Paro leerpad G: orale
implantaten
Biologische breedte
- = JE + CT
- = aanhechtingsepitheel + BW
- Normaal 2mm
- Bij implantaat 4 mm
o Weefsel is dikker
o Vezels die in 1 richting lopen
Indicaties en contra indicaties (CI) bij plaatsen van implantaten
Absoluut CI (geen impl)
- Ongecontroleerde diabetes
o Wonde geneest niet goed
- Bestraald bot
o Bot is wat kapot
o Straling kent geen verschil tssn goed en slecht weefsel
o Kwaliteit van bot minder
- IV bisfosfonaten
o Osteoporose
o Tablet vorm = onschadelijk
o IV = Intra veneus = wel schadelijk
Geen genezing
Ontstaan necrose
Relatieve CI
- Steroïden / immunosuppressiva
o Na transplantatie
- Actieve pd (als het niet stabiel is)
- Mondhygiëne + therapietrouw
o Mensen die gebit niet goed onderhouden
- Parafunctie / bruxisme
o Impl kan niet goed tgn overbelasting
Geen CI
- Roken
- Eerdere pd (die stabiel is)
o Goed opvolgen, nazorg
, Diagnose en classificatie van peri-implantaire aandoeningen
Diagnose van peri-implantitis
- Aantasting van peri-implantaire slijmvlies zonder botverlies
- = peri-implantaire mucositis
- Peri-implantitis wnr slijmvliesontsteking met extra voortschrijdende botverlies na ste jaar van
belasting, met toenemende pocketdiepte en BOP en/of ettervorming
- Hoeveelheid botverlies moet men niet weten
- Is normaal dat in begin beetje bot weggaat
- Progressief verlies van ondersteunend bot
Peri-implantaire mucositis
- BOP
- Visuele tekenen van ontsteking
- Geen aanhoudende botverlies
- Geen diepere pockets in loop van tijd
Consensus 2017 workshop peri-implantitis
- Aanbevolen om na voltooiing van implantaat en/of abutment plaatsing radiografische
controle uitvoeren
- Na belasting extra RX om referentie botniveau vast te stellen
- Diagnose van peri-implantits vereist
o Aanwezigheid BOP en/of ettering bij zacht sonderen
o Verhoogde PPD in vergelijking met eerder onderzoek
o Aanwezigheid van botverlies buiten veranderingen in crestale botniveau als gevolg
van initiële botremodellering (ongoing bone loss)
o Bij afwezigheid rx onderzoek botniveau groter/gelijk aan 3 mm van meest coronale
deel van intra-ossale deel van imp samen met BOP consistent met diagnose van peri-
implantitis
Factoren die rol spelen bij ontstaan van peri-implantaire aandoeningen
Iatrogene factoren: veroorzaakt door medische handelingen
- Verkeerde positionering van impl
o Te diep
o Te dicht bij buurtand
o Te ver naar B
- Cementresten in sulcus
o Verhogen risico op peri-implantitis vooral bij patiënten met parodontale
voorgeschiedenis
o Volledig verwijderen van cementresten is moeilijk wnr overgang tssn impl en
abutment heel diep onder tandvlees ligt
o Cement verwijdering (debridement) verbetering
- Slechte reinigbaarheid van suprastructuur door overcontourering
- Overbelasting
o Impl verdragen goed verticale lasten
o Impl verdragen niet goed laterale lasten marginale botafbraak rond impl
implantaten
Biologische breedte
- = JE + CT
- = aanhechtingsepitheel + BW
- Normaal 2mm
- Bij implantaat 4 mm
o Weefsel is dikker
o Vezels die in 1 richting lopen
Indicaties en contra indicaties (CI) bij plaatsen van implantaten
Absoluut CI (geen impl)
- Ongecontroleerde diabetes
o Wonde geneest niet goed
- Bestraald bot
o Bot is wat kapot
o Straling kent geen verschil tssn goed en slecht weefsel
o Kwaliteit van bot minder
- IV bisfosfonaten
o Osteoporose
o Tablet vorm = onschadelijk
o IV = Intra veneus = wel schadelijk
Geen genezing
Ontstaan necrose
Relatieve CI
- Steroïden / immunosuppressiva
o Na transplantatie
- Actieve pd (als het niet stabiel is)
- Mondhygiëne + therapietrouw
o Mensen die gebit niet goed onderhouden
- Parafunctie / bruxisme
o Impl kan niet goed tgn overbelasting
Geen CI
- Roken
- Eerdere pd (die stabiel is)
o Goed opvolgen, nazorg
, Diagnose en classificatie van peri-implantaire aandoeningen
Diagnose van peri-implantitis
- Aantasting van peri-implantaire slijmvlies zonder botverlies
- = peri-implantaire mucositis
- Peri-implantitis wnr slijmvliesontsteking met extra voortschrijdende botverlies na ste jaar van
belasting, met toenemende pocketdiepte en BOP en/of ettervorming
- Hoeveelheid botverlies moet men niet weten
- Is normaal dat in begin beetje bot weggaat
- Progressief verlies van ondersteunend bot
Peri-implantaire mucositis
- BOP
- Visuele tekenen van ontsteking
- Geen aanhoudende botverlies
- Geen diepere pockets in loop van tijd
Consensus 2017 workshop peri-implantitis
- Aanbevolen om na voltooiing van implantaat en/of abutment plaatsing radiografische
controle uitvoeren
- Na belasting extra RX om referentie botniveau vast te stellen
- Diagnose van peri-implantits vereist
o Aanwezigheid BOP en/of ettering bij zacht sonderen
o Verhoogde PPD in vergelijking met eerder onderzoek
o Aanwezigheid van botverlies buiten veranderingen in crestale botniveau als gevolg
van initiële botremodellering (ongoing bone loss)
o Bij afwezigheid rx onderzoek botniveau groter/gelijk aan 3 mm van meest coronale
deel van intra-ossale deel van imp samen met BOP consistent met diagnose van peri-
implantitis
Factoren die rol spelen bij ontstaan van peri-implantaire aandoeningen
Iatrogene factoren: veroorzaakt door medische handelingen
- Verkeerde positionering van impl
o Te diep
o Te dicht bij buurtand
o Te ver naar B
- Cementresten in sulcus
o Verhogen risico op peri-implantitis vooral bij patiënten met parodontale
voorgeschiedenis
o Volledig verwijderen van cementresten is moeilijk wnr overgang tssn impl en
abutment heel diep onder tandvlees ligt
o Cement verwijdering (debridement) verbetering
- Slechte reinigbaarheid van suprastructuur door overcontourering
- Overbelasting
o Impl verdragen goed verticale lasten
o Impl verdragen niet goed laterale lasten marginale botafbraak rond impl