Biologische basis van gedrag
Leerpad 1
1.1. Maak kennis met de cellen in het zenuwstelsel
Er zitten 86 miljard neuronen (hersencellen) in ons brein
In de hersenen
Ruggenmerk
Mensenlijke hersenen: complexe structuur dat er kan zijn
bevatten biljoenen cellen
2 grote groepen van cellen
1: neuronen – impulsgeleide cellen
Dendriet: ontvangen impulsen van zenuwcellen, signalen worden
opgevangen en vervoert naar hat cellichaam
contact met heel veel verschillende cellen
Cellichaam: alle signalen worden gebundeld, voldoende signalen naar
het axon
Axon: transporteren informatie weg van het cellichamen (1meter of
langer)
myelineschede: liggen rondom het axon, zijn gevuld met vet (isolatie)
zorgt voor versnelling van de transmissie
insnoering van Ranvier: knoop van Ranvier
NIET ALLE neuronen hebben myelineschede: alleen lange neuronen
, Biologische basis van gedrag
3 grote verschillende neuronen
Naam Sensorische neuronen/ Motorisch neuron/ Schakelneuron/
Afferent neuron/ efferent neuron/ Interneuron
Aanvoerend neuron exporterend neuron
Bevinden zich in het centrale
zenuwstelsel
Voeren naar de Voeren naar spieren
hersenen en en klieren van het
ruggenmerg lichaam
Functie doorgeven vanuit de Zorgen ervoor dat Tussenstation tussen motorisch &
zintuigen tast, geur ,lichaam kan sensorische.
smaak, zicht, gehoor reageren op Helpen bij geheugen, leren
signalen
Kenmerk lang, hebben vaak Lang, cellichaam Korter, veel vertakkingen
en lange dendrieten, bevind zich in het
dendrieten zijn centrale
gevoelens voor zenuwstelsel
specifieke prikkels (hersenen)
Werken samen om informatie te sturen en te reageren ook interne
processen coördineren
2: gliacellen: steuncellen (onderhouden en beschermen)
- Sturen geen elektrische impulsen
- onderhouden & beschermen de neuronen
, Biologische basis van gedrag
3 soorten gliacellen
Naam Microglia astrocyten Oligodendrocyten
Functie Verwijderen van dode Leveren voedingstoffen Produceren en
cellen via fafocytose zoals glucose, zuurstof onderhouden
(cellen veranderen van Schadelijke stoffen myelineschede in het
vorm) afbreken centrale zenuwstelsel
Reguleren ionenbalans Beschadeging?
Effect op Myelineschede brokkelt af
neurotransmitters
Kenmerk Bewegelijk, veranderen Bloed- hersenenbarrière Myelinisatie in CZS
en van vorm Voedingstoffen Idem schwann-cellen in
ONDERDEEL van periferezenuwstelsel
immuunsysteem
Overzicht: neuronen & gliacellen
= hebben effect op neuronen
, Biologische basis van gedrag
Bloedvaten Neuronen Gliacellen
Regelen samen de Synchronisatie:
bloedtevoer Zeer belangrijk voor
onze cognitieve
Neuronen: zuurstof nodig
functies
om te kunnen functioneren
Astrocyten: opname
Bloedvaten: leveren
en afgifte van
zuurstof
transmitters
Complex samenspel:
Oligodentrocyten:
neuronen & bloedstelsel
door hun isolerend
(vasculair samenstelsel):
laagje kunnen
samen zorgen ze ervoor dat
zenuwcellen
bloedvaten kunnen opgaan
nauwkeuriger zijn
(vasodulitatie) of dat ze
gliacellen kregen de
naam omdat ze
Neurovasculaire dachten dat ze de lijm
communicatie: vormden tussen
neuronen
Communicatie via chemische
signalen functies: gevarieerd en
belangrijk
Kortom: bloedvaten zijn niet
alleen pijpleidingen sommige gliacellen
Bij de embryonale ontwikkeling maken contact met de
ontwikkelen er meer neuronen dan synaptische spleten
nodig, daarna gebeurd er een van neuronen & de
snoeiproces werking van
neurotrasmitter
Foetale alcoholsyndroom: overtollig invloeden door op te
alcoholgebruik bij moeder nemen en los te laten
Neurogese Nieuwe neuronen: voor zijn betrokken bij de
nieuwe informatie op te slaan myelinisatie van
stres verminderd de aanmaak van axonen & spelen rol bij
neuronen vormen van nieuwe
synaptische
connecties tussen
neuronen
Neurovasculaire eenheid als functionele eenheid
Leerpad 1
1.1. Maak kennis met de cellen in het zenuwstelsel
Er zitten 86 miljard neuronen (hersencellen) in ons brein
In de hersenen
Ruggenmerk
Mensenlijke hersenen: complexe structuur dat er kan zijn
bevatten biljoenen cellen
2 grote groepen van cellen
1: neuronen – impulsgeleide cellen
Dendriet: ontvangen impulsen van zenuwcellen, signalen worden
opgevangen en vervoert naar hat cellichaam
contact met heel veel verschillende cellen
Cellichaam: alle signalen worden gebundeld, voldoende signalen naar
het axon
Axon: transporteren informatie weg van het cellichamen (1meter of
langer)
myelineschede: liggen rondom het axon, zijn gevuld met vet (isolatie)
zorgt voor versnelling van de transmissie
insnoering van Ranvier: knoop van Ranvier
NIET ALLE neuronen hebben myelineschede: alleen lange neuronen
, Biologische basis van gedrag
3 grote verschillende neuronen
Naam Sensorische neuronen/ Motorisch neuron/ Schakelneuron/
Afferent neuron/ efferent neuron/ Interneuron
Aanvoerend neuron exporterend neuron
Bevinden zich in het centrale
zenuwstelsel
Voeren naar de Voeren naar spieren
hersenen en en klieren van het
ruggenmerg lichaam
Functie doorgeven vanuit de Zorgen ervoor dat Tussenstation tussen motorisch &
zintuigen tast, geur ,lichaam kan sensorische.
smaak, zicht, gehoor reageren op Helpen bij geheugen, leren
signalen
Kenmerk lang, hebben vaak Lang, cellichaam Korter, veel vertakkingen
en lange dendrieten, bevind zich in het
dendrieten zijn centrale
gevoelens voor zenuwstelsel
specifieke prikkels (hersenen)
Werken samen om informatie te sturen en te reageren ook interne
processen coördineren
2: gliacellen: steuncellen (onderhouden en beschermen)
- Sturen geen elektrische impulsen
- onderhouden & beschermen de neuronen
, Biologische basis van gedrag
3 soorten gliacellen
Naam Microglia astrocyten Oligodendrocyten
Functie Verwijderen van dode Leveren voedingstoffen Produceren en
cellen via fafocytose zoals glucose, zuurstof onderhouden
(cellen veranderen van Schadelijke stoffen myelineschede in het
vorm) afbreken centrale zenuwstelsel
Reguleren ionenbalans Beschadeging?
Effect op Myelineschede brokkelt af
neurotransmitters
Kenmerk Bewegelijk, veranderen Bloed- hersenenbarrière Myelinisatie in CZS
en van vorm Voedingstoffen Idem schwann-cellen in
ONDERDEEL van periferezenuwstelsel
immuunsysteem
Overzicht: neuronen & gliacellen
= hebben effect op neuronen
, Biologische basis van gedrag
Bloedvaten Neuronen Gliacellen
Regelen samen de Synchronisatie:
bloedtevoer Zeer belangrijk voor
onze cognitieve
Neuronen: zuurstof nodig
functies
om te kunnen functioneren
Astrocyten: opname
Bloedvaten: leveren
en afgifte van
zuurstof
transmitters
Complex samenspel:
Oligodentrocyten:
neuronen & bloedstelsel
door hun isolerend
(vasculair samenstelsel):
laagje kunnen
samen zorgen ze ervoor dat
zenuwcellen
bloedvaten kunnen opgaan
nauwkeuriger zijn
(vasodulitatie) of dat ze
gliacellen kregen de
naam omdat ze
Neurovasculaire dachten dat ze de lijm
communicatie: vormden tussen
neuronen
Communicatie via chemische
signalen functies: gevarieerd en
belangrijk
Kortom: bloedvaten zijn niet
alleen pijpleidingen sommige gliacellen
Bij de embryonale ontwikkeling maken contact met de
ontwikkelen er meer neuronen dan synaptische spleten
nodig, daarna gebeurd er een van neuronen & de
snoeiproces werking van
neurotrasmitter
Foetale alcoholsyndroom: overtollig invloeden door op te
alcoholgebruik bij moeder nemen en los te laten
Neurogese Nieuwe neuronen: voor zijn betrokken bij de
nieuwe informatie op te slaan myelinisatie van
stres verminderd de aanmaak van axonen & spelen rol bij
neuronen vormen van nieuwe
synaptische
connecties tussen
neuronen
Neurovasculaire eenheid als functionele eenheid