van de bevolking te garanderen. Dit gebeurt vooral via:
Sociale bescherming (uitkeringen, pensioenen)
Gezondheidszorg
Onderwijs
Werkgelegenheidsbeleid
Grondrechten zoals het recht op menswaardig bestaan, gezondheidszorg en onderwijs staan
centraal.
2. Twee kernprincipes van de welvaartsstaat
a) Minimumprincipe
Doel: bescherming tegen armoede
De overheid garandeert een sociaal vangnet, zodat niemand onder een bepaald
minimumniveau zakt.
Voorbeeld: een bijstandsuitkering voor wie geen inkomen of spaargeld heeft.
“Iedereen moet kunnen overleven.”
b) Optimumprincipe
Doel: stimuleren van ontwikkeling en participatie
De overheid biedt kansen tot zelfontplooiing.
Voorbeeld: opleidingsbudgetten, hulp bij werk zoeken, stages.
“Niet alleen beschermen, maar ook vooruit helpen.”
Vergelijking:
Principe Doel Voorbeeld Risico
Bescherming tegen Leefloon, Weinig stimulans tot
Minimumprincipe
armoede basisgezondheidszorg actie
Risico op onvoldoende
Optimumprincipe Stimulering tot groei Gratis cursussen, stages
vangnet
2
,3. Twee ideologische stromingen
a) Individualiserend-antagonistische stroming
Nadruk op eigen verantwoordelijkheid.
Armoede wordt vaak gezien als gevolg van persoonlijke keuzes of fouten.
Overheidshulp is beperkt en voorwaardelijk.
“Wie niet werkt, zal niet eten.”
Tegenstelling tussen ‘sterken’ en ‘zwakken’ (antagonisme).
b) Collectiverend-solidaristische stroming
Nadruk op solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid.
Iedereen kan kwetsbaar zijn, dus de gemeenschap helpt.
Overheid speelt een actieve en ondersteunende rol.
“We zorgen voor elkaar.”
Stroming Belangrijkste kenmerk Visie op overheid
Individualiserend- Eigen schuld, eigen Passieve of strenge
antagonistisch verantwoordelijkheid overheid
Collectiverend-solidaristisch Solidariteit, sociale rechtvaardigheid Actieve verzorgingsstaat
4. Vier modellen van de welvaartsstaat
Model Landen (vb.) Kenmerk Gevolg
België, Duitsland, Beroepssolidariteit,
Continentaal Sociale rechten via werk
Frankrijk hiaten
Universele rechten, hoge
Scandinavisch Zweden, Noorwegen Lage ongelijkheid
belasting
Eigen verantwoordelijkheid
Angelsaksisch VK, VS, Ierland Grote ongelijkheid
centraal
Ongelijke toegang tot
Rudimentair Italië, Spanje Familie als vangnet
hulp
3
, 5. Evolutie van België’s sociaal beleid
België startte als continentaal model, maar evolueert:
Scandinavisch geïnspireerd: meer nadruk op gelijke kansen, automatische rechten (bv.
groeipakket).
Angelsaksisch geïnspireerd: nadruk op activering en verantwoordelijkheid (bv. sancties bij
werkloosheid).
Toch blijft sociale bescherming essentieel, met vakbonden en sociale zekerheid als
basispijlers.
6. Bea Cantillon – visie op armoede en de welvaartsstaat
Bea Cantillon is een Belgische professor die kritisch is over het huidige sociale beleid.
Wat stelt ze vast?
Ondanks hoge uitgaven blijft armoede bestaan.
Er zijn werkende armen: werken garandeert geen uitweg uit armoede.
De sociale bescherming is niet aangepast aan flexwerk en lage lonen.
Wat pleit ze voor?
Sterke sociale minima die iedereen beschermen.
Breder waarderen van werk: ook onbetaalde zorgarbeid of vrijwilligerswerk.
Fiscale hervorming: o.a. vermogens- en milieubelastingen.
Europese samenwerking om ongelijkheid aan te pakken.
“De welvaartsstaat moet hervormen, anders vallen kwetsbaren uit de boot.”
7. Andere maatschappelijke trends
a) Individualisering
Mensen krijgen meer vrijheid om hun leven in te richten.
Gevolg: minder steun van de groep → meer kwetsbaarheid en onzekerheid.
b) Secularisering
Religie speelt een steeds kleinere rol in het publieke en persoonlijke leven.
Meer nadruk op rationeel denken en individuele keuzes.
Invloed op ethiek, onderwijs en beleid (bv. hoofddoekendebat).
4
De belangrijkste begrippen:
Welvaartsstaat
Minimumprincipe
Optimumprincipe
Welzijn
Welvaartsstaatmodellen
Modernisering
Ontgrenzing
De Nieuwe Sociale Kwestie
Voile D’ignorance
Sluier van onwetendheid
Flexicurity
De lekkende emmer
Stick and Carrot
Basisinkomen
1
,DE WELVAARTSSTAAT – EEN OVERZICHT
1. Wat is een welvaartsstaat?
Een welvaartsstaat is een samenleving waarin de overheid actief tussenkomt om het welzijn
van de bevolking te garanderen. Dit gebeurt vooral via:
Sociale bescherming (uitkeringen, pensioenen)
Gezondheidszorg
Onderwijs
Werkgelegenheidsbeleid
Grondrechten zoals het recht op menswaardig bestaan, gezondheidszorg en onderwijs staan
centraal.
2. Twee kernprincipes van de welvaartsstaat
a) Minimumprincipe
Doel: bescherming tegen armoede
De overheid garandeert een sociaal vangnet, zodat niemand onder een bepaald
minimumniveau zakt.
Voorbeeld: een bijstandsuitkering voor wie geen inkomen of spaargeld heeft.
“Iedereen moet kunnen overleven.”
b) Optimumprincipe
Doel: stimuleren van ontwikkeling en participatie
De overheid biedt kansen tot zelfontplooiing.
Voorbeeld: opleidingsbudgetten, hulp bij werk zoeken, stages.
“Niet alleen beschermen, maar ook vooruit helpen.”
Vergelijking:
Principe Doel Voorbeeld Risico
Bescherming tegen Leefloon, Weinig stimulans tot
Minimumprincipe
armoede basisgezondheidszorg actie
Risico op onvoldoende
Optimumprincipe Stimulering tot groei Gratis cursussen, stages
vangnet
2
,3. Twee ideologische stromingen
a) Individualiserend-antagonistische stroming
Nadruk op eigen verantwoordelijkheid.
Armoede wordt vaak gezien als gevolg van persoonlijke keuzes of fouten.
Overheidshulp is beperkt en voorwaardelijk.
“Wie niet werkt, zal niet eten.”
Tegenstelling tussen ‘sterken’ en ‘zwakken’ (antagonisme).
b) Collectiverend-solidaristische stroming
Nadruk op solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid.
Iedereen kan kwetsbaar zijn, dus de gemeenschap helpt.
Overheid speelt een actieve en ondersteunende rol.
“We zorgen voor elkaar.”
Stroming Belangrijkste kenmerk Visie op overheid
Individualiserend- Eigen schuld, eigen Passieve of strenge
antagonistisch verantwoordelijkheid overheid
Collectiverend-solidaristisch Solidariteit, sociale rechtvaardigheid Actieve verzorgingsstaat
4. Vier modellen van de welvaartsstaat
Model Landen (vb.) Kenmerk Gevolg
België, Duitsland, Beroepssolidariteit,
Continentaal Sociale rechten via werk
Frankrijk hiaten
Universele rechten, hoge
Scandinavisch Zweden, Noorwegen Lage ongelijkheid
belasting
Eigen verantwoordelijkheid
Angelsaksisch VK, VS, Ierland Grote ongelijkheid
centraal
Ongelijke toegang tot
Rudimentair Italië, Spanje Familie als vangnet
hulp
3
, 5. Evolutie van België’s sociaal beleid
België startte als continentaal model, maar evolueert:
Scandinavisch geïnspireerd: meer nadruk op gelijke kansen, automatische rechten (bv.
groeipakket).
Angelsaksisch geïnspireerd: nadruk op activering en verantwoordelijkheid (bv. sancties bij
werkloosheid).
Toch blijft sociale bescherming essentieel, met vakbonden en sociale zekerheid als
basispijlers.
6. Bea Cantillon – visie op armoede en de welvaartsstaat
Bea Cantillon is een Belgische professor die kritisch is over het huidige sociale beleid.
Wat stelt ze vast?
Ondanks hoge uitgaven blijft armoede bestaan.
Er zijn werkende armen: werken garandeert geen uitweg uit armoede.
De sociale bescherming is niet aangepast aan flexwerk en lage lonen.
Wat pleit ze voor?
Sterke sociale minima die iedereen beschermen.
Breder waarderen van werk: ook onbetaalde zorgarbeid of vrijwilligerswerk.
Fiscale hervorming: o.a. vermogens- en milieubelastingen.
Europese samenwerking om ongelijkheid aan te pakken.
“De welvaartsstaat moet hervormen, anders vallen kwetsbaren uit de boot.”
7. Andere maatschappelijke trends
a) Individualisering
Mensen krijgen meer vrijheid om hun leven in te richten.
Gevolg: minder steun van de groep → meer kwetsbaarheid en onzekerheid.
b) Secularisering
Religie speelt een steeds kleinere rol in het publieke en persoonlijke leven.
Meer nadruk op rationeel denken en individuele keuzes.
Invloed op ethiek, onderwijs en beleid (bv. hoofddoekendebat).
4