Marketing teksten
TOPIC 1
THE HIERARCHY OF INFLUENCES MODEL (REESE & SHOEMAKER)
MEDIATIE VAN DE MODERNE WERELD
Indirecte ervaring via media.
Mediatieproces = sociaal en institutioneel gevormd.
🧱 MODEL: HIERARCHY OF INFLUENCES (SHOEMAKER & REESE)
5 niveaus die mediacontent beïnvloeden:
1. Individu: journalistieke waarden & kenmerken.
2. Routines: werkpraktijken & gewoontes.
3. Organisatie: redactionele structuren & controle.
4. Sociale instituties: overheid, PR, reclame.
5. Sociaal systeem: ideologieën & macht.
📰 ROL VAN JOURNALISTIEK
Waarheidsgetrouwheid vereist, anders dan fictie.
Ethische, juridische en professionele implicaties.
⚙️
TECHNOLOGIE & MEDIA
Grenzen vervagen tussen beroepen & organisaties.
Ruimtelijke wending in mediastudies:
o Netwerken (Castells)
o Velden (Bourdieu)
o Publieke sfeer (Habermas)
🌐 NETWORKED PUBLIC SPHERE
Digitale disruptie: minder poortwachters, meer participatie.
Nieuwe vormen:
o Networked journalism (Jarvis)
o Networked 4th estate (Benkler)
o Networked institution (Anderson et al.)
🧬 NIEUWS ALS ECOSYSTEEM
Samenwerking tussen grote media & kleinere spelers.
Aggregatie en herstructurering van nieuws.
Datajournalistiek & computationele journalistiek:
o Algoritmes, big data, visualisatie.
o Gepersonaliseerd nieuws via technologie.
🕰️
HISTORISCHE CONTEXT MEDIASOCIOLOGIE
Reactie op beperkt effectonderzoek.
Evolutie:
o Van Chicago school (holistisch)
o Naar Columbia (consumptiegericht)
o Kritisch: gatekeeping & newsroom control
,Marketing teksten
🧠 STRUCTUUR VS. AGENCY
Journalisten werken binnen structuren, maar hebben ook individuele invloed.
Kritiek: nieuws = sociaal geconstrueerde realiteit.
🌍 GLOBALISERING & MEDIA
Media zijn globaal verbonden.
Elitemedia beïnvloeden internationale communicatie.
🧩 NIEUWE CONCEPTEN & BENADERINGEN
Aanpassing van hiërarchie aan nieuwe media.
Actor-netwerktheorie (Latour): technologieën als actoren.
Assemblage (Anderson): dynamisch samengestelde nieuwspraktijken.
Hybride mediasystemen (Chadwick): politiek, technologie & journalistiek verweven.
🧭 CONCLUSIE: NETWERKENDE PUBLIEKE SFEER
Nieuwe ruimten van deliberatie en mediagebruik.
Context blijft essentieel: netwerken zijn ingebed in sociale structuren.
Assemblage & ruimte als sleutelbegrippen.
Actoren: journalisten, burgers, activisten, overheden, NGO’s.
Voorbeeld: Groene publieke sfeer in China (Reese, 2015)
HOE EN WAAROM POP-UP NIEUWSECOLOGIEN ER ZIJN
📉 INSTABILITEIT IN DE JOURNALISTIEK
Snelle veranderingen door sociale media.
Journalistieke normen vervagen.
Meer actoren en onvoorspelbare productie.
Oude aannames worden herzien.
⚡ POP-UP NIEUWS ECOLOGIE
Flexibele, tijdelijke nieuwsstructuren.
Ontstaan buiten traditionele redacties.
Term komt uit Syrië (burger- en oppositiemedia).
Reageert op informatieleemtes en machtsstructuren.
🌍 NEWS ECOLOGY ALS ANALYSEKADER
Brede kijk op nieuwsproductie (Wahl-Jorgensen, McLuhan, Nardi & O'Day).
Systeem van mensen, waarden, technologie.
Kenmerken:
1. Relaties tussen actoren
2. Diversiteit van rollen
3. Co-evolutie
4. Centrale actoren ("keystone species")
SYRISCHE POP-UP NIEUWS ECOLOGIE
Reactie op staatspropaganda.
Steun via diaspora en buitenlandse media.
Activisten gebruikten Engels, islamisten Arabisch.
Sociale media = kernkanaal.
,Marketing teksten
Verschillende actoren (vreedzaam vs gewapend).
POP-UP NIEUWS ECOLOGIE IN DE VS
Ontstaan uit politiegeweld tegen Afro-Amerikanen.
Actoren: livestreamers, bloggers, activistensites.
Platforms: Twitter, YouTube, black press.
Functioneert buiten mainstream media.
Storytelling vanuit de gemeenschap zelf.
⚖️
REACTIE OP SUBNATIONAAL AUTORITARISME (VS)
Politiegeweld toont autoritaire tendensen.
Digitale media als tegenmacht.
Hashtags (#Ferguson, #BLM) mobiliseren actie.
📲 DIGITALE DYNAMIEK
Nieuwsverspreiding via sociale media.
Livebeelden (bv. Philando Castile) zijn cruciaal.
Activisten als nieuwe nieuwsbronnen.
Platforms = fundamenteel, maar fragiel (verwijdering van content).
🌐 EXTERNE ACTOREN
Syrië: steun van internationale media.
VS: binnenlandse activisten domineren.
Mediapartners & tegenstanders: van Huffington Post tot Drudge Report.
Ook buitenlandse beïnvloeding (bv. RT).
🧬 KENMERKEN VAN POP-UP NIEUWS ECOLOGIEËN
Snel, vloeibaar, tijdelijk.
Zelfstandige normen en waarden.
Geen nabootsing van traditionele media.
Gericht op het eigen publiek.
🚧 TOEKOMST & BEDREIGINGEN
Polymorfisme: verschillende vormen en netwerken.
Sub-ecologieën: bv. Dakota Access Pipeline-protesten.
Risico’s:
o Censuur door platformen.
o Vervanging door nieuwe formats.
o Escalatie door extreme actoren.
MEDIACONCENTRATIE IN VLAANDEREN
📣 WAAROM IS MEDIACONCENTRATIE BELANGRIJK?
Media beïnvloeden gedrag (bv. kledingkeuze, kijkgedrag, opinies).
Informatie = macht → concentratie beperkt pluralisme.
Gevolgen:
, Marketing teksten
o Politiek: minder ruimte voor kleine partijen, beïnvloeding publieke opinie.
o Economisch: risico op misinformatie, belemmering van innovatie.
🧮 WAT IS MEDIACONCENTRATIE? HOE METEN WE HET?
Definitie: controle over productie, distributie, werkgelegenheid.
Democratische benadering: focus op opiniediversiteit (inhoudsanalyse).
Economische benadering: focus op marktmacht.
📊 Meetinstrumenten:
C4-index: marktaandeel top 4 spelers.
HHI (Herfindahl-Hirschman Index): kwadraten van marktaandelen → hoe hoger, hoe meer
concentratie.
🔁 WAARDEKETEN VOOR MEDIAPRODUCTEN
1. Contentcreatie: journalisten, agentschappen, advertenties.
2. Aggregatie: samenstelling tot een krant, tv-programma, website.
3. Distributie: bezorging via winkels, kabel, internet.
📄 Voorbeeld: geschreven pers
Tweeledige markt (verkoop + advertenties).
Uitgevers beheren meerdere functies.
🧱 SOORTEN MEDIACONCENTRATIE
1. Horizontale concentratie
o Binnen één schakel.
o Bv. Mediahuis bezit meerdere kranten.
2. Verticale concentratie
o Controle over meerdere schakels.
o Bv. Telenet: productie (Woestijnvis), aggregatie (Play-zenders), distributie (kabel).
3. Crossmediale concentratie
o Over verschillende mediatypes heen.
o Bv. DPG Media (tv, radio, pers).
📍 SITUATIE IN VLAANDEREN
VRM monitort en publiceert rapporten.
Concentratieverschillen per medium:
📻 Radio: hoge concentratie, weinig landelijke spelers.
📺 Televisie: veel zenders, maar geconcentreerde eigendom.
📰 Pers: sterke integratie, beperkte spelers.
🌐 Internet: Vlaamse invloed beperkt, dominantie door internationale techbedrijven.
🔗 CROSSMEDIALITEIT EN VERWEVENHEID
Crossmediale voorbeelden:
o Sporza (tv, radio, online),
o Ketnet (multikanaal),
o HLN-content op VTM en Qmusic.
🎯 Doelen:
TOPIC 1
THE HIERARCHY OF INFLUENCES MODEL (REESE & SHOEMAKER)
MEDIATIE VAN DE MODERNE WERELD
Indirecte ervaring via media.
Mediatieproces = sociaal en institutioneel gevormd.
🧱 MODEL: HIERARCHY OF INFLUENCES (SHOEMAKER & REESE)
5 niveaus die mediacontent beïnvloeden:
1. Individu: journalistieke waarden & kenmerken.
2. Routines: werkpraktijken & gewoontes.
3. Organisatie: redactionele structuren & controle.
4. Sociale instituties: overheid, PR, reclame.
5. Sociaal systeem: ideologieën & macht.
📰 ROL VAN JOURNALISTIEK
Waarheidsgetrouwheid vereist, anders dan fictie.
Ethische, juridische en professionele implicaties.
⚙️
TECHNOLOGIE & MEDIA
Grenzen vervagen tussen beroepen & organisaties.
Ruimtelijke wending in mediastudies:
o Netwerken (Castells)
o Velden (Bourdieu)
o Publieke sfeer (Habermas)
🌐 NETWORKED PUBLIC SPHERE
Digitale disruptie: minder poortwachters, meer participatie.
Nieuwe vormen:
o Networked journalism (Jarvis)
o Networked 4th estate (Benkler)
o Networked institution (Anderson et al.)
🧬 NIEUWS ALS ECOSYSTEEM
Samenwerking tussen grote media & kleinere spelers.
Aggregatie en herstructurering van nieuws.
Datajournalistiek & computationele journalistiek:
o Algoritmes, big data, visualisatie.
o Gepersonaliseerd nieuws via technologie.
🕰️
HISTORISCHE CONTEXT MEDIASOCIOLOGIE
Reactie op beperkt effectonderzoek.
Evolutie:
o Van Chicago school (holistisch)
o Naar Columbia (consumptiegericht)
o Kritisch: gatekeeping & newsroom control
,Marketing teksten
🧠 STRUCTUUR VS. AGENCY
Journalisten werken binnen structuren, maar hebben ook individuele invloed.
Kritiek: nieuws = sociaal geconstrueerde realiteit.
🌍 GLOBALISERING & MEDIA
Media zijn globaal verbonden.
Elitemedia beïnvloeden internationale communicatie.
🧩 NIEUWE CONCEPTEN & BENADERINGEN
Aanpassing van hiërarchie aan nieuwe media.
Actor-netwerktheorie (Latour): technologieën als actoren.
Assemblage (Anderson): dynamisch samengestelde nieuwspraktijken.
Hybride mediasystemen (Chadwick): politiek, technologie & journalistiek verweven.
🧭 CONCLUSIE: NETWERKENDE PUBLIEKE SFEER
Nieuwe ruimten van deliberatie en mediagebruik.
Context blijft essentieel: netwerken zijn ingebed in sociale structuren.
Assemblage & ruimte als sleutelbegrippen.
Actoren: journalisten, burgers, activisten, overheden, NGO’s.
Voorbeeld: Groene publieke sfeer in China (Reese, 2015)
HOE EN WAAROM POP-UP NIEUWSECOLOGIEN ER ZIJN
📉 INSTABILITEIT IN DE JOURNALISTIEK
Snelle veranderingen door sociale media.
Journalistieke normen vervagen.
Meer actoren en onvoorspelbare productie.
Oude aannames worden herzien.
⚡ POP-UP NIEUWS ECOLOGIE
Flexibele, tijdelijke nieuwsstructuren.
Ontstaan buiten traditionele redacties.
Term komt uit Syrië (burger- en oppositiemedia).
Reageert op informatieleemtes en machtsstructuren.
🌍 NEWS ECOLOGY ALS ANALYSEKADER
Brede kijk op nieuwsproductie (Wahl-Jorgensen, McLuhan, Nardi & O'Day).
Systeem van mensen, waarden, technologie.
Kenmerken:
1. Relaties tussen actoren
2. Diversiteit van rollen
3. Co-evolutie
4. Centrale actoren ("keystone species")
SYRISCHE POP-UP NIEUWS ECOLOGIE
Reactie op staatspropaganda.
Steun via diaspora en buitenlandse media.
Activisten gebruikten Engels, islamisten Arabisch.
Sociale media = kernkanaal.
,Marketing teksten
Verschillende actoren (vreedzaam vs gewapend).
POP-UP NIEUWS ECOLOGIE IN DE VS
Ontstaan uit politiegeweld tegen Afro-Amerikanen.
Actoren: livestreamers, bloggers, activistensites.
Platforms: Twitter, YouTube, black press.
Functioneert buiten mainstream media.
Storytelling vanuit de gemeenschap zelf.
⚖️
REACTIE OP SUBNATIONAAL AUTORITARISME (VS)
Politiegeweld toont autoritaire tendensen.
Digitale media als tegenmacht.
Hashtags (#Ferguson, #BLM) mobiliseren actie.
📲 DIGITALE DYNAMIEK
Nieuwsverspreiding via sociale media.
Livebeelden (bv. Philando Castile) zijn cruciaal.
Activisten als nieuwe nieuwsbronnen.
Platforms = fundamenteel, maar fragiel (verwijdering van content).
🌐 EXTERNE ACTOREN
Syrië: steun van internationale media.
VS: binnenlandse activisten domineren.
Mediapartners & tegenstanders: van Huffington Post tot Drudge Report.
Ook buitenlandse beïnvloeding (bv. RT).
🧬 KENMERKEN VAN POP-UP NIEUWS ECOLOGIEËN
Snel, vloeibaar, tijdelijk.
Zelfstandige normen en waarden.
Geen nabootsing van traditionele media.
Gericht op het eigen publiek.
🚧 TOEKOMST & BEDREIGINGEN
Polymorfisme: verschillende vormen en netwerken.
Sub-ecologieën: bv. Dakota Access Pipeline-protesten.
Risico’s:
o Censuur door platformen.
o Vervanging door nieuwe formats.
o Escalatie door extreme actoren.
MEDIACONCENTRATIE IN VLAANDEREN
📣 WAAROM IS MEDIACONCENTRATIE BELANGRIJK?
Media beïnvloeden gedrag (bv. kledingkeuze, kijkgedrag, opinies).
Informatie = macht → concentratie beperkt pluralisme.
Gevolgen:
, Marketing teksten
o Politiek: minder ruimte voor kleine partijen, beïnvloeding publieke opinie.
o Economisch: risico op misinformatie, belemmering van innovatie.
🧮 WAT IS MEDIACONCENTRATIE? HOE METEN WE HET?
Definitie: controle over productie, distributie, werkgelegenheid.
Democratische benadering: focus op opiniediversiteit (inhoudsanalyse).
Economische benadering: focus op marktmacht.
📊 Meetinstrumenten:
C4-index: marktaandeel top 4 spelers.
HHI (Herfindahl-Hirschman Index): kwadraten van marktaandelen → hoe hoger, hoe meer
concentratie.
🔁 WAARDEKETEN VOOR MEDIAPRODUCTEN
1. Contentcreatie: journalisten, agentschappen, advertenties.
2. Aggregatie: samenstelling tot een krant, tv-programma, website.
3. Distributie: bezorging via winkels, kabel, internet.
📄 Voorbeeld: geschreven pers
Tweeledige markt (verkoop + advertenties).
Uitgevers beheren meerdere functies.
🧱 SOORTEN MEDIACONCENTRATIE
1. Horizontale concentratie
o Binnen één schakel.
o Bv. Mediahuis bezit meerdere kranten.
2. Verticale concentratie
o Controle over meerdere schakels.
o Bv. Telenet: productie (Woestijnvis), aggregatie (Play-zenders), distributie (kabel).
3. Crossmediale concentratie
o Over verschillende mediatypes heen.
o Bv. DPG Media (tv, radio, pers).
📍 SITUATIE IN VLAANDEREN
VRM monitort en publiceert rapporten.
Concentratieverschillen per medium:
📻 Radio: hoge concentratie, weinig landelijke spelers.
📺 Televisie: veel zenders, maar geconcentreerde eigendom.
📰 Pers: sterke integratie, beperkte spelers.
🌐 Internet: Vlaamse invloed beperkt, dominantie door internationale techbedrijven.
🔗 CROSSMEDIALITEIT EN VERWEVENHEID
Crossmediale voorbeelden:
o Sporza (tv, radio, online),
o Ketnet (multikanaal),
o HLN-content op VTM en Qmusic.
🎯 Doelen: