100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting: Publiekrecht + Discussievragen

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
125
Geüpload op
07-06-2025
Geschreven in
2024/2025

Dit is een samenvatting van het vak Publiekrecht. De samenvatting bestaat uit de notities vanuit de les gekoppeld met het boek. Daarnaast zijn er ook de 9 discussievragen die ook volledig uitgewerkt zijn.


















Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
7 juni 2025
Aantal pagina's
125
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Publiekrecht
Inhoudsopgave

HOOFDSTUK 0: INLEIDING ...................................................................................................................... 2

HOOFDSTUK 1: CONSTITUTIONELE GESCHIEDENIS VAN BELGIË .............................................................. 5

HOOFDSTUK 2: FORMELE BRONNEN VOOR DE REGELING VAN PUBLIEKE INSTELLINGEN .......................... 8

HOOFDSTUK 3: MATERIËLE BRONNEN – STAATSRECHTELIJKE PRINCIPES ............................................... 14

HOOFDSTUK 4: STAATSRECHTELIJKE PRINCIPES – DEMOCRATIE ............................................................ 17

HOOFDSTUK 5: PARLEMENTAIR SYSTEEM .............................................................................................. 24

HOOFDSTUK 6: DE KONING EN DE REGERING........................................................................................ 39

HOOFDSTUK 7: INSTITUTIONELE EN FUNCTIONELE SAMENHANG – DE FEDERALE FUNCTIES EN
GRONDWETTELIJKE TOETSING .............................................................................................................. 46

HOOFDSTUK 8: DE FEDERALE FUNCTIES ............................................................................................... 52

HOOFDSTUK 9: DE TOETSING VAN DE WET ............................................................................................ 58

HOOFDSTUK 10: DE FEDERALE STAAT .................................................................................................... 68

HOOFDSTUK 11: DE INSTITUTIONELE INRICHTING VAN GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN.................... 79

HOOFDSTUK 12: DE DEELSTATELIJKE FUNCTIES .................................................................................... 85

HOOFDSTUK 13: DE VERENIGDE NATIES................................................................................................ 88

HOOFDSTUK 14: DE EUROPESE UNIE .................................................................................................... 96

DISCUSSIEVRAGEN ............................................................................................................................. 107

EXAMENVRAGEN PUBLIEKRECHT (JUNI 2025) ....................................................................................... 125




1

, Hoofdstuk 0: Inleiding

Publiekrecht

Publiekrecht gaat over de overheid en haar relatie met burgers. Dit is een verticale relatie, omdat de
overheid meer macht heeft dan een burger. Denk bijvoorbeeld aan het aanvragen van een
vergunning of een betoging. Publiekrecht regelt ook de verhoudingen tussen overheden, zoals
tussen de Stad Antwerpen en de federale overheid.

Voorbeeld: Als een student een opname maakt van de professor tijdens de les, is dat verboden.
Ontdekt de professor dit, dan mag hij namens de universiteit (de overheid) de laptop afnemen. Dit
valt onder het publiekrecht, omdat de professor optreedt als vertegenwoordiger van de universiteit.

Privaatrecht

Het privaatrecht is horizontaal en regelt de relatie tussen twee gelijkwaardige rechtspersonen. Deze
partijen kunnen bijvoorbeeld een contract met elkaar afsluiten.

1. Takken van het publiekrecht

1.1 Mensenrechten

Dit hangt samen met het idee van het sociaal contract. Om chaos te vermijden, heeft de samenleving
op een bepaald moment afgesproken een deel van de persoonlijke vrijheid in te perken en de
overheid de macht te geven om regels te maken. In ruil daarvoor krijgen we basisrechten, zoals het
recht op privacy en gelijke behandeling. Deze grondrechten zijn afdwingbaar en ook de overheid
moet ze respecteren.

Voorbeeld: Donor en donorkinderen

In het regeerakkoord werden ethische thema’s vermeld en dat valt onder het recht op privacy. Tot
2024 bepaalde de Belgische wetgeving dat anonieme donoren van eicellen of sperma volledig
ontraceerbaar waren. Een donorkind kon de identiteit van de donor niet achterhalen, alleen
medische informatie was beschikbaar als dat nodig was voor de gezondheid van het kind.

Veel donorkinderen stapten naar de rechtbank om hun afkomst te achterhalen, maar de rechtbank
koos ervoor om de rechten van de donor te beschermen. Later oordeelde het Grondwettelijk Hof dat
de rechtbank hierin te streng was en dat er een evenwichtiger oplossing moest komen. Als
alternatief werd voorgesteld om een instantie op te richten die individuele gevallen beoordeelt of
om donoren de mogelijkheid te geven toestemming te geven voor het vrijgeven van informatie aan
hun donorkind.

Voorbeeld: Dierenwelzijn in de grondwet

Sinds mei is dierenwelzijn opgenomen in de Grondwet. Dit roept de vraag op welke gevolgen dit
heeft voor praktijken zoals slachten en onverdoofd slachten. Mogelijk leidt dit tot strengere regels
en beperkingen om het welzijn van dieren beter te beschermen.




2

,Voorbeeld: Connor Rousseau en de HLN

Nieuwsmedia hadden bepaalde gegevens en wilden die publiceren. Rousseau probeerde dit te
voorkomen en beriep zich op het recht op privacy. Zijn advocaten zeiden dat de informatie uit een
proces-verbaal van de politie kwam en daarom geheim was. HLN vond dat dit onder de vrijheid van
meningsuiting viel en wees op het verbod op censuur. Dit betekent dat de overheid een publicatie
niet vooraf mag tegenhouden. Pas achteraf kan een rechter bepalen of de publicatie een inbreuk op
de mensenrechten is. De rechtbank oordeelde dat het tegenhouden van het artikel in strijd was met
de Grondwet.

1.2 Klassieke staatsrecht (instellingen)

Dit gaat over de trias politica, de scheiding der machten: de uitvoerende, rechterlijke en wetgevende
macht. Het draait om de onderlinge verhoudingen en hoe deze machten elkaar in evenwicht houden.

Voorbeeld: Afschaffing van de senaat

In het regeerakkoord stond dat de Senaat zou worden afgeschaft in de volgende legislatuur. Dit
werd gecommuniceerd, maar er is een alternatief nodig, namelijk dat grondwetswijzigingen met
een tweederdemeerderheid moeten worden goedgekeurd. De uitvoerende macht bestaat uit drie
delen: de koning, de Senaat en de regering. Als de Senaat verdwijnt, valt één derde van de
uitvoerende macht weg.

Voorbeeld: RVV

Dit gaat om de Raad van Vreemdelingbetwistingen. Deze worden dan benoemd tot rechter, maar
voor een periode van 5 jaar. Dat is anders dan normaal, aangezien rechters normaal benoemd
worden tot het leven. Omdat rechters onafhankelijk zijn van de politiek en zo kan de politiek zich
niet mengen met de rechters. De vraag is of dit soort systeem kan blijven. Het doel van het
publiekrecht is om te kijken of dit in overeenstemming is met de grondwet.

Voorbeeld: Klimaatarrest

België haalde de klimaatdoelstellingen niet en werd daarvoor veroordeeld. De staat schond
mensenrechten, zoals het recht op leven en het recht op privacy. De rechtbank erkende deze
schending, maar legde geen bindende maatregelen op. Ze vond dat dit de taak was van de
wetgevende en uitvoerende macht. In beroep oordeelde het Hof van Beroep echter dat
het wél bindende maatregelen kon opleggen, omdat de mensenrechten waren geschonden. De
Belgische staat ging vervolgens in Cassatie, met als argument dat dit de scheiding der machten in
gevaar bracht.

Voorbeeld: Stikstofdecreet

Er was een kritisch advies van de Raad van State, afdeling wetgeving. Het is een advies, maar heeft
wel een bepaalde juridische kracht. Er wordt gekeken of er bepaalde wetten of decreten die worden
geschonden. Het werd toch goedgekeurd door de wetgevende macht, maar er werd door het
Grondwettelijk Hof al een vernietiging aangevraagd. Momenteel is er dus een schorsing.




3

, 1.3 Staatshervorming

Voorbeeld: Hervormingsfederalisme en democratische vernieuwing

In het regeerakkoord staat dat België een federale staat is, maar sui generis, wat betekent dat het
anders is dan een klassieke federale staat. België heeft namelijk sterke deelstaten. Het doel is om
een staatshervorming voor te bereiden voor de volgende legislatuur. Daarvoor worden
de hoofdlijnen vastgelegd over hoe deze hervormde staat er moet uitzien.




4

, Hoofdstuk 1: Constitutionele geschiedenis van België

Van een representatieve eenheidsstaat naar federale consensusdemocratie.

1. Belgische onafhankelijkheid (1830)

1.1 Historiek van de Grondwet

- Reactie tegen bewind van Willem I

[ In de basisbeginselen van onze Belgische Grondwet kunnen we zien dat het een heel
liberale en vooruitstrevende Grondwet is. Waarbij het een afkeer was tegen het
autoritair regime van Willem I, vanaf het moment dat België onafhankelijk werd
werden liberale principes van cruciaal belang.

- Aanleiding voor volksopstand: De Stomme van Portici (25/8/1830)

- Sept. 1830: Voorlopig Bewind

[ Het is een soort nationale regering, die in 1830 de onafhankelijkheid heeft
uitgeroepen, maar voornamelijk een nationaal congres bijeen heeft gebracht. Dat was
een eerste parlement en Grondwetgever, ze legde de basis grondrechten. Ze hadden
nog een hogere bevoegdheid als een hedendaags nieuw verkozen parlement.

- 4/10/1830: Onafhankelijkheid België

- Verkiezing Nationaal Congres

- 7/2/1831: Afkondiging Belgische Grondwet

1.2 De Belgische Grondwet

Uitgangsprincipes 1831:

- Fundamentele rechten en vrijheden

- Parlementair regime

- Constitutionele monarchie

- Rechterlijke bescherming tegen overheidshandelen

[ Het was een reactie tegen Willem I

[ Vertrouwen in parlement, wantrouwen tegen uitvoerende macht




5

, 2. Evolutie van de Grondwet

2.1 Democratisering van België

Democratisering: uitbreiding kiezerscorps

1831 Cijnskiesrecht (M)
→ Cijns betalen om te mogen stemmen (belastingen). Een zeer klein percentage.

1893 Meervoudig algemeen stemrecht (M)
→ Alle mannen mochten gaan stemmen. De belangrijkere mannen kregen wel
meerdere stemmen.

1919/1921 Enkelvoudig algemeen stemrecht (M)
→ Alle mannen mochten gaan stemmen, en ze hadden allemaal 1 stem.

1948 Algemeen enkelvoudig stemrecht (M/V)
→ Vrouwen mochten ook gaan stemmen.

1992/1999 Stemrecht voor vreemdelingen: lokaal + EP
→ Enkel lokaal en voor het Europees Parlement mochten vreemdelingen gaan
stemmen.


Democratisering: Van representatieve democratie naar consensusdemocratie

Vanaf 2003 zien we dat er een stagnatie van het percentage dat mag gaan stemmen, en zelfs een
daling van het percentage. Dat komt door de migratie. Vreemdelingen mogen niet gaan stemmen
voor het federaal niveau, wel voor het lokaal niveau.

2.2 Federalisering van België (cf. Hoofdstuk 10)

Dit is de tweede belangrijke stap in de evolutie van België, na de democratisering.

3. Grondgebied

- Provincies en gemeenten

- Taalgebieden

- Faciliteitgemeenten

[ De taalgrens legt het basisbeginsel vast in het publiekrecht, in het Noorden van het
land spreken ze Nederlands als officiële taal. Aan de zuidelijke kant, zal dat in het
Frans te doen zijn. In faciliteitengemeenten kan er gekozen worden in welke taal
(Frans of Nederlands) je wilt communiceren met de overheid.

[ Hoe ruim voel je zo een faciliteit in?
Is het elke keer dat je moet aangeven in welke taal je wordt aangesproken of is het
maar één keertje dat je het aangeeft en is het dan levenslang? Momenteel is het voor
een bepaald termijn, ze vragen het om de zoveel tijd een keer.
6

,- Gemeenschappen

[ Waarom zijn gemeenschappen ooit opgericht als deelstaten?
De Vlaming wou meer inspraak hebben over de identiteit en de cultuur, de
persoonsgebonden bevoegdheden. Aan de Waalse kant was dat niet zo cruciaal, zij
wouden eerder een strengere greep op economische zaken (milieu, stedenbouw, etc.).
De Walen hadden meer mijn- en staalindustrie, ze deden een poging om zo de
industrie opnieuw te laten groeien. Het is een soort compromis dat ze met elkaar
hebben gesloten, dat maakt hun uniek van andere landen. De gemeenschappen en
gewesten werden opgericht los van elkaar.

- Gewesten




7

,Hoofdstuk 2: Formele bronnen voor de regeling van publieke instellingen

1. Verschillende rechtsbronnen

1.1 De Belgische Grondwet

Vanaf 1831 hebben we een Grondwet, dat was redelijk snel na de onafhankelijkheid van België. Er
moet rekening gehouden worden met het feit dat de Grondwet ooit zal moeten worden aangepast.
Om een wet aan te nemen moeten we een meerderheid hebben, dat is de reden waarom we werken
met coalities.

Bij het wijzigen van de Grondwet kan dat niet zomaar, want anders staat de Grondwet gelijk met de
gewone wetgeving. Hoe hoger we in de piramide gaan, hoe moeilijker het is om de wetgeving aan
te passen. Het moet moeilijker zijn, maar het mag niet onmogelijk zijn. Dat is de combinatie die we
moeten hebben.

Procedure ter herziening van de Grondwet

Fase 1: Pre-constituante maakt lijst met artikelen die voor herziening in aanmerking
komen.

De pre-constituante is elke tak van de wetgevende macht in België: de kamer, de senaat en de
federale regering (de koning als instituut).

[ In de Grondwet staat er de koning omdat hij aan het hoofd staat van de regering (koning als
instituut), maar de facto heeft de koning als persoon geen macht.

Ze gaan gewoon kruisjes zetten bij de grondrechten die ze willen veranderen. De drie takken
moeten het eens zijn over welke grondrechten op de lijst komen te staan. Alle drie de takken moeten
dus bij dezelfde grondrechten een kruisje hebben gezet om op de lijst te komen.

[ De regering van lopende zaken zorgde ervoor dat er geen overeenstemming was tussen de
meerderheid in het parlement en de regering. In het parlement wouden ze een
staatshervorming voorbereiden, waardoor je dus eigenlijk liever te veel kruisjes zet dan te
weinig. Voor de regering van lopende zaken is het nuttiger om een korte lijst te hebben voor
een status quo, omdat alle kruisjes geteld moeten worden zorgt dit ervoor dat er uiteindelijk
een korte lijst was.

Fase 2: Publicatie in Belgisch staatsblad van deze lijst heeft verkiezingen als gevolg

Vanaf het moment dat je de lijst aanneemt, dan worden de takken ontbonden, en vinden er
verkiezingen plaats. Op dat moment is het aan de kiezer.

Fase 3: Constituante mag grondwet herzien, binnen de grenzen van de lijst, met 2/3
quorum en 2/3 meerderheid

De Grondwet kan hier dan pas gewijzigd worden. Dit gaat dan enkel over de bepalingen die de
vorige legislatuur heeft aangeduid. Als constituante kan je die dan gaan wijzigen. Je mag dit dan
gaan wijzigen als je een 2/3de meerderheid hebt in de takken en met een 2/3de aanwezigheid.

8

,Doelstellingen van de rigiditeit voor de herziening van de Grondwet

Doel Procedure Praktijk

Uitzonderlijke wijziging Tussentijdse verkiezing met Einde legislatuur: geen afschrikking
(stabiele grondwet) 2/3 meerderheid

Instemming van de Tussentijdse verkiezing Einde legislatuur: campagne over
bevolking beleid

Constituante niet verplicht te herzien

Beperkte wijzigingen Punctuele verklaring Diepgaande hervormingen
(punctueel)

Brede consensus Tussentijdse verkiezing: lijst Lijst niet verbindend voor strekking
2/3 meerderheid
Details in de Grondwet


Problemen

Als er veel veranderingen zijn in de maatschappij kan dat zorgen voor een probleem. Dat werkt naar
twee kanten:

- Veranderingen in de maatschappij boven het niveau van de natie

[ Internationalisering: Als er een wijziging gebeurt op het internationaal niveau, en je
wilt je Grondwet daaraan aanpassen dan gaat dat niet zomaar.

- Veranderingen in de maatschappij onder het niveau van de natie

[ Federaliseringsproces: Als je nu net het artikel nodig hebt voor de staatshervorming
niet voor herziening vatbaar hebt verklaard de vorige legislatuur, dan zit je potentieel
vast.

[ Federale structuur: De federale structuur van België was niet te herkennen in de
procedure van de Grondwetswijziging, waardoor deelstaten geen formele inspraak
hadden. Dit is echter opgelost door dat de Senaat hervormd is tot een
deelstatenkamer.

1.2 Internationaal en Europees recht

Verdragen

- EU-verdrag

- Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens

- Andere verdragen


9

, Doorwerking internationaal en Europees recht in Belgische rechtsorde

In de Grondwet stond niet dat internationale normen hoger staan dan de wetgeving, daarom is er
dan een doorwerking ontwikkeld voor internationaal en Europees recht in de Belgische rechtsorde.

- Bepaling in 1970: Grondwet laat toekenning macht aan EU toe

[ Dit houdt in dat de internationale normen voorgaat op de Grondwet. België was al
lid van de EU voordat deze regel werd ingevoerd. België was gebonden door de
Europese rechtspraak aan de EU. Het is de Europese rechtspraak die heeft gesteld dat
Europese normen voor gaan op de Grondwet van lidstaten om eenheid te creëren. In
1970 is dat dan geregulariseerd, dat is een heel eind na de uitspraak van het Hof van
Justitie eind jaren 60.

[ Dit geldt voor de directe werking. Directe werking houdt in dat de bepaling de
bedoeling had om rechten toe te kennen aan burgers (subjectieve component) en ook
duidelijk genoeg is geformuleerd om rechten toe te kennen (objectieve component).

[ Indirecte werking: Het zijn eerder intentieverklaringen, zoals bijvoorbeeld “wij
spreken af om samen te werken”. Daar kan geen recht uit worden gehaald. Het is ook
niet de bedoeling om rechten toe te kennen aan burgers.

- EU in Grondwet

- Smeerkaasarrest

[ Houdt in dat de Europese wetgeving voorrang heeft op de Belgische Grondwet. De
oprichting van de EU, kwam door economische motieven om zo ook handel te
stimuleren. De EU heeft tarieven binnenin de EU afgeschaft, dat is een inkomst dat
de staat verliest. België beslist om voor het product smeerkaas toch een tarief in te
voeren, waardoor een wet en de EU-wetgeving in conflict met elkaar staan.

[ Hof van Cassatie heeft de EU-wetgeving gelijk gegeven, de EU-wetgeving staat
boven de Belgische wet.

- Grondwettelijk Hof: Interpretatie aangehouden dat nationale grondrechten samen
geïnterpreteerd moeten worden met het Internationaal recht. Alles vloeit uit vanuit de
rechtspraak van het Hof van justitie, die het startpunt was van de lezing.

Verhouding internationaal recht en nationaal recht

Een land kiest zelf of een land monistisch of dualistisch is ten aanzien van het internationaal recht.

Monisme

Als een verdrag directe werking heeft, gelden de bepalingen ervan meteen binnen de nationale
rechtsorde. Dit betekent dat burgers er onmiddellijk een beroep op kunnen doen op het verdrag. Als
er een potentiële strijd is met de nationale wetgeving, dan is er een voorrang van het verdrag op de
nationale wetgeving. België is een voorbeeld van een monistische staat, dat heeft het Hof van
Cassatie beslist.
10

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
ismayjanssens Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
25
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
5
Documenten
9
Laatst verkocht
1 week geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen