100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Levensverzekeringen

Beoordeling
5,0
(1)
Verkocht
2
Pagina's
111
Geüpload op
23-05-2025
Geschreven in
2024/2025

Samenvatting Levensverzekeringen
















Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
23 mei 2025
Aantal pagina's
111
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Levensverzekeringen
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
1. Eerste begripsomschrijving
Levensverzekering = een verzekeringsovereenkomst waarin de verzekeraar belooft
een som geld te betalen in 1 v volgende gevallen
 Op vooraf vastgelegde datum als verzekerde persoon ng in leven is (bv 65ste
verj)
= zuivere levensverzekering
 Als verzekerde sterft vóór een bepaalde datum (= tijdelijke
overlijdensverzekering)
OF ongeacht het tijdstip (= levenslange overlijdensverzekering) een bedrag
uitkeren
 Combinatie = gemengde levensverzekering
o Uitkering voorzien bij leven op bepaalde datum
o Uitkering voorzien bij voortijdig overlijden
o ! MAAR 1 van de 2 wordt uitbetaald
2. Historiek (allemaal heel vlot overgegaan)
 Oude beschavingen: voorloper v verzekeringen
 Middeleeuwen: Begrafenisfondsen
 17e eeuw: opkomst v moderne levensverzekeringen
o Statistische ontwikkelingen (nodig om tarieven te berekenen obv
leeftijd)
 Sterftetafel of sterftetabel: gebruikt om tarief te bepalen
 Wie bepaalt technisch tarief: actuarissen
 Tarief dat mts moet aanrekenen om rendabel te zijn
o De oprichting van verzekeringsmaatschappijen
 18e eeuw: professionalisering van levensverzekeringen
 19e en 20e eeuw: globalisering en verdere ontwikkeling
 Hedendaagse levensverzekeringen

3. Evolutie in België (allemaal heel vlot overgegaan)
3.1. Oorsprong en vroege ontwikkeling (19e eeuw)
 1830-1880: Focus op overlijden
 1881: Oprichting Belgische Maatschappij voor levensverzekeringen
3.2. De groei van de sector (20e eeuw)
 Versterking van sociaal vangnet
 Opkomst van groepsverzekeringen
 Kapitaalverzekeringen
 Overlijdensverzekeringen
 Pensioenverzekeringen
3.3. Ontwikkeling v fiscaal voordeel & popularisering v levensverz. (’70 –
2000)
 Fiscale stimulansen


1

,  Productinnovaties
 Groeiende markt
3.4. De invloed van Europese unie & globalisering (2000 – heden)
 Europeanisering
 Digitalisering
 Groeiende belangstelling voor pensioensparen
 Duurzaamheid en verantwoord beleggen
Relatie tussen verzekeringen en fiscaliteit
 Bv. pensioensparen: premie om pensioen te voorzien en die aftrekbaar is

3.5. Veranderingen belastingklimaat & afschaffing fiscale voordelen (2020-
heden)
4. Maatschappelijk belang van levensverzekering
 Financiële zekerheid voor nabestaanden (bv. overlijdensverzekering)
 Ondersteuning van de economie (verzekeraars zijn beleggers)
 Aanvulling op sociale zekerheid (bv. extra middelen door levensverzekering)
 Vermogensopbouw & sparen (bv. levensverzekering als belegging – concurrentie
banken)
 Risicospreiding en collectieve bescherming (in belegging/overlijdensverzekering…)
 Rust en zekerheid
5. De levensverzekering tussen de andere verzekeringen (onderscheid tss;)
 (basiswetgeving verzekering: verzekeringswet 4 april 2014: D4: land, D5:
transport)
 Schadeverzekeringen vs. persoonsverzekeringen
 Verzekering tot vergoeding v schade vs. verzekering uitkering vast bedrag
o 1: Schade moet begroot worden (& controle op aanwezigh v franchise
o 2: Bij overlijden (levensverzekeringen algemeen)
 Individuele vs. collectieve contracten (= als groep een contract afsluiten)
o ! in leven iets afsluiten in de tweede pijler = altijd collectief (ookal mr 1p)
 Fiscale vs. niet fiscale contracten
 Indeling volgens de nomenclatuur (vb dia 11 – vanaf tak 21= “leven”)
5.1. Schadeverzekering vs persoonsverzekering
5.1.1. Schadeverzekering
 Vergoedend karakter (bevat :)
o Zaakverzekering
o Aansprakelijkheidsverzekering
o Rechtsbijstandverzekering
5.1.2. Persoonsverzekering
 Forfaitair karakter
o Levensverzekering

2

,  Vergoedend karakter & forfaitair karakter
o Adere dan levensverzekering (persoonlijke ongevallenverzekering,
arbeidsongevallen, hospitalisatieverzekering, gewaarborgd inkomen)

Hoofdstuk 2: Sociale zekerheid
1. Algemeen
1.1. Wat is sociale zekerheid
= een vervangingsinkomen
 Bijdrage betalen (de basis) + sociale bijstand (= armen die geen eigen middelen
hebben)

Beschermen tegen indekkingsmogelijkheid van eigen risico’s
 Zelf sparen (risico’s: mogelijks tekort, inflatie, risicovol beleggen, discipline)
 Collectief sparen (= # mensen bepaald bedrag elke maand, risico: betalen vr
anderen en einde van solidariteit = keuze van sparen)
 Verplicht collectief sparen = sociale zekerheid
1.2. Ideologische achtergrond = geen nieuw idee
1.3. Historiek (in BE: na WOII (1944) basiswet sociale zekerheid)
Grootste issue vandaag: blijft het betaalbaar  nee (idealiter: bijdragen dekken uitgaven)
Evenwicht nodig van inkomsten en uitgaven: nieuwe mogelijkheid naast premies =
belasting
1.4. Op welke gebieden is SZ actief?
 Voorzieningen op vlak van:
o WLH
o Pensioenen
 Rustpensioen: op einde van loopbaan
 Overlevingspensioen: = “weduwenaarspensioen”
o Invaliditeit/ziekte
o Vakantie
o Kinderbijslag
1.5. Drie hoodstelsels
 Stelsel van Werknemers
 Stelsel van Zelfstandigen
 Stelsel van Ambtenaren (statutair (w in SZ gelijkgesteld met WN) en niet-
statutair)

Naast deze hoofdstelsels: bestaan specifieke stelsels (NMBS)
1.6. Financiering
 Bijdragen
o Werkgever (25-30%)/werknemer
o Zelfstandigen

3

, o Overheid voor ambtenaren
 Rijkstoelage (belastingen die toegevoegd worden aan bijdragen)
 Opbrengsten uit beleggingen en diversen




4

, 1.6.1. Werknemers & Bijdrage: Werkgever/Werknemer
 13.07% van brutoloon aan SZ (onafhankelijk van hoogte van brutoloon)
 Automatische afhouding op brutoloon door WG  doorstorten aan RSZ 
getrapt systeem van schijven: 20.50%, 14.16% en 0% (op bedrag > 108
238.40
o Maximumbijdrage = 5148.15 euro
 Bovenop brutoloon: patronale bijdrage door WG
1.6.2. Zelfstandigen
 Betalen driemaandelijkse bijdrage aan sociaal verzekeringsfonds
 Geen/verminderde bijdrage te betalen door
o Mensen die naast hoofdberoep ook een zelfstandig bijberoep
uitoefenen
o Tewerkgestelde gepensioneerden
o TENZIJ: jaarinkomen > bepaald jaarlijks bedrag
1.6.3. Ambtenaren
 Betaling door tewerkstellende overheid (van sociale uitkering):
o Ambtenaren die niet tewerkgesteld zijn bij plaatselijke/provinciale overheidsdienst
o Zelf: enkel persoonlijke bijdragen van
 7.5% voor overlevingspensioenen
 3.55% voor tak geneeskundige verzorging (verhoofd met Wgbijdrage
(3.86%)
 RSZ
o Bevoegd voor personeelsleden vj plaatselijke/provinciale overheidsdienst
 ! (niet-statutair) personeel v plaatselijke/provinciale overheidsdiensten
aangeworven met arbeidsovereenkomst = algemene regeling voor
werknemers

1.6.4. Alternatieve financiering
 Doel
o Inperking van staatstoelagen
o Daling werkgeversbijdrage
 Bestaande uit: % van BTW-ontvangsten (& evtl accijzen & personen- & venn
bel)
1.6.5. Toekomst
2. Het rustpensioen algemeen
 Repartitiestelsel
 Pensioenleeftijd
 Vervroegd pensioen
 Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)
2.1. Repartitiestelsel = omslagstelsel “= ik spaar niet voor mezelf”

5

,= financieringssysteem waarbij de werkende bevolking via (belastingen) of premies
direct de uitkeringen of pensioenen van de huidige gepensioneerden betaalt
 goed systeem als we een normale bevolkingspyramide hebben
2.2. Optrekken pensioenleeftijd
 66 in 2025
 67 in 2030
 (korter werken: risico op verminderd pensioen, extra werken: pensioensbonus)
2.3. Vervroegd pensioen: combinatie minimale leeftijd en loopbaan
 (EIG 42 jaar loopbaan en 63 jaar)
 Bijkomende overgangsmaatregel
o Minimum 59 jaar in 2016 = mogelijkheid op vervroegd pensioen vanaf 2017
 Aan leeftijds- en loopbaanvoorwaarden van het ingangsjaar 2016,
verhoogd met 1 jaar
o Eind 2016: net niet voldoen aan loopbaan- en leeftijdsvoorwaarden + 58/59
jaar
 Slechts 2 of 1 jaar langer moeten doorwerken om vervroegd pensioen
te knn krijgen
2.4. Criteria van zware beroepen
 Fysieke zwaarte van het werk
 Onregelmatige uren
 Veiligheidsrisico’s
 Stress
 (sommige voldoen aan: alle 4/enkele/1
2.5. SWT = stelsel met werkloosheidstoeslag
= stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (= vroegere ‘brugpensioen’)

 Nog vroeger laten gaan dan vervroegd pensioen
 Ontslagen werknemers: ontvangen WLHuitkering in afwachting van pensioen
o 60% van loon
o Begrenzing: 1610.80 euro/maand
 ! iedereen die meer dan 2684.86 verdient (= maximumtoelage)
o Aanvulling met bedrijfstoeslag  betaald door WG/fonds van sector
 Min. ½ v verschil tss nettoloon & werkloosheidsuitkering
 ! WG: betaalt zeer hoge szbijdragen hierop
 Strenge leeftijds- en loopbaanvoorwaarden!
 Werkenden in O in moeilijkheden/herstructurering: (bijk.) specifieke SWT-
regeling


2.5.1. SWT op 62 jaar (inhoud ervan niet kennen)
2.5.2. SWT op 58 jaar: “medisch SWT”

6

, 2.5.3. SWT op 60 jaar
2.5.4. Ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering
2.6. Feitelijke pensioenleeftijd : zo snel mogelijk (gem. 61 jaar)
3. Rustpensioen volgens sociaal statuut
3.1. Rustpensioen werknemer (vlug over gegaan)
3 parameters voor het berekenen pesioen van werknemer – VOORBEELD dia 66

Berekening van het pensioen = 1/45ste * L * 75 of 60%

 1/45ste = loopbaan
o Werkelijk gewerkte of gelijkgestelde (ziekte, invaliditeit of legerdienst)
periodes
 L = loon  rekening houdend met brutoloon (geplafoneerd)
o Werkelijk, forfaitair of fictief geherwaardeerd
 Werkelijk: als je gewerkt hebt: werken met werkelijk loon maar
geplafoneerd
 Forfaitair: voor periodes van WLH & ziekte
 Fictief: voor de jaren waarin de overheid niet heeft bijgehouden
wat uw loon was
 ! voor het pensioen wordt geherwaardeerd aan de index
 Naargelang de gezinssituatie (coefficiënt) – te maken met:
o Gezinspensioen = 75%
 Parameter: slechts 1 van beide heeft rechten opgebouwd (eigen
carrière) = uitkeren van gezinspensioen
o Alleenstaande = 60%
 Parameter: beide zelf rechten opgebouwd (eigen carrière) =
allebei een alleenstaand pensioen (ookal wonen ze samen)
o !! TUSSENGROEP mogelijk: een volledige carrière & een beperkte
carrière
 Voor allebei 60% Het hoogste van de 2
 Voor het hoogste 75% wordt uitgekeerd
! Zelfstandigen: hierbij wordt rekening gehouden met
een harmonisatiecoefficiënt

 Reden: hebben minder bijdragen betaald = minder pensioen (1/3 minder
pensioen dan werknemer)
 Voor lonen vanaf 2021 wordt de correctiefactor niet meer toegepast
o Dat 1/3e krijgen ze nu dus wel, zonder dat ze meer bijdragen moeten
betalen dan toen
3.2. Loopbaan
Vroeger: loopbaanjaren
Nu: # dagen gewerkt (14 040 dagen voor een volledig pensioen  zaterdag w
meegeteld)
7

, Gemiddeld: 2/3 effectief werken & 1/3 niet (WLH/Ziekte…)  maar wordt wel
meegerekend voor pensioen

Diplomajaren: overheid zal kans bieden om af te kopen = bijdrage betalen aan BE
staat
3.3. Rustpensioen ambtenaar
Berekening van het pensioen = 1/60ste * aantal dienstjaren * loon

! kijken naar gemiddeld loon van de laatste 10 jaar en als hij 45 jaren heeft gewerkt,
krijgt hij 75%

 1/60ste = tantième
o Lagere tantième voor bepeelde functies (kortste: 1/12)
 Voordeligere loopbaanbreuken (dia 76)
 Betekenis: met minder jaren kan je een volledig pensioen
krijgen
 Dienstjaren
o Max 45 jaar (bij volledige carrière) (= max 45/60)
o Werkelijk of gelijkgesteld
o Je start vandaag als contractueel, niet als statutair
 = gemengd pensioen
 Contractueel = pensioen als WN
 Statutair = pensioen als ambtenaar
 Vroeger: als je gestart werd als cotractueel en je ging over in
statutair over de jaren heen  de jaren dat je contractueel was,
werden automatisch ook “statutair”
 Loon
o Werkelijk of fictief
o Gemiddelde van de laatste 10 jaar, geperequateerd
 = perequatie = de loonstijging die vandaag toegekend wordt
aan de ambtenarij die werken, wordt ook toegepast aan degene
die reeds op pensioen zijn

 Motivatie creëren: goede statutaire pensioenen
o Vroeger: minder tijdens carrière en hoger pensioen
o Nu: meer tijdens carrière en lager pensioen (+-4%)
o Privé krijgen voordelen: bv. groepsverzekering




8

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
6 maanden geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
dinabanckaert Hogeschool Gent
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
348
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
116
Documenten
48
Laatst verkocht
3 dagen geleden

4,1

69 beoordelingen

5
26
4
33
3
5
2
2
1
3

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen