Lise Waterschoot
Samenvatting: wero – tijd
1. Welkom!
2. Inleiding
Leerdoelen
o Europese tijdband tekenen en periodes benoemen.
o Aantonen dat we ook historisch kunnen ordenen volgens 4
samenlevingsvormen.
2.1 Geschiedenis als wetenschap
2.1.1 Algemeen
Geschiedenis = wetenschap die evolutie van menselijke activiteiten in verleden
bestudeert.
Verschillende aspecten:
1) Cultureel
2) Politiek
3) Economisch
4) …
Periodiseren altijd kunstmatig en subjectief toch didactische noodzaak
(totaliteit historisch gebeuren zinvol benaderen)
Periode Situering in tijd
Prehistorie/oudheid Tot ca. 500 n.C.
Middeleeuwen Van ca. 500 n.C. tot ca. 1500
Nieuwe tijden Van ca. 1500 tot ‘onze tijd’
Onze tijd Leerlingen kunnen nog levende getuigen ontmoeten
4 samenlevingsvormen onderscheiden:
De nomadische samenleving (jager-
voedselverzamelaar)
De agrarische (sedentaire)
samenleving (neolithicum)
1
,Lise Waterschoot
De industriële samenleving (vanaf ca.
1750)
De postindustriële samenleving (vanaf
ca. 1960)
2.2 Situeren in het historisch referentiekader
Referentiekader = schema dat je helpt om je te oriënteren in het verleden
Zaken uit verleden indelen volgens tijd, ruimte en maatschappelijk domein
2.2.1 Tijd
2.2.1.1 Tijdrekening
Christelijk Begindatum: geboorte Christus in jaar 1
Joods Vanaf schepping van wereld volgens O.T. = 3761 v.C.
Islamitisch Begint met vlucht Mohammed van Mekka naar Medina in 622
n.C.
Jaar korter dan christelijke volgens maancyclus
2.2.1.2 Tijdlijn
Zorgt voor structuur van verleden + overzicht belangrijke gebeurtenissen
Karakteristieken tijdbalk 3e graad lager onderwijs:
Heden duidelijk aangegeven
Plaatsing jaartallen overzichtelijk dankzij scherpe selectie van jaartallen
Perioden d.m.v. kleur zichtbaar
Tijdweergaven op schaal historische gebeurtenissen tot heden op
duidelijke en eenduidige wijze weergeven
2
,Lise Waterschoot
Indien tijdband begin van jaartelling omvat, duidelijk weergegeven Jaar
0 bestaat niet!
Historische gebeurtenissen zoveel mogelijk gevisualiseerd
2.2.1.3 Tijdsbesef bij kinderen
Leeftijd Tijdsbesef
0 – 3,5 jaar Pas in peutertijd: eerste tijdsbegrippen (vb. nu)
Rond 3 jaar: toename tijdswoorden, eerste besef van
tijdscycli (herkenning vaste patronen)
4 – 5 jaar Toename abstracte tijdsbegrip, vnl 5e leerjaar (vb.
gisteren, vandaag, morgen; kloktijd)
6 – 7 jaar Kennis seizoenen, maanden, weken en dagen
Beter begrip tijdsduur (verschilt van tijdsbesef!)
8 jaar Gevoel chronologie (weken, maanden, jaren)
9 – 11 jaar Dagelijks tijdsbesef volledig ontwikkeld
Historisch besef bij 9-jarigen (gebeurtenissen heden-
verleden-toekosmt); 10-jarigen (lang geleden-héél lang
geleden); 11-jarigen (chronologie a.d.h.v. tijdsbalken)
12+ jaar Historisch tijdsbesef voltooid op 13 – 14 jaar
Kinderen van 11 jaar historisch tijdsbesef ontwikkelen, kunnen we bevorderen
Cursorisch: iedere periode afzonderlijk behandelen
Thematisch: volgens thema werken
3 niveaus van ontwikkeling historisch besef:
1) Ontluikend: kleuteronderwijs en 1e leerjaar (langst geleden/heel lang
geleden/lang geleden/onze tijd)
2) Aanvankelijk: 2e – 4e leerjaar (verleden onderverdeeld in tijdsvakken met
verschillende kenmerken)
3) Voortgezet: 5e – 6e leerjaar (feitelijke kennis van en inzicht in kader van
tijdsvakken)
2.2.2 Ruimte
Periode Situering in tijd
Prehistorie/ Afrika – Nabije Oosten – Middellands zeegebied
oudheid
Middeleeuwen Europa
Nieuwe tijden Europa – kolonies – VS – Rusland
Onze tijd Wereld – ruimte
2.2.3 Maatschappelijke domeinen
3
, Lise Waterschoot
2.2.3.1 Politiek
Gaat over:
1) Machthebbers, zoals koningen en grondgebied waarover ze beheersen.
2) Machtsverhoudingen
3) Rechten en plichten
2.2.3.2 Economie
Gaat over:
1) Wat mensen doen om te (over-)leven
2) Voedsel, kleding, onderdak… inkomen om dat aan te schaffen
3) Landbouw, handel, nijverheid
2.2.3.3 Sociaal
Gaat over:
1) Verschillende groepen mensen in samenleving (verschillende manieren
ingedeeld):
Rijkdom
Politieke macht
Godsdienst
…
2.2.3.4 Cultuur
Gaat over:
1) Godsdienst, wetenschap, kunst, techniek, onderwijs…
2) Dagelijkse gewoonten zoals eten, drinken, mode, ontspanning
3. De prehistorie
4
Samenvatting: wero – tijd
1. Welkom!
2. Inleiding
Leerdoelen
o Europese tijdband tekenen en periodes benoemen.
o Aantonen dat we ook historisch kunnen ordenen volgens 4
samenlevingsvormen.
2.1 Geschiedenis als wetenschap
2.1.1 Algemeen
Geschiedenis = wetenschap die evolutie van menselijke activiteiten in verleden
bestudeert.
Verschillende aspecten:
1) Cultureel
2) Politiek
3) Economisch
4) …
Periodiseren altijd kunstmatig en subjectief toch didactische noodzaak
(totaliteit historisch gebeuren zinvol benaderen)
Periode Situering in tijd
Prehistorie/oudheid Tot ca. 500 n.C.
Middeleeuwen Van ca. 500 n.C. tot ca. 1500
Nieuwe tijden Van ca. 1500 tot ‘onze tijd’
Onze tijd Leerlingen kunnen nog levende getuigen ontmoeten
4 samenlevingsvormen onderscheiden:
De nomadische samenleving (jager-
voedselverzamelaar)
De agrarische (sedentaire)
samenleving (neolithicum)
1
,Lise Waterschoot
De industriële samenleving (vanaf ca.
1750)
De postindustriële samenleving (vanaf
ca. 1960)
2.2 Situeren in het historisch referentiekader
Referentiekader = schema dat je helpt om je te oriënteren in het verleden
Zaken uit verleden indelen volgens tijd, ruimte en maatschappelijk domein
2.2.1 Tijd
2.2.1.1 Tijdrekening
Christelijk Begindatum: geboorte Christus in jaar 1
Joods Vanaf schepping van wereld volgens O.T. = 3761 v.C.
Islamitisch Begint met vlucht Mohammed van Mekka naar Medina in 622
n.C.
Jaar korter dan christelijke volgens maancyclus
2.2.1.2 Tijdlijn
Zorgt voor structuur van verleden + overzicht belangrijke gebeurtenissen
Karakteristieken tijdbalk 3e graad lager onderwijs:
Heden duidelijk aangegeven
Plaatsing jaartallen overzichtelijk dankzij scherpe selectie van jaartallen
Perioden d.m.v. kleur zichtbaar
Tijdweergaven op schaal historische gebeurtenissen tot heden op
duidelijke en eenduidige wijze weergeven
2
,Lise Waterschoot
Indien tijdband begin van jaartelling omvat, duidelijk weergegeven Jaar
0 bestaat niet!
Historische gebeurtenissen zoveel mogelijk gevisualiseerd
2.2.1.3 Tijdsbesef bij kinderen
Leeftijd Tijdsbesef
0 – 3,5 jaar Pas in peutertijd: eerste tijdsbegrippen (vb. nu)
Rond 3 jaar: toename tijdswoorden, eerste besef van
tijdscycli (herkenning vaste patronen)
4 – 5 jaar Toename abstracte tijdsbegrip, vnl 5e leerjaar (vb.
gisteren, vandaag, morgen; kloktijd)
6 – 7 jaar Kennis seizoenen, maanden, weken en dagen
Beter begrip tijdsduur (verschilt van tijdsbesef!)
8 jaar Gevoel chronologie (weken, maanden, jaren)
9 – 11 jaar Dagelijks tijdsbesef volledig ontwikkeld
Historisch besef bij 9-jarigen (gebeurtenissen heden-
verleden-toekosmt); 10-jarigen (lang geleden-héél lang
geleden); 11-jarigen (chronologie a.d.h.v. tijdsbalken)
12+ jaar Historisch tijdsbesef voltooid op 13 – 14 jaar
Kinderen van 11 jaar historisch tijdsbesef ontwikkelen, kunnen we bevorderen
Cursorisch: iedere periode afzonderlijk behandelen
Thematisch: volgens thema werken
3 niveaus van ontwikkeling historisch besef:
1) Ontluikend: kleuteronderwijs en 1e leerjaar (langst geleden/heel lang
geleden/lang geleden/onze tijd)
2) Aanvankelijk: 2e – 4e leerjaar (verleden onderverdeeld in tijdsvakken met
verschillende kenmerken)
3) Voortgezet: 5e – 6e leerjaar (feitelijke kennis van en inzicht in kader van
tijdsvakken)
2.2.2 Ruimte
Periode Situering in tijd
Prehistorie/ Afrika – Nabije Oosten – Middellands zeegebied
oudheid
Middeleeuwen Europa
Nieuwe tijden Europa – kolonies – VS – Rusland
Onze tijd Wereld – ruimte
2.2.3 Maatschappelijke domeinen
3
, Lise Waterschoot
2.2.3.1 Politiek
Gaat over:
1) Machthebbers, zoals koningen en grondgebied waarover ze beheersen.
2) Machtsverhoudingen
3) Rechten en plichten
2.2.3.2 Economie
Gaat over:
1) Wat mensen doen om te (over-)leven
2) Voedsel, kleding, onderdak… inkomen om dat aan te schaffen
3) Landbouw, handel, nijverheid
2.2.3.3 Sociaal
Gaat over:
1) Verschillende groepen mensen in samenleving (verschillende manieren
ingedeeld):
Rijkdom
Politieke macht
Godsdienst
…
2.2.3.4 Cultuur
Gaat over:
1) Godsdienst, wetenschap, kunst, techniek, onderwijs…
2) Dagelijkse gewoonten zoals eten, drinken, mode, ontspanning
3. De prehistorie
4