FYSIOLOGIE
1. De basale functies van levende organismen
Een organisme = een levend wezen
Biologie = de leer van het leven
Alle levende organismen hebben volgende basale functies:
Reactievermogen
Prikkelbaarheid: ze reageren op veranderingen in hun
onmiddellijke omgeving bv. mensen trekken hand terug van
heet vuur, hond blaft wanneer vreemde aankomt, vissen
schrikken van harde geluiden…
Aanpassingsvermogen: ze maken langdurige veranderingen
door wanneer zij zich aan hun omgeving kunnen aanpassen
bv. een dier krijgt dikkere vacht wanneer winter nadert, dier
kan naar warmer klimaat vertrekken wanneer winter nadert…
Groei
Meer cellen: organismen nemen in omvang toe door deling
van cellen
Eencellige organismen: groeien doordat de cel groter wordt
Differentiatie: wanneer meercellige organismen zich
ontwikkelen afzonderlijke cellen gaan zich specialiseren
zodat ze bepaalde functies kunnen vervullen, soms ten koste
van andere functies
Voortplanting
Organismen planten zich voort en brengen zodoende steeds
nieuwe generaties van dezelfde organismen voort
Beweging
, Organismen zijn in staat tot bewegen
Inwendig: transport van voedingsstoffen, bloed of andere
stoffen in het lichaam
Uitwendig: voortbeweging door de omgeving
Stofwisseling
= metabolisme: alle chemische reacties in het lichaam
Organismen zijn afhankelijk van stofwisseling om energie te
leveren die nodig is voor reactievermogen, groei, voortplanting
en beweging
De meeste cellen hebben nodig:
Voedingsstoffen (=nutriënten) die ze uit voeding halen
Ze hebben ook zuurstof nodig het vervoer en verbruik
van zuurstof heet respiratie
Bij stofwisselingsreacties ontstaan vaak ook onnodige of
mogelijks schadelijke afvalstoffen worden uit het
lichaam verwijderd door excretie (uitscheiding)
2. De relatie tussen anatomie en fysiologie + de
verschillende specialisaties
2.1 Wat is anatomie en fysiologie?
2.1.1 Anatomie
Anatomie is
De studie van de bouw en de structuur
, Studie van inwendige en uitwendige structuren en de fysieke relaties
tussen lichaamsdelen
Komt van het Oudgrieks: anatomie = opensnijden ana= open +
tomé = snede
Soorten anatomie
Macroscopisch Microscopisch
e anatomie e anatomie
Histologie Cytologie
Uitwendige Regionale Systemische
(weefselleer) (celleer)
2.1.2 Fysiologie
Fysiologie is
Studie van de manier waarop levende organismen hun vitale
functies verrichten
Studie van de functie
Soorten fysiologie