HOOFDSTUK 2: HET MOLECULAIRE ORGANISATIENIVEAU
KEYPOINTS VAN DIT HOOFDSTUK
Terminologie: duidelijk kunnen omschrijven, een definitie of een synoniem
kunnen geven:
Maak voor jezelf een lijst van woorden op die je moeilijk vindt en die je nodig hebt
om een keypoint uit te werken.
Kunnen opsommen en/of uitleggen in de juiste terminologie + ook de
terminologie zelf kunnen omschrijven of er een duidelijke definitie van
kunnen geven:
N°/ neutrons
- Bespreek / teken de bouw van een atoom.
3 type subatomaire deeltjes
e/ electrons
Proton (positieve eleckteische lading)
elektronschil
Neutron ( geen elektrische lading)
Elektron ( negatieve elektrische lading) Helium (HE)
P+/ protons
kern (atoom)
- Wat betekenen de termen: atoomgetal -massagetal – atoomgewicht?
Atoomgetal: het aantal protonen in de kern van een atoom
Massagetal: geven weer hoeveel protonen en neutronen in de keren
aanwazig zijn
Atoomgewicht: massa van protonen, neutronen en elektronen samen
, - Wat is het maximaal aantal elektronen op de verschillende
elektronenschillen?
1ste electroneschil max 2 elektronen
2de electronenschil max 8 elektronen
3de electronenschil max 8 elektronen
4de electronenschil max 18 elektronen
5de electronenschil max 18 elektronen
6de electronenschil max 32 elektronen
7de electronenschil max 32 elektronen
- Wat is het verschil tussen een stabiel en een instabiel atoom?
Stabiel atoom: heeft een volledige gevulde buitenste schil
Instabiel atoom: heeft op de buitenste schil nog plaats voor elektronen
- Welk drie chemische bindingen tussen atomen of moleculen ken je?
Bespreek elke chemische binding.
Metaalbinding
Ionbinding
Covalente binding
Waterstofbrug
Metaalbinding: is een binding met enkel kationen (positieve ionen)
De afgestane elektronen vrije elektronen zitten niet gebonden
aan een atoom
KEYPOINTS VAN DIT HOOFDSTUK
Terminologie: duidelijk kunnen omschrijven, een definitie of een synoniem
kunnen geven:
Maak voor jezelf een lijst van woorden op die je moeilijk vindt en die je nodig hebt
om een keypoint uit te werken.
Kunnen opsommen en/of uitleggen in de juiste terminologie + ook de
terminologie zelf kunnen omschrijven of er een duidelijke definitie van
kunnen geven:
N°/ neutrons
- Bespreek / teken de bouw van een atoom.
3 type subatomaire deeltjes
e/ electrons
Proton (positieve eleckteische lading)
elektronschil
Neutron ( geen elektrische lading)
Elektron ( negatieve elektrische lading) Helium (HE)
P+/ protons
kern (atoom)
- Wat betekenen de termen: atoomgetal -massagetal – atoomgewicht?
Atoomgetal: het aantal protonen in de kern van een atoom
Massagetal: geven weer hoeveel protonen en neutronen in de keren
aanwazig zijn
Atoomgewicht: massa van protonen, neutronen en elektronen samen
, - Wat is het maximaal aantal elektronen op de verschillende
elektronenschillen?
1ste electroneschil max 2 elektronen
2de electronenschil max 8 elektronen
3de electronenschil max 8 elektronen
4de electronenschil max 18 elektronen
5de electronenschil max 18 elektronen
6de electronenschil max 32 elektronen
7de electronenschil max 32 elektronen
- Wat is het verschil tussen een stabiel en een instabiel atoom?
Stabiel atoom: heeft een volledige gevulde buitenste schil
Instabiel atoom: heeft op de buitenste schil nog plaats voor elektronen
- Welk drie chemische bindingen tussen atomen of moleculen ken je?
Bespreek elke chemische binding.
Metaalbinding
Ionbinding
Covalente binding
Waterstofbrug
Metaalbinding: is een binding met enkel kationen (positieve ionen)
De afgestane elektronen vrije elektronen zitten niet gebonden
aan een atoom