INLEIDING (P9-42)
DUBBELZINNIGHEID
We vinden dubbelzinnigheid terug in onze dagdagelijkse ervaringen:
- We vinden verschillende dingen zinvol in dezelfde context, waardoor wij dilemma’s
kunnen/ zullen ervaren
Tot ons 18 jaar moeten we elke dag met de fiets naar school &
ergerden we ons altijd aan de auto’s die ons in gevaar brengen.
Sinds die gebeurtenissen weet je zeker dat het zinvol is om de
verkeersregels te respecteren & voorzichtig te zijn met de auto.
Daarnaast vind je het ook zinvol om op tijd te zijn. Op het moment
dat op tijd zijn in het gedrang komt, zal je toch enkele
verkeersregels moeten overtreden.
We vinden dubbelzinnigheid ook terug in onze verhouding met de natuur.
- We delen veel met de natuur maar vallen niet volledig samen.
De natuur geeft ons voedsel, maar het neemt ook ons leven door
ziekte.
Maar in ons beroep/in de zorg worden we ook geconfronteerd met dubbelzinnige
situaties/contexten.
Bij pleegzorg is het enerzijds belangrijk om het kind weg te halen
van alle negativiteit thuis & stabiliteit + rust te vinden bij het
pleeggezin. Anderzijds is het ook van groot belang om contract te
houden met de biologische ouders.
Het feit dat een oud vrouw dementeert & fysieke achteruitgaat,
heeft een invloed op de seksuele relatie. Uiteindelijk wordt
opgemerkt dat de man de vrouw dwingt tot seksueel contract.
De enige oplossing lijkt de kamer scheiden zodat het agressief
gedrag verminderd, maar daarnaast is de man voor de vrouw ook
een houvast in haar dementie.
Het verhaal van Stuart Hall, een cultuursocioloog. Hij zegt dat de mens (hijzelf) een
familiar stranger is.
- Familiair/vertrouweling = de mens is vertrouwd met zichzelf daarom weten wat we
van onszelf kunnen verwachten mensen hebben een verbondenheid/connectie
met zijn wereld
- Stranger/vreemdeling = de mens doet dingen die we niet van onszelf verwachten
mensen voelen zich niet volledig verbonden met zijn wereld waardoor je je
beeld over jezelf in twijfel gaat trekken
Hij zit dus vast in de een dubbelzinnigheid:
- Tussen 2 culturen: Jamaicaanse koloniale cultuur & Brits imperium
- Tussen 2 rassen: blanken & zwarten
- Tussen 2 klassen: arm & rijk
Hij werd opgevoed in een Brits gekleurd middenklassengezin,
maar zowel in Jamaica als in de VK is hij een buitenbeen. Hij zit als
1
, enige zwarte jongen op een blanken school, maar hij hoort daar
thuis aangezien hij behoort tot de middenklasse. Hij heeft veel
zwarte vrienden waarmee hij de cultuur deelt, maar verschillen ook
weer van elkaar aangezien zij in een arme wijk wonen.
elke mens zit in een wisselwerking tussen het familiaire & het vreemde
FILOSOFIE STELT DE VRAAG NAAR DE GROND
Elke wetenschap probeert vanuit zijn perspectief een antwoord te geven op het mens-
zijn. In de filosofie proberen we dit te doen adhv een grond.
- = een grond heeft een fundamentele verklaring voor datgene wat is.
- = een houvast die ons helpt het goede te doen/juist te kiezen
In culturen is er een reeks normen die zegt wat mag, kan & moet, zoals vrouwen doen de
afwas. Maar wat is de verklaring hiervoor & komt deze norm vandaan?
- 1e verklaring: patriarchaat = vrouw heeft een dienende rol (sociale rollen)
- 2e verklaring: patriarchaat steunt op religie = Adam was er eerst & Eva werd uit
zijn rib gemaakt
- 3e verklaring: religie steunt op God = God heeft het scheppingsverhaal bepaalt
Voorbij God is er geen dieper argument meer te vinden (= laatste argument van
de grond)
OPMERKING: als we God als grond in twijfel gaan trekken, aangezien dit
bedreigend kan zijn voor de mensen die hier heel erg van overtuigd zijn.
Waarom is de waterbron zo warm? De buurtbewoner antwoordde: “dat is toch evident,
Allah”.
TOTALE EN RELATIONELE GRONDEN
Totaal grond = de mens is totaal te verklaren
- Er is dus helemaal geen sprake van onzekerheid
1. Een totale grond is onbetwistbaar omdat hij vanuit zichzelf de waarheid
toont
- Dat god de verklaring is van hetgeen wat is, vanzelfsprekend is.
- God staat ‘op-zich’ MAAR kan een iets dat ‘op-zich’ staat de mens verklaren?
2. Naast onbetwistbaar is een dergelijke grond ook absoluut
- Absoluut = losgemaakt van elke tijd & ruimte
- Deze grond verklaart alles wat was (verleden), is (heden) & zal zijn (toekomst)
Relationele grond = de mens is tot op zekere hoogte te verklaren (deels bepaald)
- Er is dus ook een onverklaarbare deel = toeval vanzelfsprekendheid
- Niet absoluut = je kan nooit helemaal bepalen wat was, is & zal zijn absoluut
OPMERKING: de verhouding tussen het bepaalde & het onbepaald is een
continuüm, ze zijn dus met elkaar verbonden & tegelijk ook van elkaar
gescheiden.
2
,3
, DEEL I: TOTALITAIRE MENSBEELDEN (P18)
In dit deel bespreken we verschillende soorten totalitaire verklaringen van de mens.
HOOFDSTUK 1: IDEALISTISCHE MENSBEELDEN (P19 – 43)
Idealistische mensbeeld = de mens wordt verklaard door een idee/principe/geest
Idealist = iemand die ideeën heeft over de werkelijkheid & dat idee moet werkelijkheid
worden
SARTRE OVER DE MENS: ‘IK MAAK TOTAAL MEZELF’
Geschiedenis van individualisme (Sartres filosofie)
Voor 1960 = traditionele patriarchale samenleving met sociale structuren die heel
erg dwingend waardoor jongeren geen vrijheid hadden. Maar de 2 Wereldoorlogen
toonden aan deze samenleving niet werkt & werd de focus gelegd op emancipatie.
Elk moet leren om zelf na te denken, elke moet afhankelijk zijn (= individualisme)
Natuur volgens Sartre = de mens heeft geen natuur, aangezien de natuur gecreëerd is
door God.
- Door God gecreëerde natuur = manier om bevolking dingen op te leggen + te
verbieden.
- Sartre beweert dat God niet bestaat. & dus is er geen natuur
Natuur kan ons dus geen beperkingen opleggen waardoor we volledig vrij zijn
Vrijheid volgens Sartre = elke mens bezit een bewustzijn, een ‘ik’
- We kunnen dus zelf beslissingen nemen over wat we willen worden (nog niks ligt
vast)
o We kunnen dus ons idee realiseren in de werkelijkheid (idealisme)
- We zijn wat we van onszelf maken/wij bepalen wat we denken & doen .
Volgens Sartre ligt de verklaring van de mens/ is de grond = ‘IK’
Men denkt dat de problemen tegenwoordig terug te brengen zijn naar de
individualisering.
- Als ons idee/onze werkelijkheid geen werkelijkheid wordt, zijn er frustraties.
Wie werkt heeft na het werken bepaalde rechten. Vandaag is dat
punctuele levering van goederen/pakketjes. Als de levering een
uur te laat komt dan is dat helemaal niet jouw zaak, ook al kon de
bezorger er niks aan doen. Maar het enige wat jou aangaat is dat je
rechten geschonden zijn, dus eis je een korting op je levering.
MAAR wat is de houdbaarheid van de filosofie van het ik?
Als ik de enige ben die mijn leven bepaald = niets anders dan ikzelf beïnvloed mijn leven
egoïsme (het universum valt volledig samen met de persoon)
- Een egoïst erkent het bestaan van een ander, maar enkel in de negatieve zin !
4
DUBBELZINNIGHEID
We vinden dubbelzinnigheid terug in onze dagdagelijkse ervaringen:
- We vinden verschillende dingen zinvol in dezelfde context, waardoor wij dilemma’s
kunnen/ zullen ervaren
Tot ons 18 jaar moeten we elke dag met de fiets naar school &
ergerden we ons altijd aan de auto’s die ons in gevaar brengen.
Sinds die gebeurtenissen weet je zeker dat het zinvol is om de
verkeersregels te respecteren & voorzichtig te zijn met de auto.
Daarnaast vind je het ook zinvol om op tijd te zijn. Op het moment
dat op tijd zijn in het gedrang komt, zal je toch enkele
verkeersregels moeten overtreden.
We vinden dubbelzinnigheid ook terug in onze verhouding met de natuur.
- We delen veel met de natuur maar vallen niet volledig samen.
De natuur geeft ons voedsel, maar het neemt ook ons leven door
ziekte.
Maar in ons beroep/in de zorg worden we ook geconfronteerd met dubbelzinnige
situaties/contexten.
Bij pleegzorg is het enerzijds belangrijk om het kind weg te halen
van alle negativiteit thuis & stabiliteit + rust te vinden bij het
pleeggezin. Anderzijds is het ook van groot belang om contract te
houden met de biologische ouders.
Het feit dat een oud vrouw dementeert & fysieke achteruitgaat,
heeft een invloed op de seksuele relatie. Uiteindelijk wordt
opgemerkt dat de man de vrouw dwingt tot seksueel contract.
De enige oplossing lijkt de kamer scheiden zodat het agressief
gedrag verminderd, maar daarnaast is de man voor de vrouw ook
een houvast in haar dementie.
Het verhaal van Stuart Hall, een cultuursocioloog. Hij zegt dat de mens (hijzelf) een
familiar stranger is.
- Familiair/vertrouweling = de mens is vertrouwd met zichzelf daarom weten wat we
van onszelf kunnen verwachten mensen hebben een verbondenheid/connectie
met zijn wereld
- Stranger/vreemdeling = de mens doet dingen die we niet van onszelf verwachten
mensen voelen zich niet volledig verbonden met zijn wereld waardoor je je
beeld over jezelf in twijfel gaat trekken
Hij zit dus vast in de een dubbelzinnigheid:
- Tussen 2 culturen: Jamaicaanse koloniale cultuur & Brits imperium
- Tussen 2 rassen: blanken & zwarten
- Tussen 2 klassen: arm & rijk
Hij werd opgevoed in een Brits gekleurd middenklassengezin,
maar zowel in Jamaica als in de VK is hij een buitenbeen. Hij zit als
1
, enige zwarte jongen op een blanken school, maar hij hoort daar
thuis aangezien hij behoort tot de middenklasse. Hij heeft veel
zwarte vrienden waarmee hij de cultuur deelt, maar verschillen ook
weer van elkaar aangezien zij in een arme wijk wonen.
elke mens zit in een wisselwerking tussen het familiaire & het vreemde
FILOSOFIE STELT DE VRAAG NAAR DE GROND
Elke wetenschap probeert vanuit zijn perspectief een antwoord te geven op het mens-
zijn. In de filosofie proberen we dit te doen adhv een grond.
- = een grond heeft een fundamentele verklaring voor datgene wat is.
- = een houvast die ons helpt het goede te doen/juist te kiezen
In culturen is er een reeks normen die zegt wat mag, kan & moet, zoals vrouwen doen de
afwas. Maar wat is de verklaring hiervoor & komt deze norm vandaan?
- 1e verklaring: patriarchaat = vrouw heeft een dienende rol (sociale rollen)
- 2e verklaring: patriarchaat steunt op religie = Adam was er eerst & Eva werd uit
zijn rib gemaakt
- 3e verklaring: religie steunt op God = God heeft het scheppingsverhaal bepaalt
Voorbij God is er geen dieper argument meer te vinden (= laatste argument van
de grond)
OPMERKING: als we God als grond in twijfel gaan trekken, aangezien dit
bedreigend kan zijn voor de mensen die hier heel erg van overtuigd zijn.
Waarom is de waterbron zo warm? De buurtbewoner antwoordde: “dat is toch evident,
Allah”.
TOTALE EN RELATIONELE GRONDEN
Totaal grond = de mens is totaal te verklaren
- Er is dus helemaal geen sprake van onzekerheid
1. Een totale grond is onbetwistbaar omdat hij vanuit zichzelf de waarheid
toont
- Dat god de verklaring is van hetgeen wat is, vanzelfsprekend is.
- God staat ‘op-zich’ MAAR kan een iets dat ‘op-zich’ staat de mens verklaren?
2. Naast onbetwistbaar is een dergelijke grond ook absoluut
- Absoluut = losgemaakt van elke tijd & ruimte
- Deze grond verklaart alles wat was (verleden), is (heden) & zal zijn (toekomst)
Relationele grond = de mens is tot op zekere hoogte te verklaren (deels bepaald)
- Er is dus ook een onverklaarbare deel = toeval vanzelfsprekendheid
- Niet absoluut = je kan nooit helemaal bepalen wat was, is & zal zijn absoluut
OPMERKING: de verhouding tussen het bepaalde & het onbepaald is een
continuüm, ze zijn dus met elkaar verbonden & tegelijk ook van elkaar
gescheiden.
2
,3
, DEEL I: TOTALITAIRE MENSBEELDEN (P18)
In dit deel bespreken we verschillende soorten totalitaire verklaringen van de mens.
HOOFDSTUK 1: IDEALISTISCHE MENSBEELDEN (P19 – 43)
Idealistische mensbeeld = de mens wordt verklaard door een idee/principe/geest
Idealist = iemand die ideeën heeft over de werkelijkheid & dat idee moet werkelijkheid
worden
SARTRE OVER DE MENS: ‘IK MAAK TOTAAL MEZELF’
Geschiedenis van individualisme (Sartres filosofie)
Voor 1960 = traditionele patriarchale samenleving met sociale structuren die heel
erg dwingend waardoor jongeren geen vrijheid hadden. Maar de 2 Wereldoorlogen
toonden aan deze samenleving niet werkt & werd de focus gelegd op emancipatie.
Elk moet leren om zelf na te denken, elke moet afhankelijk zijn (= individualisme)
Natuur volgens Sartre = de mens heeft geen natuur, aangezien de natuur gecreëerd is
door God.
- Door God gecreëerde natuur = manier om bevolking dingen op te leggen + te
verbieden.
- Sartre beweert dat God niet bestaat. & dus is er geen natuur
Natuur kan ons dus geen beperkingen opleggen waardoor we volledig vrij zijn
Vrijheid volgens Sartre = elke mens bezit een bewustzijn, een ‘ik’
- We kunnen dus zelf beslissingen nemen over wat we willen worden (nog niks ligt
vast)
o We kunnen dus ons idee realiseren in de werkelijkheid (idealisme)
- We zijn wat we van onszelf maken/wij bepalen wat we denken & doen .
Volgens Sartre ligt de verklaring van de mens/ is de grond = ‘IK’
Men denkt dat de problemen tegenwoordig terug te brengen zijn naar de
individualisering.
- Als ons idee/onze werkelijkheid geen werkelijkheid wordt, zijn er frustraties.
Wie werkt heeft na het werken bepaalde rechten. Vandaag is dat
punctuele levering van goederen/pakketjes. Als de levering een
uur te laat komt dan is dat helemaal niet jouw zaak, ook al kon de
bezorger er niks aan doen. Maar het enige wat jou aangaat is dat je
rechten geschonden zijn, dus eis je een korting op je levering.
MAAR wat is de houdbaarheid van de filosofie van het ik?
Als ik de enige ben die mijn leven bepaald = niets anders dan ikzelf beïnvloed mijn leven
egoïsme (het universum valt volledig samen met de persoon)
- Een egoïst erkent het bestaan van een ander, maar enkel in de negatieve zin !
4