100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting - project algemene vakken 3

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
40
Geüpload op
06-06-2025
Geschreven in
2024/2025

Samenvatting - project algemene vakken 3












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
6 juni 2025
Aantal pagina's
40
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

PAV 3
Hoofdstuk1: het interbellum
1.1 gevolgen Wereldoorlog I
Territoriale gevolgen
 Verdrag vn Versailles (1919):
o Duitsland moest grote gebieden afstaan:
 Elzas-Lotharingen ging naar Frankrijk.
 West-Pruisen & Poznań naar Polen, wt d Poolse Corridor creëerde & Duitsland vn Oost-
Pruisen isoleerde.
 Danzig (Gdańsk) werd een vrije stad onder toezicht vn d Volkenbond.
o Al zijn kolonies werden herverdeeld onder d winnaars, zoals Groot-Brittannië & Frankrijk.
 Uiteenvallen vn grote rijken:
o Ht Oostenrijks-Hongaarse Rijk viel uiteen in nieuwe staten zoals Tsjecho-Slowakije & Joegoslavië.
o Ht Ottomaanse Rijk verloor grote delen vn zijn grondgebied, dt werd opgedeeld in
mandaatgebieden onder Frankrijk (Syrië & Libanon) & Groot-Brittannië (Palestina & Irak).
o Ht Russische Rijk verloor grondgebieden zoals Finland, Estland, Letland & Litouwen.

Machtsverhoudingen
 Duitsland verzwakt:
o Ht mocht slechts een leger vn 100.000 man behouden & verloor al zijn militaire macht,
waaronder tanks & vliegtuigen.
o D herstelbetalingen zorgden vr financiële & politieke instabiliteit.
 Verschuiving in macht:
o Frankrijk & Groot-Brittannië versterkten hun koloniale & politieke invloed.
o D Verenigde Staten traden op als economische wereldmacht, hoewel zij zich politiek
terugtrokken (isolationisme).
o oprichting vn Sovjet-Unie na Russische Revolutie veranderde ht machtsevenwicht in Europa.

Economische gevolgen
 Herstelbetalingen & economische crisis:
o Duitsland kreeg hoge herstelbetalingen opgelegd,  leidde tt hyperinflatie & armoede
o Andere Europese economieën waren verzwakt dr oorlogsschulden & moesten vertrouwen op
Amerikaanse leningen.
 Industrialisering vn oorlogsvoering:
o D oorlog bracht nieuwe technologieën zoals tanks & vliegtuigen, wt d internationale defensie-
industrie beïnvloedde.




Pagina 1 van 40

,Sociale gevolgen
 Bevolkingsverlies:
o Miljoenen doden & gewonden leidden tt demografische crisis, vooral in Frankrijk & Duitsland.
 D Spaanse griep (1918-1920):
o pandemie verergerde sociale & economische situatie wereldwijd & eiste miljoenen extra
levens.
 Veranderingen id rol vn vrouwen:
o Tijdens d oorlog namen vrouwen belangrijke rollen id economie over,
 leidde tt meer emancipatie en politieke rechten.

Politieke gevolgen
 Oprichting vn d Volkenbond:
o 1ste internationale organisatie met als doel oorlogen te voorkomen & samenwerking tss
landen te bevorderen. Ht succes bleef beperkt door ht ontbreken vn universele deelname (de
VS trad niet toe) & gebrek aan middelen.
 Democratisering in West-Europa:
o Landen zoals België voerden democratische hervormingen door, zoals algemeen stemrecht.
 Opkomst van extremisme:
o D economische crisis & onvrede over d uitkomst vn d oorlog leidden tt d opkomst vn
fascisme in Italië & nazisme in Duitsland.

Geopolitieke verschuivingen
 Koloniale spanningen:
o Koloniale gebieden verwachtten meer autonomie als dank voor hun bijdrage aan d oorlog,
maar werden teleurgesteld, wt leidde tt nationalistische bewegingen.
 Europa verliest werelddominantie:
o D oorlog verzwakte Europa & maakte ruimte voor d opkomst van nieuwe grootmachten
-> zoals d VS & Japan.

1.2 interbellum, periode tussen 2 oorlogen
interbellum = letterlijk "tussen de oorlogen" & verwijst nr d periode tss d Eerste Wereldoorlog (1919)
& d Tweede Wereldoorlog (1939).

Kenmerken vn ht interbellum:
 Begin (1919): Ht interbellum begon na d Eerste Wereldoorlog met ht Verdrag vn Versailles.
 leidde tt economische crisis in Duitsland & instabiliteit in Europa.
 Culturele veranderingen:
o D "Roaring Twenties" in Amerika als periode vn economische groei & culturele bloei.
o Nieuwe kunst- & wetenschapsstromingen zoals surrealisme, jazzmuziek, & modernisme.
 Politieke instabiliteit: Ht verval vn monarchieën zoals ht Oostenrijks-Hongaarse & ht Russische Rijk
 leidde tt machtsvacuüms & d opkomst vn dictaturen.
o Dictaturen: D groei vn fascistische, communistische & autoritaire regimes (zoals in Italië,
Duitsland, & Spanje).
 Einde (1939): Ht interbellum eindigde met d Duitse inval in Polen op 1 september 1939,
waarmee d Tweede Wereldoorlog begon.




Pagina 2 van 40

,1.3 inrichten vn d staat: het verschijnsel
staat
staat = soevereine organisatie die gezag uitoefent over bevolking op bepaald grondgebied.
 Deze bevolking wordt bestuurd a.d.h.v. wetten & beschikt over d nodige machtsmiddelen om
deze wetten te handhaven.

2 visies op ht begrip ‘staat’
 Definitie op basis vn doel (Karl Marx):
o D staat wordt gezien als instrument om d belangen vn dominante klasse te beschermen &
sociale ongelijkheid in stand te houden.
 Definitie op basis vn middelen (Max Weber):
o D staat = organisatie die een monopolie heeft op ht legitieme gebruik vn geweld binnen een
bepaald grondgebied.

Bestuursvormen
Doorheen d geschiedenis werden staten ingericht volgens verschillende bestuursvormen, gebaseerd op:
 Staatshoofd: Monarchie, republiek, enz.
 Mate vn participatie: Democratie, dictatuur, enz.

1.4 inrichten vn d staat: bestuursvormen obv
staatshoofd
 Theocratie
o Afkomstig vn d Griekse woorden theos (god) & kratia (heerschappij).
o d heerser beschouwd als goddelijk / als vertegenwoordiger vn goddelijke macht.
o Voorbeelden: Historisch Japan (keizer als goddelijke leider) & hedendaags Vaticaanstad & Iran.
 Monarchie
o Monarchie = een monarch (koning / koningin) aan ht hoofd vn d staat staat
 D macht wordt doorgaans overgedragen door erfopvolging.
o Constitutionele monarchie: D macht vn d monarch = beperkt dr een grondwet.
Voorbeeld: België.
oAbsolute monarchie: D monarch heeft onbeperkte macht & regeert zonder grondwettelijke
beperkingen. Voorbeeld: Lodewijk XIV van Frankrijk.
 Republiek
o wordt ht staatshoofd niet dr erfopvolging bepaald, maar gekozen / benoemd
 d macht = beperkt dr een grondwet.
o Ht staatshoofd = vaak een president, die direct / indirect wordt verkozen.
o Voorbeeld: Frankrijk (semi-presidentieel systeem met zowel president als premier).




Pagina 3 van 40

, 1.5 inrichten vn d staat: bestuursvormen obv
inspraak
Democratie
= bestuursvorm waarbij d macht uitgaat vn ht volk. Burgers hebben inspraak in ht bestuur via
verkiezingen, politieke partijen & parlementaire vertegenwoordiging.
 gekenmerkt dr vrijheid, gelijkheid & respect vr d rechten vn minderheden.

Kenmerken van democratie:
 Vrije en eerlijke verkiezingen:
o Burgers hebben ht recht om via periodieke verkiezingen te stemmen op hun
vertegenwoordigers.
o Er is sprake vn pluriform partijstelsel, waarbij meerdere partijen meedingen nr politieke
macht.
 Mensenrechten en vrijheden:
o Rechten zoals vrijheid vn meningsuiting, persvrijheid, vrijheid vn vergadering &
godsdienstvrijheid worden gegarandeerd.
 Rechtsstaat:
o Burgers worden beschermd dr wetten die democratisch tt stand zijn gekomen
 Niemand staat boven de wet.
 Scheiding der machten (trias politica):
o D macht = verdeeld over d wetgevende, uitvoerende & rechterlijke macht, om
machtsmisbruik te voorkomen.
 Participatie:
o Burgers kunnen invloed uitoefenen via referenda, burgerinitiatieven & deelname aan
maatschappelijke organisaties.
Voorbeelden vn democratieën:
 België (parlementaire democratie met een constitutionele monarchie).
 Nederland, Frankrijk, & andere landen binnen d Europese Unie.

Dictatuur
= bestuursvorm waarbij d macht in handen ligt van 1 persoon (autocratie) / een kleine groep mensen
(oligarchie). Burgers hebben geen invloed op ht bestuur & d rechten & vrijheden = beperkt.

Kenmerken van dictatuur:
 Concentratie van macht:
o Alle macht = gecentraliseerd bij 1 persoon/ kleine groep.
o Er is geen sprake vn scheiding der machten.
 Beperking van vrijheden:
o Vrijheid vn meningsuiting, pers & vereniging wordt onderdrukt.
o Oppositie wordt vervolgd/ onderdrukt.
 Propaganda en censuur:
o D staat controleert informatie & verspreidt propaganda om ht regime te ondersteunen.
 Repressie en geweld:
o Opponenten worden gevangengezet, gemarteld / geëlimineerd.
 Geen rechtsstaat:
o Wetten zijn willekeurig & vaak gericht op ht behouden vn macht dr d heersende elite.


Pagina 4 van 40
€5,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
phebeclemens

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
phebeclemens Arteveldehogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
6 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
4
Laatst verkocht
1 maand geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen