Hoofdstuk 1: Inleiding
• Bouwelementen
o Bij de kwantitatieve elementaire analyse va, gelijk welk organisme zijn er steeds
11 elementen die samen 99,95% van het totaal uitmaken. We noemen ze de 11
bouwelementen van het organisme
o O, C, H, N, Ca, P, K, S, Na, Cl, Mg
§ 6 elementen hiervan (O, C, H, N, P, S) kunnen stabiele covalente
bindingen vormen.
§ 5 elementen hiervan (Ca, K, Na, Cl, Mg) zijn als ionen essentieel in
organismen: Ca2+, K+, Na+, Cl-, Mg2+
• Spoorelementen
o Naast deze 11 bouwstenen bevat ieder organisme ook nog elementen in
microhoeveelheden namelijk de resterende 0,05%. Dit noemt men de
spoorelementen.
• Oligo-elementen
o Sommige van deze spoorelementen zijn absoluut noodzakelijk voor het normaal
functioneren van het organisme. Deze spoorelementen noemt men oligo-
elementen.
o Een spoorelement dat oligo-element is voor een bepaald organisme, is dit niet
noodzakelijk voor alle levende wezens.
o Voorbeelden van oligo-elementen voor menselijk organisme zijn:
§ I, Fe, Si, F, Cu, Co, Mn, Zn, Se, B, Al, Mo, V, Cr, Ni, Ga, As, Sn
o Criteria om te weten of spoorelement een oligo-element is:
§ Bij gebrek aan een spoorelement dat een oligo-element is, treedt
(gebreks-)ziekte op (met uitvalsverschijnselen). Na toedienen van het
oligo-element zal de ziekte weer verdwijnen.
§ In sommige gevallen werd achterhaald in welke verbinding
(structuurformule) het spoorelement voorkomt in het organisme. Als die
verbinding noodzakelijk blijkt te zijn voor het organisme, dan is dat
spoorelement een oligo-element.
• Toevallige spoorelementen
o Van andere spoorelementen wordt verondersteld dat ze slechts toevallig in het
organisme aanwezig zijn. Het zijn dan ook toevallige spoorelementen.
o Voorbeelden van toevallige spoorelementen zijn:
§ Br, Hg, Ag, Pb, Ti
• Bio-elementen
o Bio-elementen omvatten de bouwelementen en oligo-elementen.
, • Organische chemie
o Functionele groepen
NAAM FORMULE FUNCTIONELE GROEP STRUCTUUR
Alcohol R-OH Hydroxyl groep
Aldehyde R-COH Acyl groep
Keton R-CO-R' Carbonyl groep
Carbonzuur R-COOH Carboxyl groep
Thiol R-SH Sulfhydryl groep
Amine R-NH2 Amino groep
Ester R-COO-R'
Ether R-O-R'
Amide R-CON-R'2
Fosfaat
Fosforyl
, • Reacties
o Biologische macromoleculen of biopolymeren zijn opgebouwd uit meerdere
kleinere organische moleculen of monomeren.
§ Condensatiereactie
à De koppeling van meerdere kleinere organische moleculen naar 1
macromolecule. Afsplitsing van 1 molecule H2O per
koppelingsreactie.
à
§ Hydrolysereactie
à De opsplitsing van een macromolecule in haar monomeren. 1
molecule H2O nodig voor de reactie.
à