Recht
H1: Wat is recht?
4 elementen:
1. Gedragsregels & -normen: Wat mag, moet, verboden is of nodig is om iets te organiseren
2. Doel: ordenen maatschappelijk leven
• Het recht wil orde scheppen
• Rechtszekerheid
3. Opgelegd door de overheid
4. Afdwingbaar
! Recht is maatschappij-, plaats- en tijdsgebonden
Niet overal/altijd hetzelfde
Indeling
- Privaat recht
Verhouding tussen burgers onderling
- Publiek recht
Verhouding overheid tot burgers
Inrichting, werking, onderlinge verhoudingen van de overheidsorganen
Zie ppt.
Andere indelingen
Objectief recht
- Rechtsregels op zich, los van de toepassing op een concreet geval
Subjectief recht
- Aanspraken die een persoon ten aanzien van een andere persoon laat gelden
Gebaseerd op objectief recht
Materieel recht
- Regels die rechten toekennen en plichten opleggen
Formeel recht
- Regels die aangeven hoe de naleving van het materiële recht verzekerd kan worden
1. De wetgeving
- Internationale verdragen
- Grondwet
- Wetten, decreten en ordonnanties
- Koninklijke Besluiten en besluiten van de gemeenschaps-en gewestregeringen
, - Ministeriële Besluiten en besluiten van een lid van de gemeenschaps- en
gewestregering
- Provinciaal besluit
- Gemeentelijk besluit
2. Rechtspraak
Ondernemingsrechtbank
Geschillen tussen ondernemingen (/en niet-ondernemingen)
Inzake vennootschappen, verenigingen of stichtingen
Inzake intellectuele eigendomsrechten
Inzake marktpraktijken
…
9 ondernemingsrechtbanken in België
1 beroepsrechter + 2 lekenrechters
Procedure
- Dagvaarding -> openbare terechtzitting -> vonnis
3. Rechtsleer
- = geheel van wetenschappelijke publicaties over juridische aangelegenheden
- Niet bindend! Enkel gezaghebbend
- Online zoekmachine (vb.: Jura)
H3: Goederenrecht
Natuurlijke persoon = persoon van vlees en bloed
Rechtspersoon = rechtssubject (natuurlijk persoon), drager van rechten en plichten. (= vb.:
vennootschap)
Indeling van goederen
Zie codex 2 p.951
1) Lichamelijk/onlichamelijk
2) Roerend/onroerend -> verplaatsbaarheid
3) Vervangbare, verbruikbare en soortgoederen
4) Publieke (behoren toe aan publiekrechtelijke rechtspersonen => algemeen belang) en
private goederen
5) Gemene voorwerpen
6) Goederen in de handel/buiten de handel
H1: Wat is recht?
4 elementen:
1. Gedragsregels & -normen: Wat mag, moet, verboden is of nodig is om iets te organiseren
2. Doel: ordenen maatschappelijk leven
• Het recht wil orde scheppen
• Rechtszekerheid
3. Opgelegd door de overheid
4. Afdwingbaar
! Recht is maatschappij-, plaats- en tijdsgebonden
Niet overal/altijd hetzelfde
Indeling
- Privaat recht
Verhouding tussen burgers onderling
- Publiek recht
Verhouding overheid tot burgers
Inrichting, werking, onderlinge verhoudingen van de overheidsorganen
Zie ppt.
Andere indelingen
Objectief recht
- Rechtsregels op zich, los van de toepassing op een concreet geval
Subjectief recht
- Aanspraken die een persoon ten aanzien van een andere persoon laat gelden
Gebaseerd op objectief recht
Materieel recht
- Regels die rechten toekennen en plichten opleggen
Formeel recht
- Regels die aangeven hoe de naleving van het materiële recht verzekerd kan worden
1. De wetgeving
- Internationale verdragen
- Grondwet
- Wetten, decreten en ordonnanties
- Koninklijke Besluiten en besluiten van de gemeenschaps-en gewestregeringen
, - Ministeriële Besluiten en besluiten van een lid van de gemeenschaps- en
gewestregering
- Provinciaal besluit
- Gemeentelijk besluit
2. Rechtspraak
Ondernemingsrechtbank
Geschillen tussen ondernemingen (/en niet-ondernemingen)
Inzake vennootschappen, verenigingen of stichtingen
Inzake intellectuele eigendomsrechten
Inzake marktpraktijken
…
9 ondernemingsrechtbanken in België
1 beroepsrechter + 2 lekenrechters
Procedure
- Dagvaarding -> openbare terechtzitting -> vonnis
3. Rechtsleer
- = geheel van wetenschappelijke publicaties over juridische aangelegenheden
- Niet bindend! Enkel gezaghebbend
- Online zoekmachine (vb.: Jura)
H3: Goederenrecht
Natuurlijke persoon = persoon van vlees en bloed
Rechtspersoon = rechtssubject (natuurlijk persoon), drager van rechten en plichten. (= vb.:
vennootschap)
Indeling van goederen
Zie codex 2 p.951
1) Lichamelijk/onlichamelijk
2) Roerend/onroerend -> verplaatsbaarheid
3) Vervangbare, verbruikbare en soortgoederen
4) Publieke (behoren toe aan publiekrechtelijke rechtspersonen => algemeen belang) en
private goederen
5) Gemene voorwerpen
6) Goederen in de handel/buiten de handel