‘Samen opvoeden 2: Samenvatting Leerpad/Lessen/Cursus
Vaardigheden voor een gesprek met ouders
Spreekkansen en drempels
� Wnr men word aangesproken op hun ouderschap gaat dit niet enkel
over jou als ouder – maar ook over ‘het kind-van-vroeger’.
� Ouderschap maakt kwetsbaar:
● ‘Druk’ zien wnr geconfronteerd wordt met ‘brave kinderen’
● ‘Wat gaan anderen denken?’ (sociale druk)
● Alles goed willen doen, met direct resultaat
● Tekortkoming/schuldgevoel wanneer minder tijd voor kind(eren)
is.
● Verwachtingen/druk/raad vragen-perspectieven
● Prestatiedruk: zowel voor ouder als kind
● Gezinssamenstelling: alleenstaand/twee ouders,…
● Beschikbare vaardigheden
● Genderdiversiteit: vader denkt vaker in VH (pragmatisch),
Moeders eerder vanuit ‘onzekerheid’ (gevoelsmatig)
Basisingrediënten goed gesprek met ouders
= Verbindend/geweldloos communiceren!
1) Positieve ingesteldheid
● Benadering vanuit talenten/krachten (krachtgericht)
● Ouder als eerste opvoeder/ervaringsdeskundige
● Oog voor inzet/emotionele BT iedere ouder
● Ieders perspectief bekijken en écht zien
2) Gelijkwaardigheid en wederkerigheid
● Zowel ouder als prof vertrekt vanuit eigen deskundigheid
1
, ● We zijn gelijkwaardig, niet gelijk! (benader dit ook zo)
- Neem ouders ernstig, hou rekening met hun
sterktes/kwetsbaarheden en respecteer hun expertise
● Stel je niet ongevraagd op als expert en adviseur
● Zorg voor wederkerigheid door hen te betrekken bij oplossingen
& open te staan voor hun talenten en mogelijkheden – laat ze niet
steeds enkel ‘ontvangen’
● Communiceer duidelijk over wat jij hebt bijgeleerd/ontvangen in
jouw contact/relatie met ouder (bv: je raakt me met je verhaal,
trots doorzetting,..)
3) BT + luistervaardigheid
● Wees geïnteresseerd en zorgzaam: zoek de juiste ‘afstand’
● Open en nieuwsgierige houding -> wees aanwezig/beschikbaar
● Openheid dr vertrekken vanuit ‘een niet-weten’:
- Voorzichtig met interpretaties – vul verhaal niet in, niet te snel
communiceren dat je hen begrijpt en hiermee mogelijk het
gesprek afsluiten.
4) Openheid
● Vul verhaal niet in vanuit eigen perspectief – houd een open
agenda
5) Respect
● Aanvaard dat de andere anders is dan jij
● Laat persoon in eigenheid: zet je in om situatie vanuit perspectief
ander zien – maakt dit zichtbaar (Dubbelperspectief)
- Interesse te tonen andere belangrijk vindt
- Aandacht/tijd geven aan wat ze voorop stellen in
zorg/opvoeding
Gespreksvoering en technieken
1) Luistervaardigheden
- Laat merken dat je luistert (empathie/inleving)
- Verhelderen van hun verhaal
2
,- Perspectief aannemen: subjectieve beleving (begrijpen ≠
goedkeuren)
- Zowel verbale (nabijheid creëren: parafraseren, sv,
aandachtgevend gedrag, vragen stellen) als non-verbale
(SOFTEN/mimicry) vaardigheden
Aandachtgevend gedrag
(AG)
Parafraseren (PF) SV eigen woorden benoemd door
cliënt
Functies:
- Stimuleren in verhaal
- Controle begrijpen
verhaal
- Preciezer beeld krijgen
- Vertragen/verdiepen
gespr
Kenmerken:
- Kort
- Vragend van vorm
- Essentie boodschap
weer
Gevoel reflecteren (GR) Spiegelen/weergeven gevoel
gesprekspartner:
- Juiste gevoel
- Juiste intensiteit
- Juiste toon
Samenvatten (SV) Geeft structuur en orde
Ter controle – had ik dat wel juist?
Ter stimulatie/verdieping gesprek
Kenmerken:
- Vooraf aangekondigd
- Belangrijke
inhoud/gevoel mee
- Afgesloten na controle
volledigheid
Exploreren & feiten & Soorten vragen:
3
, beleving (EF/EB)
Open: stimuleren tot vertellen
Gesloten: Ja/nee antwoord
Wrm: beweegreden achterhalen
(aanzetten tot denken – kan
bedreigend zijn: eerder uitnodigt
stellen/anders formuleren)
Suggestief: dient te vermeden
worden – implementeert vorm van
manipuleren/al richting gevend aan
gesprek)
Niveaus bevragen:
Op niveau van de feiten: gedrag,
gebeurtenis, context, geschiedenis
Op niveau van de psychologie
(beleving/subjectieve): Gedachten,
gevoelens, betekenis
Concretiseren (CC) Zo specifiek mogelijk verhaal doen
VH die kunnen bijdragen:
- Aanmoediging
- Aandachtgevend gedrag
- Parafraseren
Er kan geconcretiseerd worden naar:
- Gedrag cliënt
- Situatie
- Voorgeschiedenis
- Reactie derden
Begrip tonen (B) Gevoel andere te zien (perspectief)
Terug geven in subjectieve eigen
wijze
Uitstellen begrip ( houding ‘niet-
weten’)
= écht authentiek reageren; niet
4
Vaardigheden voor een gesprek met ouders
Spreekkansen en drempels
� Wnr men word aangesproken op hun ouderschap gaat dit niet enkel
over jou als ouder – maar ook over ‘het kind-van-vroeger’.
� Ouderschap maakt kwetsbaar:
● ‘Druk’ zien wnr geconfronteerd wordt met ‘brave kinderen’
● ‘Wat gaan anderen denken?’ (sociale druk)
● Alles goed willen doen, met direct resultaat
● Tekortkoming/schuldgevoel wanneer minder tijd voor kind(eren)
is.
● Verwachtingen/druk/raad vragen-perspectieven
● Prestatiedruk: zowel voor ouder als kind
● Gezinssamenstelling: alleenstaand/twee ouders,…
● Beschikbare vaardigheden
● Genderdiversiteit: vader denkt vaker in VH (pragmatisch),
Moeders eerder vanuit ‘onzekerheid’ (gevoelsmatig)
Basisingrediënten goed gesprek met ouders
= Verbindend/geweldloos communiceren!
1) Positieve ingesteldheid
● Benadering vanuit talenten/krachten (krachtgericht)
● Ouder als eerste opvoeder/ervaringsdeskundige
● Oog voor inzet/emotionele BT iedere ouder
● Ieders perspectief bekijken en écht zien
2) Gelijkwaardigheid en wederkerigheid
● Zowel ouder als prof vertrekt vanuit eigen deskundigheid
1
, ● We zijn gelijkwaardig, niet gelijk! (benader dit ook zo)
- Neem ouders ernstig, hou rekening met hun
sterktes/kwetsbaarheden en respecteer hun expertise
● Stel je niet ongevraagd op als expert en adviseur
● Zorg voor wederkerigheid door hen te betrekken bij oplossingen
& open te staan voor hun talenten en mogelijkheden – laat ze niet
steeds enkel ‘ontvangen’
● Communiceer duidelijk over wat jij hebt bijgeleerd/ontvangen in
jouw contact/relatie met ouder (bv: je raakt me met je verhaal,
trots doorzetting,..)
3) BT + luistervaardigheid
● Wees geïnteresseerd en zorgzaam: zoek de juiste ‘afstand’
● Open en nieuwsgierige houding -> wees aanwezig/beschikbaar
● Openheid dr vertrekken vanuit ‘een niet-weten’:
- Voorzichtig met interpretaties – vul verhaal niet in, niet te snel
communiceren dat je hen begrijpt en hiermee mogelijk het
gesprek afsluiten.
4) Openheid
● Vul verhaal niet in vanuit eigen perspectief – houd een open
agenda
5) Respect
● Aanvaard dat de andere anders is dan jij
● Laat persoon in eigenheid: zet je in om situatie vanuit perspectief
ander zien – maakt dit zichtbaar (Dubbelperspectief)
- Interesse te tonen andere belangrijk vindt
- Aandacht/tijd geven aan wat ze voorop stellen in
zorg/opvoeding
Gespreksvoering en technieken
1) Luistervaardigheden
- Laat merken dat je luistert (empathie/inleving)
- Verhelderen van hun verhaal
2
,- Perspectief aannemen: subjectieve beleving (begrijpen ≠
goedkeuren)
- Zowel verbale (nabijheid creëren: parafraseren, sv,
aandachtgevend gedrag, vragen stellen) als non-verbale
(SOFTEN/mimicry) vaardigheden
Aandachtgevend gedrag
(AG)
Parafraseren (PF) SV eigen woorden benoemd door
cliënt
Functies:
- Stimuleren in verhaal
- Controle begrijpen
verhaal
- Preciezer beeld krijgen
- Vertragen/verdiepen
gespr
Kenmerken:
- Kort
- Vragend van vorm
- Essentie boodschap
weer
Gevoel reflecteren (GR) Spiegelen/weergeven gevoel
gesprekspartner:
- Juiste gevoel
- Juiste intensiteit
- Juiste toon
Samenvatten (SV) Geeft structuur en orde
Ter controle – had ik dat wel juist?
Ter stimulatie/verdieping gesprek
Kenmerken:
- Vooraf aangekondigd
- Belangrijke
inhoud/gevoel mee
- Afgesloten na controle
volledigheid
Exploreren & feiten & Soorten vragen:
3
, beleving (EF/EB)
Open: stimuleren tot vertellen
Gesloten: Ja/nee antwoord
Wrm: beweegreden achterhalen
(aanzetten tot denken – kan
bedreigend zijn: eerder uitnodigt
stellen/anders formuleren)
Suggestief: dient te vermeden
worden – implementeert vorm van
manipuleren/al richting gevend aan
gesprek)
Niveaus bevragen:
Op niveau van de feiten: gedrag,
gebeurtenis, context, geschiedenis
Op niveau van de psychologie
(beleving/subjectieve): Gedachten,
gevoelens, betekenis
Concretiseren (CC) Zo specifiek mogelijk verhaal doen
VH die kunnen bijdragen:
- Aanmoediging
- Aandachtgevend gedrag
- Parafraseren
Er kan geconcretiseerd worden naar:
- Gedrag cliënt
- Situatie
- Voorgeschiedenis
- Reactie derden
Begrip tonen (B) Gevoel andere te zien (perspectief)
Terug geven in subjectieve eigen
wijze
Uitstellen begrip ( houding ‘niet-
weten’)
= écht authentiek reageren; niet
4