Bijzondere overeenkomsten
HFD 1: Inleiding
Een overeenkomst sluiten:
- Uitgangspunt: Contractsvrijheid van partijen (art. 5.14 BW)
- Welke overeenkomst word gesloten?
Partijen kiezen zelf welke overeenkomst zij sluiten, bv koopovereenkomst,
huurovereenkomst, enz. Ingeval van twijfel, dienst in eerste instantie de gemeenschappelijke
bedoeling van partijen te worden achterhaal om de overeenkomst juist te interpreteren (art.
5.69 BW). Interpretatie van duidelijke contracten is uiteraard niet mogelijk.
Een contract strekt partijen tot wet (art. 5.69 BW) en de rechter is gebonden door de door
partijen gekozen rechtsfiguur, tenzij de contractuele bepalingen niet verenigbaar zijn met de
1
, wettelijke toepassingsvoorwaarden van de gekozen rechtsfiguur (art. 5.64 BW): in dat geval
kan de rechter de overeenkomst herkwalificeren.
- Indien het contract valt onder één bijzondere overeenkomst (zoals geregeld in het BW), dan
worden de rechten en plichten van partijen als volgt beoordeeld:
1° toepassing van regels van openbare orde en / of dwingend recht
2° toepassing van alle contractuele bepalingen mits deze niet strijdig zijn met regels van
openbare orde of van dwingend recht
3° indien een aspect niet is geregeld in het contract:
3a) toepassing van de (aanvullende) bijzondere rechtsregels van de betrokken
rechtsfiguur in het BW
3b) en wanneer over dit aspect geen eigen bijzondere rechtsregels bestaan:
terugvallen op de (aanvullende) algemene rechtsregels van het verbintenissenrecht
- Eventueel meerdere rechtsfiguren vervat in de contractuele bepalingen, dan:
Ofwel gezamenlijke toepassing rechtsregels meerdere rechtsfiguren
Ofwel voorrang van één rechtsfiguur (cf. regels van openbare orde / dwingend
recht / belangrijke karakteristieken van de overeenkomst)
Ofwel een overeenkomst sui generis (met eigen rechtsregels)
2 soorten bijzondere overeenkomsten:
- Benoemde overeenkomsten: wettelijk verplicht
Bv. de regels rond koop, huur, aanneming en lening zijn o.a. in het BW vastgelegd.
- Onbenoemde overeenkomsten: wettelijk NIET vastgelegd
Bv. een overeenkomst van bezitting ter bede of een leasingovereenkomst zijn
wettelijk niet geregeld.
HFD 2: Koop
1. Definitie en constitutieve bestanddelen
1.1 Definitie en kenmerken
1.1.1 Definitie
Koop (art. 1582 oud BW) = een overeenkomst waarbij de ene partij zich ertoe verbind om een zaak te
leveren en de andere om daarvoor een prijs te betalen (via onderhandse of authentieke akte).
- verkoper -> persoon die zich ertoe verbindt de zaak te leveren
- koper -> persoon die zich ertoe verbindt om een prijs te betalen
2 wezenlijke bestanddelen van de koop-verkoopovereenkomst:
2
, 1. eigendomsoverdracht van de zaak
2. betaling van de geldprijs
1.1.2 Kenmerken
- Onder bezwarende titel: het contract levert voor elke partij een voordeel op (art. 5.7, eerste
lid BW): de ene partij ontvangt de eigendom van een zaak, de andere partij ontvangt een
prijs.
- Wederkerig: de partijen zin over en weer met elkaar verbonden (art. 5.6, eerste lid BW): er
zijn wederzijdse verbintenissen van de koper en de verkoper. Zo draagt de verkoper o.a. de
eigendom over en betaald de koper de prijs van het gekochte goed.
- Consensueel (≠ zakelijk ≠ vormelijk): de koop is in principe rechtsgeldig tot stand gekomen
door de loutere wilsovereenstemming (‘solo consensus’) van de koper en de verkoper en dat
geen vormvereisten noodzakelijk zijn voor de geldigheid van het contract (art. 5.5, eerste lid
BW).
- Een zaak (goed) ≠ een dienst (een overeenkomst over een dienst bv. een
aannemingsovereenkomst)
1.2 Constitutieve bestanddelen
Bij koop is er sprake van een eigendomsoverdracht van het verkochte goed.
Bij een huurovereenkomst of een overeenkomst van bruikleen is er alleen sprake van een tijdelijke
terbeschikkingstelling van het genot van een goed aan de huurder of de bruiklener.
1.2.1 Eigendomsoverdracht
Principe: de eigendom van het verkochte goed gaat in principe op de verkoper over vanaf de
totstandkoming koop ongeacht levering / betaling (art. 1583 oud BW).
Uitzonderingen:
- contractueel overeengekomen afwijking
- omwille van de aard van de zaak (bv. art. 1585 oud BW, art. 1587 oud BW)
- alternatieve koop (vanaf keuze)
- toekomstige zaak (vanaf bestaan)
Ingeval van opschortende voorwaarde: koop bestaat, maar koop pas uitvoerbaar / opeisbaar als
opschortende voorwaarde vervuld wordt. (art. 5.139 BW)
bv. Iemand koopt een tweedehandswagen onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen
van een financiering bij een bank. In het geval is de koop pas uitvoerbaar op het moment dat de bank
3
, de financiering aan de koper toekent en de opschortende voorwaarde wordt vervuld. Als men de
voorwaarde niet kan vervullen, gaan de verbintenissen teniet in de toekomst.
Ontbindende voorwaarde: zodra deze voorwaarde in vervulling gaat, brengt deze het tenietgaan van
de verbintenis teweeg. De vervulling hiervan geeft aanleiding tot restitutie van de geleverde
prestaties overeenkomstig de artikelen 5.115 tot 5.122 BW, met uitzondering van de prestaties om
iets te doen, iets niet te doen (art. 5.147 BW).
Belang:
- overdracht eigendom inclusief alle zakelijke rechten
- overdracht risico -> de koper staat in voor bv. een beschadiging van het goed door
overmacht, ook al bevindt het goed zich nog bij de verkoper (bv. je koopt een oldtimer maar
in de tijd tussen de koop en de levering ontstaat er door een blikseminslag brand waardoor
de oldtimer wordt beschadigd, dan staat de koper (op wie het risico rust) hiervoor in)
behoudens andersluidende, contractuele afwijkingen (bv. eigendomsvoorbehoud)
behoudens koop onder opschortende voorwaarde (risico pas over als voorwaarde vervuld is)
Opgelet!: Verkoper kan enkel eigen zaak verkopen (of opdracht krijgen van eigenaar om zaak te
verkopen), anders kan koper nietigheid van de koop eisen. (art. 1599 oud BW)
Voorbeelden:
1. Men verkoopt een goed van een vennootschap en treedt men op namens de vennootschap
zonder daarvoor over een correcte vertegenwoordigingsbevoegdheid te beschikken, dan is
er geen sprake van toepassing van artikel 1599 oud BW.
2. Bij verkoop van onroerende goederen waar er meerdere mede-eigenaars zijn (bv. als het
onroerend goed deel uitmaakt van een nalatenschap) gebeurt het maar al te vaak dat
bepaalde erfgenamen zich sterk maken dat ook de andere erfgenamen akkoord zullen gaan
met de verkoop. Als dat uiteindelijk niet gebeurt, kan de koper diegene die zich sterk maakt
aanspreken in betaling van een schadevergoeding.
Relevante nietigheid = dat alleen de koper de nietigheid kan vorderen. Hierbij is het niet van belang
of de koper al dan niet te goeder trouw was. (dit geldt ook bij een schadevergoeding).
1.2.2 Betaling van de prijs
Betaling van de prijs:
- in geld (moet niet noodzakelijk in euro worden uitgedrukt, kan ook in dollar of yen)
bv. Er is sprake van een ruil en geen koop als de eigendom van een televisietoestel wordt
overgedragen aan een andere partij die op haar beurt de eigendom van een horloge aan de
overdrager va de televisie overdraagt.
4
HFD 1: Inleiding
Een overeenkomst sluiten:
- Uitgangspunt: Contractsvrijheid van partijen (art. 5.14 BW)
- Welke overeenkomst word gesloten?
Partijen kiezen zelf welke overeenkomst zij sluiten, bv koopovereenkomst,
huurovereenkomst, enz. Ingeval van twijfel, dienst in eerste instantie de gemeenschappelijke
bedoeling van partijen te worden achterhaal om de overeenkomst juist te interpreteren (art.
5.69 BW). Interpretatie van duidelijke contracten is uiteraard niet mogelijk.
Een contract strekt partijen tot wet (art. 5.69 BW) en de rechter is gebonden door de door
partijen gekozen rechtsfiguur, tenzij de contractuele bepalingen niet verenigbaar zijn met de
1
, wettelijke toepassingsvoorwaarden van de gekozen rechtsfiguur (art. 5.64 BW): in dat geval
kan de rechter de overeenkomst herkwalificeren.
- Indien het contract valt onder één bijzondere overeenkomst (zoals geregeld in het BW), dan
worden de rechten en plichten van partijen als volgt beoordeeld:
1° toepassing van regels van openbare orde en / of dwingend recht
2° toepassing van alle contractuele bepalingen mits deze niet strijdig zijn met regels van
openbare orde of van dwingend recht
3° indien een aspect niet is geregeld in het contract:
3a) toepassing van de (aanvullende) bijzondere rechtsregels van de betrokken
rechtsfiguur in het BW
3b) en wanneer over dit aspect geen eigen bijzondere rechtsregels bestaan:
terugvallen op de (aanvullende) algemene rechtsregels van het verbintenissenrecht
- Eventueel meerdere rechtsfiguren vervat in de contractuele bepalingen, dan:
Ofwel gezamenlijke toepassing rechtsregels meerdere rechtsfiguren
Ofwel voorrang van één rechtsfiguur (cf. regels van openbare orde / dwingend
recht / belangrijke karakteristieken van de overeenkomst)
Ofwel een overeenkomst sui generis (met eigen rechtsregels)
2 soorten bijzondere overeenkomsten:
- Benoemde overeenkomsten: wettelijk verplicht
Bv. de regels rond koop, huur, aanneming en lening zijn o.a. in het BW vastgelegd.
- Onbenoemde overeenkomsten: wettelijk NIET vastgelegd
Bv. een overeenkomst van bezitting ter bede of een leasingovereenkomst zijn
wettelijk niet geregeld.
HFD 2: Koop
1. Definitie en constitutieve bestanddelen
1.1 Definitie en kenmerken
1.1.1 Definitie
Koop (art. 1582 oud BW) = een overeenkomst waarbij de ene partij zich ertoe verbind om een zaak te
leveren en de andere om daarvoor een prijs te betalen (via onderhandse of authentieke akte).
- verkoper -> persoon die zich ertoe verbindt de zaak te leveren
- koper -> persoon die zich ertoe verbindt om een prijs te betalen
2 wezenlijke bestanddelen van de koop-verkoopovereenkomst:
2
, 1. eigendomsoverdracht van de zaak
2. betaling van de geldprijs
1.1.2 Kenmerken
- Onder bezwarende titel: het contract levert voor elke partij een voordeel op (art. 5.7, eerste
lid BW): de ene partij ontvangt de eigendom van een zaak, de andere partij ontvangt een
prijs.
- Wederkerig: de partijen zin over en weer met elkaar verbonden (art. 5.6, eerste lid BW): er
zijn wederzijdse verbintenissen van de koper en de verkoper. Zo draagt de verkoper o.a. de
eigendom over en betaald de koper de prijs van het gekochte goed.
- Consensueel (≠ zakelijk ≠ vormelijk): de koop is in principe rechtsgeldig tot stand gekomen
door de loutere wilsovereenstemming (‘solo consensus’) van de koper en de verkoper en dat
geen vormvereisten noodzakelijk zijn voor de geldigheid van het contract (art. 5.5, eerste lid
BW).
- Een zaak (goed) ≠ een dienst (een overeenkomst over een dienst bv. een
aannemingsovereenkomst)
1.2 Constitutieve bestanddelen
Bij koop is er sprake van een eigendomsoverdracht van het verkochte goed.
Bij een huurovereenkomst of een overeenkomst van bruikleen is er alleen sprake van een tijdelijke
terbeschikkingstelling van het genot van een goed aan de huurder of de bruiklener.
1.2.1 Eigendomsoverdracht
Principe: de eigendom van het verkochte goed gaat in principe op de verkoper over vanaf de
totstandkoming koop ongeacht levering / betaling (art. 1583 oud BW).
Uitzonderingen:
- contractueel overeengekomen afwijking
- omwille van de aard van de zaak (bv. art. 1585 oud BW, art. 1587 oud BW)
- alternatieve koop (vanaf keuze)
- toekomstige zaak (vanaf bestaan)
Ingeval van opschortende voorwaarde: koop bestaat, maar koop pas uitvoerbaar / opeisbaar als
opschortende voorwaarde vervuld wordt. (art. 5.139 BW)
bv. Iemand koopt een tweedehandswagen onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen
van een financiering bij een bank. In het geval is de koop pas uitvoerbaar op het moment dat de bank
3
, de financiering aan de koper toekent en de opschortende voorwaarde wordt vervuld. Als men de
voorwaarde niet kan vervullen, gaan de verbintenissen teniet in de toekomst.
Ontbindende voorwaarde: zodra deze voorwaarde in vervulling gaat, brengt deze het tenietgaan van
de verbintenis teweeg. De vervulling hiervan geeft aanleiding tot restitutie van de geleverde
prestaties overeenkomstig de artikelen 5.115 tot 5.122 BW, met uitzondering van de prestaties om
iets te doen, iets niet te doen (art. 5.147 BW).
Belang:
- overdracht eigendom inclusief alle zakelijke rechten
- overdracht risico -> de koper staat in voor bv. een beschadiging van het goed door
overmacht, ook al bevindt het goed zich nog bij de verkoper (bv. je koopt een oldtimer maar
in de tijd tussen de koop en de levering ontstaat er door een blikseminslag brand waardoor
de oldtimer wordt beschadigd, dan staat de koper (op wie het risico rust) hiervoor in)
behoudens andersluidende, contractuele afwijkingen (bv. eigendomsvoorbehoud)
behoudens koop onder opschortende voorwaarde (risico pas over als voorwaarde vervuld is)
Opgelet!: Verkoper kan enkel eigen zaak verkopen (of opdracht krijgen van eigenaar om zaak te
verkopen), anders kan koper nietigheid van de koop eisen. (art. 1599 oud BW)
Voorbeelden:
1. Men verkoopt een goed van een vennootschap en treedt men op namens de vennootschap
zonder daarvoor over een correcte vertegenwoordigingsbevoegdheid te beschikken, dan is
er geen sprake van toepassing van artikel 1599 oud BW.
2. Bij verkoop van onroerende goederen waar er meerdere mede-eigenaars zijn (bv. als het
onroerend goed deel uitmaakt van een nalatenschap) gebeurt het maar al te vaak dat
bepaalde erfgenamen zich sterk maken dat ook de andere erfgenamen akkoord zullen gaan
met de verkoop. Als dat uiteindelijk niet gebeurt, kan de koper diegene die zich sterk maakt
aanspreken in betaling van een schadevergoeding.
Relevante nietigheid = dat alleen de koper de nietigheid kan vorderen. Hierbij is het niet van belang
of de koper al dan niet te goeder trouw was. (dit geldt ook bij een schadevergoeding).
1.2.2 Betaling van de prijs
Betaling van de prijs:
- in geld (moet niet noodzakelijk in euro worden uitgedrukt, kan ook in dollar of yen)
bv. Er is sprake van een ruil en geen koop als de eigendom van een televisietoestel wordt
overgedragen aan een andere partij die op haar beurt de eigendom van een horloge aan de
overdrager va de televisie overdraagt.
4