Hogere dichtheid à kleinere HVD à massieke verzwakking blijft gelijk
HVT = ln(2) / λ
Lagere kV à homogenere bundel (hogere kV geeft een breder spectrum)
1. Welk wisselwerkingsproces treedt op bij α-straling?straling?
Ionisaties (elektron verlaat atoom)
Bij zware kernen, overschot protonen. Mono-energetisch: lijnspectrum. Alfa deeltje zet zich af:
terugstoot energie (= risico op spontane verspreiding van nuclide)
Excitatie (elektron gaat naar andere schil: atoom is in verhoogde energietoestand, isomeer)
2. De dracht in lucht is verschillend voor verschillende geladen deeltjes.
Met welke vuistregel berekent men de dracht van een α-straling?deeltje in lucht?
RL () = 0,3 x √E3 (of 1 cm per MeV, dit geldt tussen 4 en 14 MeV)
3. Hoe groot is de reikwijdte in lucht (Range) van een α-straling?deeltje dat een energie heeft
van 6 MeV volgens deze formule?
4,4 cm (of 6 cm)
, Verklaar waarom de ionisatie dichtheid ten gevolge van een α-straling?deeltje (tot net voor het eindpunt)
toeneemt, naarmate de weglengte in de absorber toeneemt.
De alfadeeltjes gaan steeds langzamer, hoe verder het komt. Hoe langzamer een alfadeeltje
gaat, hoe groter het ioniserend vermogen is doordat de wisselwerking groter is. Want dan heeft
het meer tijd om elektronen aan te trekken.
Wat gebeurt er aan het eind van de afgelegde weg met een α-straling?deeltje?
Aangezien de snelheid steeds verder afneemt, neemt de ionisatie dichtheid snel af tot 0 en kan
het dus niet meer ioniseren. Het wordt dan gewoon helium, als het 2 elektronen heeft gevangen.
Waarom is α-straling?straling bij uitwendige besmetting ongevaarlijk?
Deze straling wordt tegengehouden door de opperhuid, dit bevat ook veel dode cellen.
Waarom is α-straling?straling bij inwendige besmetting wel gevaarlijk?
Het is ioniserende straling en het zijn grote deeltjes die snel tegen weefsel aanbotsen en zo
schade kunnen aanbrengen, omdat deze cellen snel delen.
De gemiddelde ionisatie-straling?energie van een elektron in lucht bedraagt 34 eV.
Hoeveel ionenparen ontstaan er wanneer een radionuclide α-straling?deeltje uitzendt met een energie van
5,3 MeV?
5.300. = 155.882 ionenparen
Welke vier wisselwerkingsprocessen zijn er mogelijk bij de absorptie van β -straling? straling?
Ionisatie, excitatie, remstraling, cerenkov straling en in-elastische botsing + elastisch
Waarom gebruikt men perspex (laag atoomnummer) bij de afscherming van β-straling? straling?
Er vindt minder snel wisselwerking plaats omdat deze straling minder snel wordt aangetrokken door
de atomen. Er kan dan niet snel remstraling optreden. Je hebt ook maar 0,71 cm perspex nodig om
dit tegen te houden.
Waarom is perspex niet voldoende bij de afscherming van β+ straling?
Hierbij kan annihilatiestraling vrijkomen (wanneer positron tegen elektron botst), de gammastraling
die daarbij vrijkomt, kan zo door de perspex heen.