Media-ethiek
INTRODUCTIE TOT (NORMATIEVE) ETHIEK EN MEDIA-ETHIEK
Theoretische filosofie = in deze discipline stelt men zich de vraag over wat de mens
is, wat de wereld is, wat het universum is… bv: metafysica, wijsgerige antropologie,
wetenschapsfilosofie
Sinds de moderniteit is veel van dit domein overgenomen door exacte
wetenschappen
Nog steeds belangrijk. Filosofen reflecteren kritisch over vragen in wetenschap en
proberen deze te verhelderen. Bv: ‘wat is wetenschappelijke kennis?’ ‘Wanneer is
iets echt wetenschappelijk?’
Praktische filosofie =
In de politieke filosofie denkt men na over vraagstukken rond politiek en macht.
Men analyseert structuren zoals het kapitalisme en communisme.
In de sociale filosofie denkt men na over het ontstaan van het wezen en van een
maatschappij en de verhouding tussen individu en structuur.
Ethiek = morele filosofie, studie van principes die het fundament zijn van normen
en waarden, reflectie over het goede en over rechtvaardige samenlevingen,
beantwoord de nood aan reflexiviteit
Gedachte-experiment = fictieve casussen om bepaalde filosofische intuïties te
toetsen of op te roepen. Lijkt vaak vergezocht maar helpen ons dilemma’s op te lossen
die dichter bij huis zijn.
Kritiek: ‘luie zetel filosofie/armchair philosophy’ want je bent niet echt met de
casus bezig, maar denkt er alleen over na. Er wordt niets experimenteel
onderzocht op deze manier.
Theorie van de rechtvaardigheid van John Rawls = een egalitaire theorie
gebaseerd op een gedachte-experiment, de uitkomst zou een rechtvaardige
maatschappij zijn die aanvaardbaar zou zijn voor vrije en rationele mensen
(“justice as fairness”). Het gedachte-experiment gaat als volgt: We moeten onszelf
achter een ingebeelde sluier van onwetendheid plaatsen. Dit is de originele
positie. We moeten dan doen alsof we onze positie in de maatschappij nog niet
kennen, en we ook nog niet weten welke eigenschappen of talenten we zullen
1
, hebben. Zo weten we bijvoorbeeld niet hoe oud of gezond we zijn, of welke
leeftijd, geslacht, ras, intelligentie, rijkdom etc. ons is toebedeeld. We moeten ons
inbeelden dat we evengoed geboren hadden kunnen worden als een arme vrouw
dan als een rijke man. Welke maatschappij zouden we verkiezen als we onze eigen
eigenschappen nog niet kennen? Rawls zegt dat we dan gelijke kansen en gelijke
toegang tot belangrijke bronnen zouden willen.
o Besluiten uit de sluier van onwetendheid
Stap 1: basisrechten voor iedereen
Vrijheid van meningsuiting
Deelnemen aan verkiezingen
Toegang tot (overheids-) jobs
Stap 2: rechtvaardige verdeling van goederen
“Difference principle”: inkomensverschil is mogelijk, alleen als
het ook de minst begoede helpt (chirurg mag iets meer
verdienen)
“Rechtvaardigheid als eerlijkheid”: Ongelijke beginposities
mogen niet leiden tot ongelijke kansen (op jobs…)
Belangrijke component rond invloed media op maatschappij
Onrechtvaardig dat enkele personen de media domineren
Onrechtvaardig dat sommigen meer invloed op verkiezingen via
reclame
o Wat zijn de sterke en zwakke punten?
+ Aandacht voor kwetsbaren, argumenten voor herverdeling, moraliteit van
instellingen
- Nog te rationalistisch, er is focus op herverdeling van materiële goederen
maar houdt geen rekening met inhoudelijke verzuchtingen van ‘het goede
leven’. Sluier van onwetendheid is te abstract, houdt geen rekening met
historische onrechtvaardigheden. Bekritiseerd omwille van ideaaltheorie =
zijn theorie maakt gebruik van een aantal geïdealiseerde veronderstellingen
over het gedrag van mensen, de werking van sociale instellingen,
enzovoorts om een ideale maatschappelijke structuur te beschrijven
2
,Niet-ideale theorie = vertrekt vanuit de overtuiging dat de beste manier om een
ideale samenleving tot stand te brengen is door te erkennen op welke manieren die
samenleving momenteel niet ideaal is
Bv: Charles Mills & Iris Marion Young
Overdreven abstracties en geïdealiseerde scenario's, zoals Rawls' sluier van
onwetendheid, vermijden
Realistische, complexe voorbeelden gebruiken
Experimentele filosofie = gebruikt empirische methodes om filosofische intuïties te
onderzoeken
Gaat vaak over het in vraag stellen van de functie van gedachte-experimenten en
de filosofische intuïties die zij zouden uitlokken.
Tonen aan dat filosofische intuïties kunnen verschillen tussen verschillende
populaties: laat zien dat de waarden en gedachten waar men vaak in de Westerse
filosofie vanuit gegaan is, minder universeel zijn als gedacht.
Moraliteit = gemeenschappelijke notie van goed en kwaad
Egoïstische voorzichtigheid = een theorie van Thomas Hobbes: Als je te veel mensen
hebt, heb je te weinig bronnen en gaan mensen in competitie met elkaar. Er moet dan
een manier gevonden worden om met elkaar om te gaan, want de mens is van nature
niet goed, zou elkaar anders uitmoorden. Daarom moet er een contract worden
opgesteld, moraliteit is een soort contract uit egoïstische voorzichtigheid (moet
gewaarborgd worden door een sterke staat).
Wat zeggen Thomas Hobbes en Frans de Waal over het ontstaan van
moraliteit?
Thomas Hobbes: Als je te veel mensen hebt, heb je te weinig bronnen en gaan mensen
in competitie met elkaar. Er moet dan een manier gevonden worden om met elkaar om
te gaan, want de mens is van nature niet goed, zou elkaar anders uitmoorden. Daarom
moet er een contract worden opgesteld, moraliteit is een soort contract uit egoïstische
voorzichtigheid (moet gewaarborgd worden door een sterke staat).
3
, Frans De Waal: De grondvoorwaarden van moraliteit zijn wel aanwezig (moet je geen
moreel contract voor hebben), ook bij niet-menselijke dieren, er is een biologische basis
van eerlijkheid en altruïsme. Hij is een bioloog, heeft dit aangetoond (bv: experiment
met apen die oneerlijk behandeld werden).
Utilitarisme = stelt dat een daad goed is als ze “het grootste goed voor het grootste
aantal mensen geeft”, er is sprake v kosten-batenanalyse: je weegt af wat het zou
kosten om iets te doen en wat de gevolgen zijn
Bekendste vorm van het consequentialisme
Term bedacht door Jeremy Bentham (stelde hedonistische calculus voor >> beste
daad is dus die daad die de meeste mensen plezier bezorgt)
John Stuart Mill: er zijn ook kwalitatieve verschillen in plezier/pijn, genot v geest
(bv: intellectuele voldoening) vs fysiek genot (bv: sport)
Wat zijn de sterke en zwakke punten?
+ Utilitarisme is ethisch progressief omdat het ieder die geluk kan ervaren als
relevant voor morele overweging beschouwt, dus ook vrouwen en dieren.
Utilitarisme spreekt ons gezond verstand aan en is een goede basis voor
beleidsvoering
- Als het gaat over het grootste geluk voor het grootste aantal mensen, betekent
het dat je altijd minderheden gaat opofferen. Utilitarisme betreft resultaten die in
de toekomst plaatsvinden, blijft dus speculatief, je kan nooit 100% de toekomst
voorspellen. Wat betreft gedane beloftes; als je ooit belooft hebt om iets te doen in
het verleden, en achteraf gezien zou het meerdere mensen beter uitkomen om die
belofte te breken, mag je toch de belofte niet breken ongeacht de gevolgen.
Utilitarisme heeft geen plaats voor belang van persoonlijke relaties. Utilitarisme
kan ook tot intuïtief supererogatorische conclusies leiden = meer dan wat
moreel strikt noodzakelijk is – bv: met het geld dat je nieuwe schoenen koopt
zonder dat je oude versleten zijn, kan je evengoed dat geld doneren aan arme
kindjes en een leven redden >> utilitarise kan dus een ethiek zijn dat veel te veel
van ons vraagt >> Peter Singer zegt bv over armoede: “Als we iets slechts kunnen
voorkomen zonder iets van gelijkaardig moreel belang te moeten opofferen,
moeten we dat doen.”)
4
INTRODUCTIE TOT (NORMATIEVE) ETHIEK EN MEDIA-ETHIEK
Theoretische filosofie = in deze discipline stelt men zich de vraag over wat de mens
is, wat de wereld is, wat het universum is… bv: metafysica, wijsgerige antropologie,
wetenschapsfilosofie
Sinds de moderniteit is veel van dit domein overgenomen door exacte
wetenschappen
Nog steeds belangrijk. Filosofen reflecteren kritisch over vragen in wetenschap en
proberen deze te verhelderen. Bv: ‘wat is wetenschappelijke kennis?’ ‘Wanneer is
iets echt wetenschappelijk?’
Praktische filosofie =
In de politieke filosofie denkt men na over vraagstukken rond politiek en macht.
Men analyseert structuren zoals het kapitalisme en communisme.
In de sociale filosofie denkt men na over het ontstaan van het wezen en van een
maatschappij en de verhouding tussen individu en structuur.
Ethiek = morele filosofie, studie van principes die het fundament zijn van normen
en waarden, reflectie over het goede en over rechtvaardige samenlevingen,
beantwoord de nood aan reflexiviteit
Gedachte-experiment = fictieve casussen om bepaalde filosofische intuïties te
toetsen of op te roepen. Lijkt vaak vergezocht maar helpen ons dilemma’s op te lossen
die dichter bij huis zijn.
Kritiek: ‘luie zetel filosofie/armchair philosophy’ want je bent niet echt met de
casus bezig, maar denkt er alleen over na. Er wordt niets experimenteel
onderzocht op deze manier.
Theorie van de rechtvaardigheid van John Rawls = een egalitaire theorie
gebaseerd op een gedachte-experiment, de uitkomst zou een rechtvaardige
maatschappij zijn die aanvaardbaar zou zijn voor vrije en rationele mensen
(“justice as fairness”). Het gedachte-experiment gaat als volgt: We moeten onszelf
achter een ingebeelde sluier van onwetendheid plaatsen. Dit is de originele
positie. We moeten dan doen alsof we onze positie in de maatschappij nog niet
kennen, en we ook nog niet weten welke eigenschappen of talenten we zullen
1
, hebben. Zo weten we bijvoorbeeld niet hoe oud of gezond we zijn, of welke
leeftijd, geslacht, ras, intelligentie, rijkdom etc. ons is toebedeeld. We moeten ons
inbeelden dat we evengoed geboren hadden kunnen worden als een arme vrouw
dan als een rijke man. Welke maatschappij zouden we verkiezen als we onze eigen
eigenschappen nog niet kennen? Rawls zegt dat we dan gelijke kansen en gelijke
toegang tot belangrijke bronnen zouden willen.
o Besluiten uit de sluier van onwetendheid
Stap 1: basisrechten voor iedereen
Vrijheid van meningsuiting
Deelnemen aan verkiezingen
Toegang tot (overheids-) jobs
Stap 2: rechtvaardige verdeling van goederen
“Difference principle”: inkomensverschil is mogelijk, alleen als
het ook de minst begoede helpt (chirurg mag iets meer
verdienen)
“Rechtvaardigheid als eerlijkheid”: Ongelijke beginposities
mogen niet leiden tot ongelijke kansen (op jobs…)
Belangrijke component rond invloed media op maatschappij
Onrechtvaardig dat enkele personen de media domineren
Onrechtvaardig dat sommigen meer invloed op verkiezingen via
reclame
o Wat zijn de sterke en zwakke punten?
+ Aandacht voor kwetsbaren, argumenten voor herverdeling, moraliteit van
instellingen
- Nog te rationalistisch, er is focus op herverdeling van materiële goederen
maar houdt geen rekening met inhoudelijke verzuchtingen van ‘het goede
leven’. Sluier van onwetendheid is te abstract, houdt geen rekening met
historische onrechtvaardigheden. Bekritiseerd omwille van ideaaltheorie =
zijn theorie maakt gebruik van een aantal geïdealiseerde veronderstellingen
over het gedrag van mensen, de werking van sociale instellingen,
enzovoorts om een ideale maatschappelijke structuur te beschrijven
2
,Niet-ideale theorie = vertrekt vanuit de overtuiging dat de beste manier om een
ideale samenleving tot stand te brengen is door te erkennen op welke manieren die
samenleving momenteel niet ideaal is
Bv: Charles Mills & Iris Marion Young
Overdreven abstracties en geïdealiseerde scenario's, zoals Rawls' sluier van
onwetendheid, vermijden
Realistische, complexe voorbeelden gebruiken
Experimentele filosofie = gebruikt empirische methodes om filosofische intuïties te
onderzoeken
Gaat vaak over het in vraag stellen van de functie van gedachte-experimenten en
de filosofische intuïties die zij zouden uitlokken.
Tonen aan dat filosofische intuïties kunnen verschillen tussen verschillende
populaties: laat zien dat de waarden en gedachten waar men vaak in de Westerse
filosofie vanuit gegaan is, minder universeel zijn als gedacht.
Moraliteit = gemeenschappelijke notie van goed en kwaad
Egoïstische voorzichtigheid = een theorie van Thomas Hobbes: Als je te veel mensen
hebt, heb je te weinig bronnen en gaan mensen in competitie met elkaar. Er moet dan
een manier gevonden worden om met elkaar om te gaan, want de mens is van nature
niet goed, zou elkaar anders uitmoorden. Daarom moet er een contract worden
opgesteld, moraliteit is een soort contract uit egoïstische voorzichtigheid (moet
gewaarborgd worden door een sterke staat).
Wat zeggen Thomas Hobbes en Frans de Waal over het ontstaan van
moraliteit?
Thomas Hobbes: Als je te veel mensen hebt, heb je te weinig bronnen en gaan mensen
in competitie met elkaar. Er moet dan een manier gevonden worden om met elkaar om
te gaan, want de mens is van nature niet goed, zou elkaar anders uitmoorden. Daarom
moet er een contract worden opgesteld, moraliteit is een soort contract uit egoïstische
voorzichtigheid (moet gewaarborgd worden door een sterke staat).
3
, Frans De Waal: De grondvoorwaarden van moraliteit zijn wel aanwezig (moet je geen
moreel contract voor hebben), ook bij niet-menselijke dieren, er is een biologische basis
van eerlijkheid en altruïsme. Hij is een bioloog, heeft dit aangetoond (bv: experiment
met apen die oneerlijk behandeld werden).
Utilitarisme = stelt dat een daad goed is als ze “het grootste goed voor het grootste
aantal mensen geeft”, er is sprake v kosten-batenanalyse: je weegt af wat het zou
kosten om iets te doen en wat de gevolgen zijn
Bekendste vorm van het consequentialisme
Term bedacht door Jeremy Bentham (stelde hedonistische calculus voor >> beste
daad is dus die daad die de meeste mensen plezier bezorgt)
John Stuart Mill: er zijn ook kwalitatieve verschillen in plezier/pijn, genot v geest
(bv: intellectuele voldoening) vs fysiek genot (bv: sport)
Wat zijn de sterke en zwakke punten?
+ Utilitarisme is ethisch progressief omdat het ieder die geluk kan ervaren als
relevant voor morele overweging beschouwt, dus ook vrouwen en dieren.
Utilitarisme spreekt ons gezond verstand aan en is een goede basis voor
beleidsvoering
- Als het gaat over het grootste geluk voor het grootste aantal mensen, betekent
het dat je altijd minderheden gaat opofferen. Utilitarisme betreft resultaten die in
de toekomst plaatsvinden, blijft dus speculatief, je kan nooit 100% de toekomst
voorspellen. Wat betreft gedane beloftes; als je ooit belooft hebt om iets te doen in
het verleden, en achteraf gezien zou het meerdere mensen beter uitkomen om die
belofte te breken, mag je toch de belofte niet breken ongeacht de gevolgen.
Utilitarisme heeft geen plaats voor belang van persoonlijke relaties. Utilitarisme
kan ook tot intuïtief supererogatorische conclusies leiden = meer dan wat
moreel strikt noodzakelijk is – bv: met het geld dat je nieuwe schoenen koopt
zonder dat je oude versleten zijn, kan je evengoed dat geld doneren aan arme
kindjes en een leven redden >> utilitarise kan dus een ethiek zijn dat veel te veel
van ons vraagt >> Peter Singer zegt bv over armoede: “Als we iets slechts kunnen
voorkomen zonder iets van gelijkaardig moreel belang te moeten opofferen,
moeten we dat doen.”)
4