DOMEIN: TIJD
Wat is geschiedenis?
*geschiedenis gaat over het menselijk handelen in het verleden
Bv. Dino’s eigenlijk geen geschiedenis (wel voor kinderen, maar
terugkoppelen aan natuur)
Historisch proces
Studie van het historisch proces
Geschiedenis ≠ verleden
Verleden is weg
Geschiedenis: beroep doen op bronnen om historisch proces
proberen te reconstrueren; gaat soms wijzigen (vooral in prehistorie)
Historische tijd
Historisch tijdsbesef
= vermogen om verleden, heden en toekomst te onderscheiden en
om de eigenheid van een historische periode te herkennen
Historisch bewustzijn
= besef dat er een verleden is (en er een correct beeld bij vormen)
en hoe het menselijk handelen uit het verleden het heden en de
toekomst beïnvloed
o Bv. Bij een ridder, andere begrippen plakken en een periode er
bij plakken
o Bv. Mensen hebben vroeger gestreden zodat vrouwen de dag
van vandaag kunnen gaan stemmen
H2: DE OUDSTE TIJDEN
2.1 DE DIDACTISCHE FOCUS
2.1.2 HET HISTORISCH REFERENTIEKADER
= methode om historische info te ordenen en evoluties doorheen de tijd
waar te nemen.
*ieder historisch gegeven/ gebeurtenis heeft een waar, wanneer en een
maatschappelijk domein.
1|Pagina
,*door gebeurtenissen in historisch referentiekader te plaatsen krijgen we
orde in complexe historische verhaal
1. tijd
= jaartal, eeuw, periode,…
*niet enkel wanneer het heeft plaatsgevonden, ook hoe proces zich
doorheen tijd beweegt
Bv. Veranderingen kunnen traag of snel
*dateren van unieke gebeurtenissen geeft ons zicht in welke volgorde
gebeurtenissen zijn plaatsgevonden (= ankerpunt)
*hoe meer ankerpunten, hoe meer grip op menselijke geschiedenis
*bij jonge lln niet mogelijk om periode met jaartallen te duiden (kunnen
nog maar rekenen tot 100)
*oplossing: een tijdbegrip gebruiken Bv. Zeer lang geleden
*door gebeurtenissen visueel in volgorde te plaatsen ontwikkeling
van historisch tijdsbesef
*vanaf 4e – 5e lj: eeuw- en eeuwenband aanleren
*lln grip laten krijgen op tijdsaspect geschiedenisverhaal en historische
feiten steeds plaatsen in tijd
*hierbij gebruik maken van tijdlijnen, eeuwbanden,…
*oudere lln: historische gebeurtenissen zelf op tijdbalk laten plaatsen +
deze in tijd laten situeren t.o.v. andere gebeurtenissen
*indeling van periodes = een hulpmiddel ≠ doel
hulpmiddel om vat te krijgen op historische tijd
ZILL en OVSG GO!
Prehistorie/oudheid (tot ca. Prehistorie (tot 3800 v.C.)
500) Oudheid (3800 tot 500)
Middeleeuwen (500 tot 1500) Middeleeuwen (500 tot 1500)
Nieuwe tijden (1500 tot onze Nieuwe tijden (1500 tot onze
tijd) tijd)
Onze tijd Onze tijd
= periode waarin nog
mogelijk is om levende
getuigen te ontmoeten
2|Pagina
,(3800 v.C. is een ankerpunt omdat dan het schrift werd uitgevonden)
*gebruik van tijdlijnen: Structuur
Overzicht van belangrijke gebeurtenissen
Mogelijk maken om eenvoudige verbanden te
ontdekken tussen gebeurtenissen
! belangrijk om tijdlijn frequent te gebruiken (didactisch leermiddel) +
visueel aanwezig in klas + voldoende tijd geven
*karakteristieken van tijdbalk:
Heden steeds duidelijk zichtbaar
Plaatsing van jaartallen overzichtelijk
Perioden zichtbaar door kleur
Tijdweergave is op schaal
Duidelijk aangeven dat het jaar ‘0’ niet bestaat
Historische gebeurtenissen visualiseren
Beter zelf maken
Samen opbouwen met de lln
*periodeband + tijdband = klassieke tijdlijn
2. ruimte
*biotische en abiotische elementen beïnvloeden menselijk handelen
*culturen en culturele gebruiken ontstonden in bepaald klimaat/landschap
*aanwezigheid water, grondstoffen,…
=> noodzakelijke kenniselementen om historische gebeurtenissen te
begrijpen
*kaart = onmisbaar didactisch hulpmiddel + visueel maken
3. maatschappelijke domeinen
*altijd sociaal component
*3 maatschappelijke domeinen:
Sociaal- politiek
o Hoe is de politieke macht verdeeld
o Hoe is de macht zichtbaar
Sociaal- economisch
o Hoe drijven mensen handel met elkaar?
3|Pagina
, o Hoe is de verhouding tussen rijken en armen?
Sociaal- cultureel
o Welke kunstwerken maken ze daar?
o Gaan alle kinderen naar school?
*vaak politieke geschiedenis
*ook ‘gewone’ leren kennen
Bv. Wat aten ze? Wat droegen ze? Op welke manier leefden ze? ,…
*in basisschool vaak te weinig tijd
Belicht onderwerp vanuit de drie domeinen
WAT MAAKT GESCHIEDENIS MOEILIJK
(niet in HB)
het studieobject ontbreekt
*verleden kan je niet meer ervaren
*enkel nog sporen van het verleden
*gebruik beeldvormers (= een leermiddel die helpt om een beeld te
vormen van de historische werkelijkheid)
*lkr moet correcte beelden tonen en misvattingen corrigeren
Bv. Iedereen kent een viking als een persoon met een helm met 2 hoorns
op fout, maar je kent dit zo door tv-programma’s
abstract taalgebruik
*begrippen kunnen een andere invulling hebben naargelang de
tijdsperiode
*oplossing:
*zo veel mogelijk concretiseren (CSA-model)
*voldoende duiding geven bij nieuwe begrippen
*taal aanpassen aan lln
*samen met lln tot een definitie komen bij een begrip a.d.h.v.
afbeeldingen
4|Pagina