HOOFDSTUK : BOVENGRONDSE METSELWERKEN
1 INLEIDING
1.1 BASISPRINCIPES
Wand ≠ Muur
Een wand is een ruimtelijk of bouwkundig element, maar niet per definitie:
een muur, een binnenwand, een buitenwand, een ruimtescheidende wand
Bovengrondse constructies bestaan uit:
- Verticale elementen: muren, kolommen
- Horizontale elementen: vloeren, balken
- Hellende elementen: daken
Constructieopbouw
- Stapelbouw: bv. metselwerkwanden
- Gietbouw: bv. ter plaatse gegoten betonwand
- Prefabbouw: bv. prefabbeton- of houtskeletmuren
Stabiliteitssystemen
Massiefbouw:
- Gebaseerd op draaglijnen (dragende wanden)
- Lasten via beton of metselwerk naar de fundering
Skeletbouw:
- Gebaseerd op draagpunten (kolommen)
- Lasten via beton- of staalskelet naar fundering
- Wanden = invulling, soms ook windverband
Constructief: diverse wandsystemen:
- enkelvoudige metselwerkwanden = massieve muren
- samengestelde metselwerkwanden = spouwmuren
- lichte scheidingswanden = gipskartonwanden
- gevelpanelen = prefabbeton, sandwichpanelen
- gordijngevels = structurele beglazing
Dragende functie:
- verticale belasting: eigengewicht, nuttige belasting, sneeuw
- horizontale belasting: winddruk, gronddruk, waterdruk
1
,Ruimtescheidende functie: samengesteld bij woningscheidende wanden
Bouwfysische functie:
- thermisch isolerend: belang van isolatie
- vochtisolerend: van buiten naar binnen: vocht van binnen naar buiten:
dampgeluidsisolerend
Brandwerende functie: REI30, REI60, REI120
1.2 TOEPASSINGSGEBIED
1.2.1 DRAGEND VS NIET DECORATIEF
Decoratief = metselwerk waarvan het ethische uitzicht belangrijker is
Niet-decoratief = metselwerk waarvan het ethische uitzicht niet belangrijk is
- Baksteen
- Kalkzandsteen
- Granulaatbeton
- geautoclaveerd cellenbeton
- natuursteen (of kunststeen)
- gipsblokken
2 MATERIAALSPECIFICATIES
2.1 INLEIDING
metselwerkwanden worden opgebouwd uit metselstenenstenen ≠ blokken
afmetingen stenen:
- L ≤ 300 mm
- B ≤ 150 mm
- H ≤ 100mm
Legvak : mortelvak
Formaten:
o rijnvorm : 180x85x50 88
o boerken : 180x85x65 en 180x85x90 69/52
o module 65 : 190 x 90 x 65 65
2
, o module 90 : 190 x 90 x 90 49
o snelbouw : 290 x 90/140/190 x 90/140x190 33/22/17
2.2 METSELSTENEN
2.2.1 GROEPEN
Volle metselsteen:
- zonder gaten
- perforaties < 20% volume
Geperforeerde metselsteen:
- perforaties > 20% volume
- afm indiv perforatie <6cm2
- kleinste afmeting perforatie < 2cm
- perforaties verticaal
Holle metselsteen:
- perforaties > 20% volume
- afm indiv perforatie > 6 cm2
- kleinste afmeting perforatie < 2cmperforaties horizontaal
2.2.2 SOORTEN
1. Bakstenen
- gebakken klei, zonder bindmiddel of toevoeging van chemicaliën
- eeuwenoud: Mesopotamië, Romeinen, Middeleeuwen
- zeer duurzaam, scheikundig inert
- voor dragende en niet-dragende muren
2. Betonstenen
- niet- gebakken
- voor dragende en niet-dragende muren
- samenstelling beton:natuurlijke granulaten: zand, grind, steenslag
- evt kunstmatige granulaten: betonpuin, kleikorrels, gemalen
- puimsteen
- hydraulisch bindmiddel: meestal cement
- evt additieven zoals pigmenten
3
, 3. Cellenbetonstenen
- wit tot lichtgrijs mineraal product
- cellenstructuur: miljoenen kleine, gesloten cellen (diam 1 tot 1,5mm) omringd
door beton
- dragend en isolerend
Samenstelling:
- gemalen silica-houdende grondstoffen, vnl fijn wit zand
- hydraulische bindmiddelen: kalk en cement
- additieven: meestal aluminiumpoeder
hoeveelheid aluminiumpoeder bepaalt dichtheid
4. Silicaat- of kalkzandsteen
- onder stoomdruk verharde steen
- kalk en zand: verbinding
- mengsel wordt gehydrateerd
- samengeperst in een vorm en onder stoomdruk verhard
- dragend en niet- dragend
- verlijming
- dunpleister
meest gebruikt in projectbouw
- Elementen worden in de fabriek gemaakt en genummerdOp de werf uitgevoerd
volgens de wanduitslagen
4
1 INLEIDING
1.1 BASISPRINCIPES
Wand ≠ Muur
Een wand is een ruimtelijk of bouwkundig element, maar niet per definitie:
een muur, een binnenwand, een buitenwand, een ruimtescheidende wand
Bovengrondse constructies bestaan uit:
- Verticale elementen: muren, kolommen
- Horizontale elementen: vloeren, balken
- Hellende elementen: daken
Constructieopbouw
- Stapelbouw: bv. metselwerkwanden
- Gietbouw: bv. ter plaatse gegoten betonwand
- Prefabbouw: bv. prefabbeton- of houtskeletmuren
Stabiliteitssystemen
Massiefbouw:
- Gebaseerd op draaglijnen (dragende wanden)
- Lasten via beton of metselwerk naar de fundering
Skeletbouw:
- Gebaseerd op draagpunten (kolommen)
- Lasten via beton- of staalskelet naar fundering
- Wanden = invulling, soms ook windverband
Constructief: diverse wandsystemen:
- enkelvoudige metselwerkwanden = massieve muren
- samengestelde metselwerkwanden = spouwmuren
- lichte scheidingswanden = gipskartonwanden
- gevelpanelen = prefabbeton, sandwichpanelen
- gordijngevels = structurele beglazing
Dragende functie:
- verticale belasting: eigengewicht, nuttige belasting, sneeuw
- horizontale belasting: winddruk, gronddruk, waterdruk
1
,Ruimtescheidende functie: samengesteld bij woningscheidende wanden
Bouwfysische functie:
- thermisch isolerend: belang van isolatie
- vochtisolerend: van buiten naar binnen: vocht van binnen naar buiten:
dampgeluidsisolerend
Brandwerende functie: REI30, REI60, REI120
1.2 TOEPASSINGSGEBIED
1.2.1 DRAGEND VS NIET DECORATIEF
Decoratief = metselwerk waarvan het ethische uitzicht belangrijker is
Niet-decoratief = metselwerk waarvan het ethische uitzicht niet belangrijk is
- Baksteen
- Kalkzandsteen
- Granulaatbeton
- geautoclaveerd cellenbeton
- natuursteen (of kunststeen)
- gipsblokken
2 MATERIAALSPECIFICATIES
2.1 INLEIDING
metselwerkwanden worden opgebouwd uit metselstenenstenen ≠ blokken
afmetingen stenen:
- L ≤ 300 mm
- B ≤ 150 mm
- H ≤ 100mm
Legvak : mortelvak
Formaten:
o rijnvorm : 180x85x50 88
o boerken : 180x85x65 en 180x85x90 69/52
o module 65 : 190 x 90 x 65 65
2
, o module 90 : 190 x 90 x 90 49
o snelbouw : 290 x 90/140/190 x 90/140x190 33/22/17
2.2 METSELSTENEN
2.2.1 GROEPEN
Volle metselsteen:
- zonder gaten
- perforaties < 20% volume
Geperforeerde metselsteen:
- perforaties > 20% volume
- afm indiv perforatie <6cm2
- kleinste afmeting perforatie < 2cm
- perforaties verticaal
Holle metselsteen:
- perforaties > 20% volume
- afm indiv perforatie > 6 cm2
- kleinste afmeting perforatie < 2cmperforaties horizontaal
2.2.2 SOORTEN
1. Bakstenen
- gebakken klei, zonder bindmiddel of toevoeging van chemicaliën
- eeuwenoud: Mesopotamië, Romeinen, Middeleeuwen
- zeer duurzaam, scheikundig inert
- voor dragende en niet-dragende muren
2. Betonstenen
- niet- gebakken
- voor dragende en niet-dragende muren
- samenstelling beton:natuurlijke granulaten: zand, grind, steenslag
- evt kunstmatige granulaten: betonpuin, kleikorrels, gemalen
- puimsteen
- hydraulisch bindmiddel: meestal cement
- evt additieven zoals pigmenten
3
, 3. Cellenbetonstenen
- wit tot lichtgrijs mineraal product
- cellenstructuur: miljoenen kleine, gesloten cellen (diam 1 tot 1,5mm) omringd
door beton
- dragend en isolerend
Samenstelling:
- gemalen silica-houdende grondstoffen, vnl fijn wit zand
- hydraulische bindmiddelen: kalk en cement
- additieven: meestal aluminiumpoeder
hoeveelheid aluminiumpoeder bepaalt dichtheid
4. Silicaat- of kalkzandsteen
- onder stoomdruk verharde steen
- kalk en zand: verbinding
- mengsel wordt gehydrateerd
- samengeperst in een vorm en onder stoomdruk verhard
- dragend en niet- dragend
- verlijming
- dunpleister
meest gebruikt in projectbouw
- Elementen worden in de fabriek gemaakt en genummerdOp de werf uitgevoerd
volgens de wanduitslagen
4