0.1. WAAROM DIT VAK?
centrale competenties en taken van klinisch psycholoog -> beoordeling, begeleiding,
behandeling en beleid
doel = opleiden als scientist-practitioner
- behandelen gebaseerd op wetenschappelijke kennis
- evidence based medicine = niet naïf toepassen van technieken of lijstjes van evidence
based therapievormen
• = integratie van de best available onderzoek en klinische expertise in de context
van de karakteristieken van de patiënt, de cultuur en voorkeuren
• -> verondersteld stevige kennis en competenties
Voorbeeld: depressie kan veel verschillende uitingsvormen hebben -> cultuur en voorkeuren van
mensen (bepaalde wil tot bepaalde behandeling ) hebben een invloed (als je niet voor een
behandeling openstaat gaat het waarschijnlijk ook niet werken)
Vergelijking met
- chirurg: als je geopereerd wordt hoop je dat dat door een goede chirurg is
- ingenieur: als je over een brug rijdt hoop je dat de ingenieur die goed gebouwd heeft
- piloot: als je op vakantie gaat hoop je dat de piloot weet waar die mee bezig is
-> basiskennis is nodig vooraleer meer geavanceerde competenties verworven kunnen
worden
0.2. PROLEMEN MET KWALITEIT VAN PSYCHOTHERAPIE
Er is geen titelbescherming (wel van klinisch psycholoog)
Enkel activiteiten van psychotherapie vallen onder de nieuwe wet op de uitoefening van de
gezondheidszorg
- Maar ook onder klinisch psychologen/psychotherapeuten heel wat problemen met
wetenschappelijkheid
-> Chakra, bloesemtherapie, bioenergetica, …
-> Diagnostische onkunde, slechte indicatiestelling, niet kunnen installeren/behouden
van therapeutisch kader, aanbieden van simplistische of te korte therapieën bij
complexe problematiek,…
0.3. 4 GROTE THEORETISCHE KADERS
we bespreken 4 grote theoretische kaders -> Elk gebaseerd op mensbeeld (=visie op wat het is
om mens te zijn)
1
, - Hebben aanleiding gegevens tot systematisch onderzoek = wetenschappelijke
paradigma’s
- ze zijn wetenschappelijk onderbouwd:
• Als wetenschap
• Als behandelvorm
- ze zijn complementair: de paradigma’s werpen een licht op het menselijk functioneren
Er zijn steeds meer integratieve tendensen: verschillende theorieën die worden samengenomen
- maar tot nu toe geen uniforme theorie
verschillen blijven bestaan en zijn wellicht essentieel: dat is ook zo in andere takken van
de wetenschap en maakt dat wetenschap vooruitgang boekt
0.3.1. PARADIGMA’S
= geheel samenhangende assumpties die samen een bepaalde mensvisie of mensbeeld vormen
-> ze geven aanleiding tot generatieve onderzoeksprogramma’s (→ degeneratieve
onderzoeksprogramma’s ~ sterven uit)
- blijft nieuwe vragen en visies opwerpen
- respectabele onderzoeksprogramma’s
- blijven aanleiding geven tot nieuwe vragen die kennis/inzicht vergroten
Voorbeelden van paradigma’s
- in leerpsychologie zien we mensen als essentieel lerende wezens
- in gezinstherapie zien we mensen als fundamenteel deel van een systeem
- in humanistische benadering zien we mensen als een potentieel om te groeien
- in de psychodynamische benadering zien we mensen als bepaald door hun
gehechtheidsgeschiedenis
Paradigma’s = denkkaders van waaruit de werkelijkheid gedefinieerd, bekeken en bestudeerd
wordt
- typisch = de basisassumpties die er de kern van vormen slechts deels en
onrechtstreeks empirische toetsen zijn
-> de basisassumpties worden afgeschermd van de mogelijkheid tot directe falsificatie
• Obv één negatieve bevinding gaan we niet heel de theorie over boord gooien
• Er is een hele reeks weerleggingen nodig om een paradigma te verlaten
Deze wetenschappelijke paradigma’s vormen basis voor scientist-practitioner model:
= Denken en handelen dat gebaseerd is op wetenschappelijke kennis
-> Anders dreigt bricolage, samenraapsels en samenklutsen van allerlei techniekjes en
interventies zonder dat je weet waarom je iets (niet) doet
2
,0.3.2. PRAKTISCH
Elke psychotherapeut kijkt naar de wereld en de mens en menselijke problemen op een
bepaalde manier (impliciet en/of expliciet)
- Zonder theorie zie je niets
-> Maar die theorie kan ook een blinde vlek zijn
• Oppassen dat je geen confirmation bias toont naar de bril die je op hebt
• Je moet ook zoeken naar falsificaties en weerleggingen van je bril
• We hebben allemaal blinde vlekken -> je moet ze ontdekken en doorwerken (je
moet klinisch kunnen reflecteren over jezelf)
Elke psychotherapeut heeft ook een affectieve affiniteit met een bepaalde manier van kijken
- bepaalde theorieën zijn meer je ding -> je sluit je erbij aan
- je voorkeuren zijn veranderlijk & je kan voor meerdere paradigma’s voorkeuren hebben
- het duurt vaak lang voor je doorhebt welk paradigma je past en waar je op wil verder
werken
0.3.3. WERKDEFINITIE VAN PSYCHOTHERAPIE
Psychotherapie is een
- interpersoonlijk proces
- gebaseerd op psychologische principes
- er is een getrainde therapeut en een cliënt met een mentale stoornis, probleem of
klacht
- er is een klacht dat geremedieerd worden
- er moet een aanpassing zijn aan het individu
Wat bepaald de effect van de therapie -> de cliënt, de therapeut en de relatie daartussen
0.3.4. ZES COMPETENTIES
generische competenties = competenties die vereist zijn voor alle psychologische interventies
~ vb. een band kunnen opbouwen met mensen
Basiscompetenties bij een bepaald type van benadering = competenties die in de meeste
vormen van een bepaalde benadering gebruikt worden
~ vb. algemene principes van CBT of PTD: hoe doe je dat concreet
- = de basis van persoonsgerichte benadering (→ stoornisgerichte benadering)
Algemene meta competenties = competenties die te maken hebben met het bewaken van het
proces van interventies in het algemeen (overheen benaderingen)
- overzicht bewaren doorheen en overheen het proces
3
, Probleem specifieke competenties = competenties die verbonden zijn met een welbepaalde
interventie
~ vb. Clark model bij depressie in CGT, EFT in humanistische, MBT in psychodynamische,
multi-systemische therapie in relatietherapie
Specifieke meta competenties = competenties die te maken hebben met het proces en
verbonden zijn met het type van interventie
~ vb. kunnen kiezen uit de juiste methode of aanpak in relatietherapie
0.4. WAT WETEN WE OVER PSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES/PSYCHOTHERAPIE
centrale rol van meta-analyses (= statistische techniek om overheen veel studies te bekijken of
iets werkt van therapie)
- de notie van effect size is belangrijk (= een gestandaardiseerde maat
= indicatie van de sterkte/grootte van het verband
- bijvoorbeeld aangegeven door cohen’s d
• Interpretatie: 0,2 = klein -> 0,5 = medium -> 0,8 = groot
o 0,5 wordt vaak al als klinisch significant gezien
• Kan je nagaan tussen behandelingen en voor/na dezelfde behandeling
0.4.1. VERGELIJKINGSCONDITIES
Het belang van vergelijkingscondities (waarmee we vergelijken is belangrijk voor de scientist
practitioner)
- wachtlijst = mensen die moeten wachten op de behandeling
• = zwakke vergelijkingsconditie -> mensen kunnen bijvoorbeeld zelf al iets gaan
ondernemen, spontaan verbeteren in de tussenperiode,…
• = vaak schadelijk -> sommige mensen hebben de behandeling snel nodig en zijn
ontgoocheld dat ze deze niet krijgen (vaak worden klachten dan nog slechter
- placebo = moeilijk te realiseren in psychotherapie
• Dubbel blind placebo = in geneeskunde kunnen zowel arts als patiënt weten in
welke conditie men zit en welke interventie gegeven wordt
o Bij psychotherapie is placebo enkel ondersteuning bieden -> kan ook al
invloed hebben
- actieve behandeling = 2 verschillende vormen van psychotherapie worden vergeleken
• = sterkste vorm van vergelijking
Intention-To-Treat sample (ITT): al die patiënten die de behandeling starten
- hebben vaak de hoogste dosis therapie gehad -> we zien dosis respons effect
= complement van de drop outs
Completer sample: al die patiënten die de therapie (nagenoeg) volledig volgen
4