Maatschappelijk bewegingsveld
LOBR 1 | Tine Sleurs
H1: CONCEPTUEEL KADER
Minister van sport = Annick de ridder (NVA)
Definities i.v.m. bewegingsactiviteit en sport
• LO
• Bewegen
• Fysieke activiteit
• Sport kan middel zijn voor transport, entertainment, gezondheid, sociale
doelstellingen
Bewegingscultuur
• Verwijst naar manier waarop mensen omgaan met het gegeven dat zij
lichamelijk in de wereld zijn en met idee dat het voor hun welzijn is
gewenst, ook afgezien van dat wat voor hun directe levens onderhoud
nodig is, te bewegen
• Je bent lichamelijk actief
• Vb. dagelijkse taken, kubben, fietsen naar school, stappen tellen, in tuin
werken
Spelen
• Vrije handeling, niet gemeend en buiten het gewone leven staande, die
bewust is en de speler volledig in beslag kan nemen.
• Geen direct materieel belang of nut mee verbonden.
• Verloopt binnen een opzettelijk bepaalde tijd en ruimte
• Geordend volgens bepaalde regels
• Ontwikkelt gemeenschapsbanden
• Het spel wordt getypeerd door:
een gevoel van vrijheid en totale inleving
het verloopt min of meer gestructureerd
er is sprake van sociaal contact
• Spellen waar je niet bij beweegt: bordspelen, kaartspelen, schaken
1
, • Mama en papa spelen inleving, regels bepaald (baby mag niet
rechtstaan)
Wedstrijdspelen
• Strijd van twee of meer personen om uit te maken wie op een bepaald
gebied de sterkste is, wie het meest presteren kan, al of niet om een
uitgeloofde prijs te behalen.
• Strijd is aanwezig in activiteit met speels karakter
• Zero- sum games = wedstrijdspelen met verliezer en winnaar som van
wint en verlies = 0
• Toegepast op bewegingscultuur sport-games of sport- wedstrijdspelen
Bewegingsspelen
• Spelen waarbij het spelproces niet berust op een wedstrijdelement van de
bewegings- activiteit maar wel op de motorische actie en interactie van de
spelers.
• Doel is niet om te winnen
• Non-zero sum games = enkel winnaars
• Vb. teambulding
Lichaamsoefeningen
• Systematisch aangewende oefenvormen met als doel het onderhouden,
ontwikkelen of herstellen van de fysieke eigenschappen van somatische,
fysiologische of psychomotorische aard
Somatisch van aard = uiterlijk van lichaam veranderen
Fysiologisch van aard = uithouding van lichaam veranderen
• Niet samen oefeningen doen, maar bepaalde eigenschappen aan je
lichaam veranderen
• Fysieke verbetering vh lichaam
• Voorspelbaar, niet afhankelijk van onvoorziene omstandigheden
• Gesloten bewegingssituaties
2
, HOMO MOVENS (RENSON)
EXAMEN: bewegingen in juiste kader
Handelend
zetten e
Oefenend Spelend
Staand
e
EXAMEN: Kunnen uitleggen op examen, van buiten naar binnen
3
, H2: DEFINIËREN VAN SPORT
Definitie van sport volgens Vlaamse Sportraad:
• Fysieke activiteiten met gereglementeerde organisatie en met
cardiovasculair of trainingseffect die persoon in gezonde, milieuvriendelijke
en ethische omstandigheden verricht
Definitie van sport volgens GAISF (Global Association of International Sports
Federations)
• Sport moet een element van competitie bevatten
• Sport is niet gebaseerd op toeval/geluk
• Sport behoudt geen buitensporig risico voor de gezondheid/veiligheid van
de deelnemers
• Sport is niet schadelijk voor eender welke vorm van leven
• Sport is niet afhankelijk van het materiaal van 1 leverancier
Meest beoefende sport = wandelen
Welke elementen neemt De Knop op om te bepalen of je aan sport doet?
Wat is sport? – Sport en Maatschappij
Een sport moet voldoen aan deze 4 criteria
- Lichaamsbeweging – fysieke activiteit of inspanning vb. denksporten
zoals schaken= geen sport
- Spelvorm of competitie – spelkarakter of competitief element aanwezig
regels, doelen en soms ook tegenstanders
- Regelmaat – activiteit wordt op regelmatige basis beoefend, niet zomaar
eenmalig of sporadisch.
- Organisatie of institutionalisering – bepaalde vorm van organisatie
aanwezig vb. clubs, federaties
Geschiedenis van sport en spel
Homo ludens (spelende mens)
• bestaat al heel de geschiedenis
• Vanaf 1850 in Europese en westerse wereld meer belangstelling voor sport
en spel
• Spelen veranderen onder invloed van de tijdsgeest waarin ze gespeeld
worden
4
LOBR 1 | Tine Sleurs
H1: CONCEPTUEEL KADER
Minister van sport = Annick de ridder (NVA)
Definities i.v.m. bewegingsactiviteit en sport
• LO
• Bewegen
• Fysieke activiteit
• Sport kan middel zijn voor transport, entertainment, gezondheid, sociale
doelstellingen
Bewegingscultuur
• Verwijst naar manier waarop mensen omgaan met het gegeven dat zij
lichamelijk in de wereld zijn en met idee dat het voor hun welzijn is
gewenst, ook afgezien van dat wat voor hun directe levens onderhoud
nodig is, te bewegen
• Je bent lichamelijk actief
• Vb. dagelijkse taken, kubben, fietsen naar school, stappen tellen, in tuin
werken
Spelen
• Vrije handeling, niet gemeend en buiten het gewone leven staande, die
bewust is en de speler volledig in beslag kan nemen.
• Geen direct materieel belang of nut mee verbonden.
• Verloopt binnen een opzettelijk bepaalde tijd en ruimte
• Geordend volgens bepaalde regels
• Ontwikkelt gemeenschapsbanden
• Het spel wordt getypeerd door:
een gevoel van vrijheid en totale inleving
het verloopt min of meer gestructureerd
er is sprake van sociaal contact
• Spellen waar je niet bij beweegt: bordspelen, kaartspelen, schaken
1
, • Mama en papa spelen inleving, regels bepaald (baby mag niet
rechtstaan)
Wedstrijdspelen
• Strijd van twee of meer personen om uit te maken wie op een bepaald
gebied de sterkste is, wie het meest presteren kan, al of niet om een
uitgeloofde prijs te behalen.
• Strijd is aanwezig in activiteit met speels karakter
• Zero- sum games = wedstrijdspelen met verliezer en winnaar som van
wint en verlies = 0
• Toegepast op bewegingscultuur sport-games of sport- wedstrijdspelen
Bewegingsspelen
• Spelen waarbij het spelproces niet berust op een wedstrijdelement van de
bewegings- activiteit maar wel op de motorische actie en interactie van de
spelers.
• Doel is niet om te winnen
• Non-zero sum games = enkel winnaars
• Vb. teambulding
Lichaamsoefeningen
• Systematisch aangewende oefenvormen met als doel het onderhouden,
ontwikkelen of herstellen van de fysieke eigenschappen van somatische,
fysiologische of psychomotorische aard
Somatisch van aard = uiterlijk van lichaam veranderen
Fysiologisch van aard = uithouding van lichaam veranderen
• Niet samen oefeningen doen, maar bepaalde eigenschappen aan je
lichaam veranderen
• Fysieke verbetering vh lichaam
• Voorspelbaar, niet afhankelijk van onvoorziene omstandigheden
• Gesloten bewegingssituaties
2
, HOMO MOVENS (RENSON)
EXAMEN: bewegingen in juiste kader
Handelend
zetten e
Oefenend Spelend
Staand
e
EXAMEN: Kunnen uitleggen op examen, van buiten naar binnen
3
, H2: DEFINIËREN VAN SPORT
Definitie van sport volgens Vlaamse Sportraad:
• Fysieke activiteiten met gereglementeerde organisatie en met
cardiovasculair of trainingseffect die persoon in gezonde, milieuvriendelijke
en ethische omstandigheden verricht
Definitie van sport volgens GAISF (Global Association of International Sports
Federations)
• Sport moet een element van competitie bevatten
• Sport is niet gebaseerd op toeval/geluk
• Sport behoudt geen buitensporig risico voor de gezondheid/veiligheid van
de deelnemers
• Sport is niet schadelijk voor eender welke vorm van leven
• Sport is niet afhankelijk van het materiaal van 1 leverancier
Meest beoefende sport = wandelen
Welke elementen neemt De Knop op om te bepalen of je aan sport doet?
Wat is sport? – Sport en Maatschappij
Een sport moet voldoen aan deze 4 criteria
- Lichaamsbeweging – fysieke activiteit of inspanning vb. denksporten
zoals schaken= geen sport
- Spelvorm of competitie – spelkarakter of competitief element aanwezig
regels, doelen en soms ook tegenstanders
- Regelmaat – activiteit wordt op regelmatige basis beoefend, niet zomaar
eenmalig of sporadisch.
- Organisatie of institutionalisering – bepaalde vorm van organisatie
aanwezig vb. clubs, federaties
Geschiedenis van sport en spel
Homo ludens (spelende mens)
• bestaat al heel de geschiedenis
• Vanaf 1850 in Europese en westerse wereld meer belangstelling voor sport
en spel
• Spelen veranderen onder invloed van de tijdsgeest waarin ze gespeeld
worden
4