Recht voor maatschappelijk werkers
Begrippenlijst
Inleiding
● Privaat recht: regelt de verhoudingen tussen particuliere personen, zoals
personen- en familierecht, verbintenissenrecht en handelsrecht.
● Publiek recht: regelt de verhouding tussen burgers en de overheid, zoals
strafrecht, administratief recht en grondwettelijk recht
● Materieel recht: bepaalt de inhoudelijke rechten en plichten in de
samenleving; het beschrijft welk gedrag wordt toegestaan of verboden.
● Formeel recht: regelt de procedures om materiële rechten af te dwingen,
bijvoorbeeld hoe men een rechtszaak moet aanspannen.
● Dwingende rechtsregels: regels waarvan niet mag worden afgeweken;
vaak ingesteld ter bescherming van de zwakkere partij of van het
algemeen belang.
● Aanvullende rechtsregels: regels waarvan mag worden afgeweken als
partijen andere afspraken maken.
Deel 1: De gerechtelijke procedure
● Dubbele aanleg: het principe dat een zaak twee keer kan worden
beoordeeld: eerst in eerste aanleg en vervolgens in hoger beroep, met
enkele uitzonderingen.
● Vonnis: de uitspraak van een rechtbank (zoals de rechtbank van eerste
aanleg of de vrederechter).
● Arrest: de uitspraak van een hof (zoals het Hof van Beroep of Hof van
Cassatie).
● Eenheid van de rechtspraak: principe dat rechtspraak uniform moet zijn.
Dit wordt gewaarborgd door een hiërarchisch opgebouwd rechtssysteem.
● Eerstelijnsrechtsbijstand: gratis juridisch advies en eenvoudige informatie
door bijvoorbeeld een jurist in een justitiehuis of via een wetswinkel.
● Tweedelijnsrechtsbijstand: bijstand door een advocaat (pro deo) tijdens
een gerechtelijke procedure, al dan niet gratis afhankelijk van het
inkomen.
● Bemiddeling: alternatieve manier van conflictoplossing waarbij een
neutrale derde de communicatie begeleidt om tot een akkoord te komen.
Deel 2: Personen- en familierecht
● Genotsbekwaamheid: de mogelijkheid om rechten en plichten te hebben;
elke mens heeft in principe alle rechten vanaf de geboorte.
● Handelingsbekwaamheid: de mogelijkheid om zelf rechten uit te oefenen;
in principe is iedereen handelingsbekwaam behalve in wettelijk bepaalde
uitzonderingen zoals bij minderjarigen of personen onder bewind.
Begrippenlijst
Inleiding
● Privaat recht: regelt de verhoudingen tussen particuliere personen, zoals
personen- en familierecht, verbintenissenrecht en handelsrecht.
● Publiek recht: regelt de verhouding tussen burgers en de overheid, zoals
strafrecht, administratief recht en grondwettelijk recht
● Materieel recht: bepaalt de inhoudelijke rechten en plichten in de
samenleving; het beschrijft welk gedrag wordt toegestaan of verboden.
● Formeel recht: regelt de procedures om materiële rechten af te dwingen,
bijvoorbeeld hoe men een rechtszaak moet aanspannen.
● Dwingende rechtsregels: regels waarvan niet mag worden afgeweken;
vaak ingesteld ter bescherming van de zwakkere partij of van het
algemeen belang.
● Aanvullende rechtsregels: regels waarvan mag worden afgeweken als
partijen andere afspraken maken.
Deel 1: De gerechtelijke procedure
● Dubbele aanleg: het principe dat een zaak twee keer kan worden
beoordeeld: eerst in eerste aanleg en vervolgens in hoger beroep, met
enkele uitzonderingen.
● Vonnis: de uitspraak van een rechtbank (zoals de rechtbank van eerste
aanleg of de vrederechter).
● Arrest: de uitspraak van een hof (zoals het Hof van Beroep of Hof van
Cassatie).
● Eenheid van de rechtspraak: principe dat rechtspraak uniform moet zijn.
Dit wordt gewaarborgd door een hiërarchisch opgebouwd rechtssysteem.
● Eerstelijnsrechtsbijstand: gratis juridisch advies en eenvoudige informatie
door bijvoorbeeld een jurist in een justitiehuis of via een wetswinkel.
● Tweedelijnsrechtsbijstand: bijstand door een advocaat (pro deo) tijdens
een gerechtelijke procedure, al dan niet gratis afhankelijk van het
inkomen.
● Bemiddeling: alternatieve manier van conflictoplossing waarbij een
neutrale derde de communicatie begeleidt om tot een akkoord te komen.
Deel 2: Personen- en familierecht
● Genotsbekwaamheid: de mogelijkheid om rechten en plichten te hebben;
elke mens heeft in principe alle rechten vanaf de geboorte.
● Handelingsbekwaamheid: de mogelijkheid om zelf rechten uit te oefenen;
in principe is iedereen handelingsbekwaam behalve in wettelijk bepaalde
uitzonderingen zoals bij minderjarigen of personen onder bewind.