lOMoARcPSD|12676401
Samenvatting ziekteleer
Gezondheids- en ziekteleer (Katholieke Universiteit Leuven)
Scan to open on Studocu
Studocu is not sponsored or endorsed by any college or university
Downloaded by Sofie Bosmans ()
, lOMoARcPSD|12676401
Abhulimhen Jason KU Leuven 1e Bachelor LO & BW 2016-2017 Examen Januari
Gezondheidsleer
H1: Aandoeningen v/h respiratoire systeem (64 pagina’s)
H1: Kennis
1.1 Structuur en functie van het respiratoir systeem
Homeostase
Het op peil houden van bepaalde processen in het lichaam
Ademhalingsregelsysteem
1) Decrease of O2 tension (PO2)
2) O2 sensing
3) closure of potassium channels
4) cell depolarisation
5) opening of calcium channels
6) increase of cytosolic calcium concentration, [Ca2+]
7) transmitter release
8) activation of afferent fibres, which send the information to the central nervous system (CNS).
Respiratoire spieren
Belangrijkste: Diafragma
> borstkast zet uit, middenrif duwt naar beneden
Hulp: intercostaal (tussen ribben) en halsspieren
> bij zieken in rust nodig, anders enkel bij inspanning
Drukregeling voor het ademen
Contractie AH-spieren
> thorax wordt groter
Druk negatief in de longen
> Lucht stroomt in de longen
Thoraxwand
de thoraxwand dient de inademspier activiteit te volgen
thoraxwand stijfheid (bv kyfoscoliosis)
de long volgt de thoraxexpansie dank zij het pleuraal systeem
Viscerale pleura hangt vast aan de long
Parietale pleura hangt vast aan de thorax
Downloaded by Sofie Bosmans ()
, lOMoARcPSD|12676401
Pleuraholte
Ruimte tussen viscerale pleura & parietale pleura
kleine hoeveelheid vocht tss deze twee
> door continue productie van vocht doorheen de pleurale capillairen
negatieve intrapleurale druk (1) is sterker dan retractie kracht van het longparenchym (2)
Bloedsomloop & lymfenvatenstelsel
Kleine bloedsomloop
> lagere druk: Systolisch 22 / diastolisch 8 mmHg
Grote bloedsomloop
> lagere druk: Systolisch 120 / diastolisch 80 mmHg
Alveolen
Watermoleculen binnenin de rand van de alveolen kunnen elkaar aantrekken en zo word de lucht bij het
uitademen uit de alveolen geduwd, wanneer de watermoleculen weer uitzetten kan lucht worden opgenomen.
Ontvangt CO2 uit bloedstroom
Geeft O2 af aan bloedstroom
Hersencortex
Activerende rol op de ademcentra in wakkere toestand
Laat toe dat we willekeurig bv. de adem kunnen ophouden
Tussenhersenen
= emotioneel brein
vecht of vlucht
1.2 Pathofysiologie van dyspneu (het hoofdsymptoom van aandoeningen van het respiratoir systeem en …)
Dysnpneu/kortademigheid
is een sensatie uitgaande van de hersencortex die ontstaat
als er een toegenomen efferente motoneurale activiteit nodig is om te ademen
en afferente feedback-signalen informatie aanleveren dat deze toegenomen motoneurale activiteit naar
verhouding te weinig ventilatie aangeeft
Downloaded by Sofie Bosmans ()
, lOMoARcPSD|12676401
Dyspneu tijdens inspanning
tijdens inspanning: bij gezonden geen detecteerbare verandering in PaO2 en PaCO2,
bij inspanning neemt de ventilatie toe in proportie met de toename in zuurstofconsumptie en
koolzuurproductie
bij aanvang v/d (lichte) inspanning neemt de ademhaling uitermate snel, eigenlijk onmiddellijk, toe zonder dat
er al noemenswaardige afgifte van CO2 uit de actieve weefsels in de bloedbaan is gebeurd
directe “input” van de motorische hersen cortex op de hersenstam? ….?
1.3 Specifieke stoornissen in…
1.3.1 Ademregulatie
Hypoventilatiesyndroom
Wat?
Wanneer me in slaap valt (of zelfs in wakker toestand) kan men niet zelfstandig en automatisch ademen
Griekse mythe
Volgens oude verhalen zou het een vloek zijn “The Goddess Ondine and the curse”
Hyperventilatiesyndroom
Wat?
Angst of stress gebonden overademen
Hoe?
Stress via de “émotional brain” vecht- of vluchtreactie: sterke activatie van het sympatisch
zenuwstelsel waardoor o.a. fysiologische hyperventilatie “doel”: zuurstofreserve opbouwen om te
gebruiken zo nodig
Gevolg
de te hoge sympatische prikkeling (en de te lage PCO2 ) geeft aanleiding tot lichamelijke gewaarwordingen:
Dyspneu
gevoel niet te kunnen doorademen
benauwd thoracaal gevoel, zelfs thoracale pijn
Duiziligheid (door te weinig o2 naar hersenen)
Tintelingen in vingers, handen & lippen
Kramptoestand (enkel in extreme toestanden)
Onrust / Paniek
Downloaded by Sofie Bosmans ()
Samenvatting ziekteleer
Gezondheids- en ziekteleer (Katholieke Universiteit Leuven)
Scan to open on Studocu
Studocu is not sponsored or endorsed by any college or university
Downloaded by Sofie Bosmans ()
, lOMoARcPSD|12676401
Abhulimhen Jason KU Leuven 1e Bachelor LO & BW 2016-2017 Examen Januari
Gezondheidsleer
H1: Aandoeningen v/h respiratoire systeem (64 pagina’s)
H1: Kennis
1.1 Structuur en functie van het respiratoir systeem
Homeostase
Het op peil houden van bepaalde processen in het lichaam
Ademhalingsregelsysteem
1) Decrease of O2 tension (PO2)
2) O2 sensing
3) closure of potassium channels
4) cell depolarisation
5) opening of calcium channels
6) increase of cytosolic calcium concentration, [Ca2+]
7) transmitter release
8) activation of afferent fibres, which send the information to the central nervous system (CNS).
Respiratoire spieren
Belangrijkste: Diafragma
> borstkast zet uit, middenrif duwt naar beneden
Hulp: intercostaal (tussen ribben) en halsspieren
> bij zieken in rust nodig, anders enkel bij inspanning
Drukregeling voor het ademen
Contractie AH-spieren
> thorax wordt groter
Druk negatief in de longen
> Lucht stroomt in de longen
Thoraxwand
de thoraxwand dient de inademspier activiteit te volgen
thoraxwand stijfheid (bv kyfoscoliosis)
de long volgt de thoraxexpansie dank zij het pleuraal systeem
Viscerale pleura hangt vast aan de long
Parietale pleura hangt vast aan de thorax
Downloaded by Sofie Bosmans ()
, lOMoARcPSD|12676401
Pleuraholte
Ruimte tussen viscerale pleura & parietale pleura
kleine hoeveelheid vocht tss deze twee
> door continue productie van vocht doorheen de pleurale capillairen
negatieve intrapleurale druk (1) is sterker dan retractie kracht van het longparenchym (2)
Bloedsomloop & lymfenvatenstelsel
Kleine bloedsomloop
> lagere druk: Systolisch 22 / diastolisch 8 mmHg
Grote bloedsomloop
> lagere druk: Systolisch 120 / diastolisch 80 mmHg
Alveolen
Watermoleculen binnenin de rand van de alveolen kunnen elkaar aantrekken en zo word de lucht bij het
uitademen uit de alveolen geduwd, wanneer de watermoleculen weer uitzetten kan lucht worden opgenomen.
Ontvangt CO2 uit bloedstroom
Geeft O2 af aan bloedstroom
Hersencortex
Activerende rol op de ademcentra in wakkere toestand
Laat toe dat we willekeurig bv. de adem kunnen ophouden
Tussenhersenen
= emotioneel brein
vecht of vlucht
1.2 Pathofysiologie van dyspneu (het hoofdsymptoom van aandoeningen van het respiratoir systeem en …)
Dysnpneu/kortademigheid
is een sensatie uitgaande van de hersencortex die ontstaat
als er een toegenomen efferente motoneurale activiteit nodig is om te ademen
en afferente feedback-signalen informatie aanleveren dat deze toegenomen motoneurale activiteit naar
verhouding te weinig ventilatie aangeeft
Downloaded by Sofie Bosmans ()
, lOMoARcPSD|12676401
Dyspneu tijdens inspanning
tijdens inspanning: bij gezonden geen detecteerbare verandering in PaO2 en PaCO2,
bij inspanning neemt de ventilatie toe in proportie met de toename in zuurstofconsumptie en
koolzuurproductie
bij aanvang v/d (lichte) inspanning neemt de ademhaling uitermate snel, eigenlijk onmiddellijk, toe zonder dat
er al noemenswaardige afgifte van CO2 uit de actieve weefsels in de bloedbaan is gebeurd
directe “input” van de motorische hersen cortex op de hersenstam? ….?
1.3 Specifieke stoornissen in…
1.3.1 Ademregulatie
Hypoventilatiesyndroom
Wat?
Wanneer me in slaap valt (of zelfs in wakker toestand) kan men niet zelfstandig en automatisch ademen
Griekse mythe
Volgens oude verhalen zou het een vloek zijn “The Goddess Ondine and the curse”
Hyperventilatiesyndroom
Wat?
Angst of stress gebonden overademen
Hoe?
Stress via de “émotional brain” vecht- of vluchtreactie: sterke activatie van het sympatisch
zenuwstelsel waardoor o.a. fysiologische hyperventilatie “doel”: zuurstofreserve opbouwen om te
gebruiken zo nodig
Gevolg
de te hoge sympatische prikkeling (en de te lage PCO2 ) geeft aanleiding tot lichamelijke gewaarwordingen:
Dyspneu
gevoel niet te kunnen doorademen
benauwd thoracaal gevoel, zelfs thoracale pijn
Duiziligheid (door te weinig o2 naar hersenen)
Tintelingen in vingers, handen & lippen
Kramptoestand (enkel in extreme toestanden)
Onrust / Paniek
Downloaded by Sofie Bosmans ()