,HOOFDSTUK 1: BEGRIP EN KENMERKEN VAN DE BELASTING
BEGRIP ‘BELASTING’
Geen wettelijke definitie, maar wel een juridische omschrijving.
De belasting = een bijdrage, volgens bepaalde rechtsregels, opgelegd door de overheid. Met als doel: het
verzamelen van financiële middele om uitgaven te doen in het algemeen belang.
Een belasting moet worden erkend bij:
• Wet of decreet
KENMERKEN VAN EEN BELASTING
Twee hoofdkenmerken:
• Financieel doel
• Dwingend karakter (publiekrechtelijk)
Het financieel doel
• Dekken van overheidsuitgaven
• Geen rechtstreekse of individuele tegenprestatie voor de betaler
Dwingend karakter
• Bij niet betalen, sancties mogelijk
o Administratieve sanctie
o Strafrechtelijke sanctie
• Non bis in idem → iemand kan slechts één keer worden gestraft voor een zaak.
• Una via-principe → inbreuken op fiscale wetgeving worden ofwel via de administratieve weg, ofwel
via de strafrechtelijke weg vervolgd.
Om van een belasting te kunnen spreken, moet aan beide kenmerken worden voldaan.
Overheidsinkomsten die geen belastingen zijn, bijvoorbeeld inkomgeldlen musea
• Retributies
• Parafiscale heffingen (sociale bijdragen)
Retributies
Vergoeding voor een geïndividualiseerde dienstverlening vanwege de overheid, die over een juridisch of
feitelijk monopolie beschikt.
Kenmerk:
• Rechtstreekse tegenprestatie
• Daaraan verbonden persoonlijk voordeel vd gebruiker
Voorbeelden van retributies => tolgeld, parkeerretributies,….
Uitzonderingen; (wel belasting, maar voldoen niet ad kenmerken)
• Verhaalbelasting of repartitiebelasting
o Gemeentebelasting, wordt opgelegd aan eigenaars van onroerend goed, die voordeel halen
uit openbare werken zoals
▪ Aanleg van wegen, rioleringen, voetpaden,…
o Kenmerken
▪ Eenmalig
o Principe => wie voordeel krijgt, betaalt mee.
1
, • Urbanisatiebelasting
o Forfaitair aangerekend
▪ Aan alle inwoners ve bepaald gebied (meestal een gemeente)
o Niet gebonden ad uitvoering v bepaalde werken op een bepaalde plaats of tijdstip.
▪ Wegverharding, aanleggen van fiets- / voetpaden en rioleringswerken
Parafiscale heffingen
Wordt geheven door sociale instellingen of specifieke fondsen
Kenmerken
• Niet via gewone belastingen, maar via aparte instellingen
• Op loon of omzet geheven
• Financieren specifieke sociale voorzieningen
o Pensioen, ziekteverzekering, werkloosheidsuitkering, kinderblijslag,…
HOOFDSTUK 2: DE SITUERING VAN HET BELASTINGRECHT
HOOFDSTUK 5: WIE MAG BELASTINGEN HEFFEN?
2
, De federale overheid kan geen belastingen heffen op water en afval. ➔ bevoegdheid vd gewesten
De regionale en lokale overheden mogen geen belasting heffen op federaal belaste materies.
Twee soorten fiscale bevoegdheden vd gemeenschappen en gewesten:
• Eigenlijke fiscale bevoegdheden
o Op grond waarvan de gewesten autonome belastingen ih leven hebben geroepen
o Heffing op oppervlakte- en grondwater, wateropvang, afvalstoffenheffing, heffing op
meststoffen, grindgeffing, leegstandheffingen
• Oneigenlijke fiscale bevoegdheden
o Vormen de grondslag voor de zogenaamde overgedragen en toegewezen belastingen.
Overgedragen belastingen
• Ingevoerd door de federale overheid, maar opbrengst en regelgeving toegewezen aan gewesten
o Zo kunnen de grondslag, het tarief en de vrijstellingen autonoom door de gewesten worden
geregeld.
o Onroerende voorheffing, registratiebelastingen, erfbelastingen,…
Toegewezen belasting
• Regelingsbevoegdheid behoort volledig bij de federale overheid, maar een deel vd opbrengsten wordt
verdeeld over de gemeenschappen en gewesten
o BTW-opbrengst
6e staatshervorming (2014)
• Uitbreiding fiscale autonomie van de gewesten in de personenbelasting
• Federaal en gewestelijk luik in de personenbelasting
• Eigen bevoegdheden voor de gewesten
o Eigen belastingen heffen
o Eigen belastingverminderingen invoeren
o …
Regionale en lokale overheden kunnen geen belasting heffen op federale bevoegdheden.
Federale wet kan een lokale belasting invoeren of afschaffen.
HOOFDSTUK 6: GRONDWETTELIJKE BEGINSELEN VAN DE BELASTINGHEFFING
HET LEGALITEITSBEGINSEL – WETTELIJKEHEIDSBEGINSEL
De overheid mag alleen doen wat er in de wet staat.
Bescherming van de burgers tegen al te buitensporige belastingen.
Vaststelling van:
• Het belastingsubject + grondslag
• Het tarief
• De modaliteiten van de heffing
De gevolgen van het legaliteitsbeginsel:
Principiële belastingvrijdom => alles is vrij van belasting, tenzij de wet anders bepaalt (decreet of besluit)
Moratoriumintresten, gerechtelijke intresten, meerwaarde gerealiseerd ter gelegenheid vd verkoop v aandelen
Gebonden bevoegdheid van de administratie => zij moet de fiscale wetten toepassen zoals zij zijn
Het voorzienbaarheidsbeginsel => burgers moeten van tevoren kunnen weten wat de wet zegt en wat de
gevolgen zijn van hun gedrag. Regels moeten duidelijk, toegankelijk en voorspelbaar moeten zijn, zodat je je
gedrag erop kunt afstemmen
3