BTW 2 academiejaar 2024 – 2025
H3: DE BELASTBARE
HANDELINGEN/ DE
WERKINGSSFEER
OVERZICHT BELASTBARE HANDELINGEN
VIER GROTE CATEGORIEËN BELASTBARE HANDELINGEN
De leveringen van goederen die door een belastingplichtige hier te lande onder bezwarende titel
worden verricht (art. 9-17)
De diensten die door een belastingplichtige hier te lande onder bezwarende titel worden verricht
(art. 18-22ter)
De invoer van goederen, door wie ook, in België (oorsprong van de goederen ligt in een niet-EU-
lidstaat) (art. 23-25)
De intracommunautaire verwervingen van goederen, welke in België onder bezwarende titel
plaatsvinden (oorsprong van de goederen ligt in een andere EU-lidstaat) (art. 25bis 25sexies)
1: DE LEVERING VAN GOEDEREN
TIJDSTIP VAN DE LEVERING (ART.16 WBTW) (P 127-130)
Tijdstip van de levering = het belastbaar feit
Principe: het tijdstip waarop de goederen ter beschikking van de verkrijger worden gesteld
verkrijger goederen gebruiken als eigenaar
ook wanneer vervoer door of voor rekening van afnemer zelf
Afwijkingen
o Vervoer door of voor rekening van leverancier
Het tijdstip waarop de goederen bij de verkrijger aankomen
o Installatie of montage door leverancier
Het tijdstip waarop de installatie of montage wordt beëindigd
Vb: meubilair, boiler, …
o Doorlopende leveringen met periodieke afrekeningen
Bij het verstrijken van periode waarop de afrekeningen of betaling betrekking heeft
Vb: gasfactuur
o Vervreemding/ levering van gebouwen
Uiterlijk bij verstrijken van nieuwheidstermijn tekenen van contract is voldoende
Nieuw? -> 2j na eerste ingebruikname
o Het goed was reeds ter beschikking van de verkrijger of blijft ter beschikking van de
overdrager
Tijdstip waarop het contract uitwerking heeft tekenen van het contract
Vb: huurder die nu goed wil aankopen
Voorbeelden
1
,BTW 2 academiejaar 2024 – 2025
OPEISBAARHEID VAN BELASTING ( EXAMEN) (P 130-132)
Tijdstip van opeisbaarheid = moment waarop schatkist recht heeft om BTW te vorderen
BASISREGELS
Belastbaar feit = levering
verschuldigde BTW wordt opeisbaar op het tijdstip van de levering
o Ogenblik waarop verkrijger over goed kan beschikken als eigenaar
Factuur is belangrijkste oorzaak van opeisbaarheid (art.17 WBTW)
o Algemene regels: tijdstip opeisbaarheid (binnenlandse levering) = factuurdatum
o Uitzonderingen factuur te laat gekregen naar uiterste datum kijken
Tijdstip opeisbaarheid = uiterlijk 15e van de maand volgend op de levering
Tijdstip opeisbaarheid = tijdstip waarop de prijs of een voorschot wordt betaald
indien voor de levering en voor de factuur
Voorbeelden
AFWIJKINGEN
Bij (vrijgestelde) intracommunautaire leveringen
o De btw is slechts opeisbaar bij het uitreiken van de eindfactuur of uiterlijk op de 15e van de
maand die volgt op de maand waarin de levering heeft plaatsgevonden
o Art.17, §2 WBTW
Bij handelingen met particulieren in een B2C-context voor zover er ontheffing is van
factureringsplicht
o Tijdstip van opeisbaarheid = tijdstip waarop de klant betaalt
o Art.17, §3 WBTW
Bij handelingen met de overheid als klant in een B2G-context en voor zover er geen verlegging van
heffing is
o Tijdstip van opeisbaarheid = tijdstip waarop de klant betaalt
o Art.17, §4 WBTW
2: DE DIENSTEN
VOORWAARDEN TOT BELASTBAARHEID
Een in het btw-wetboek bedoelde dienst of een ermee gelijkgestelde handeling
Onder bezwarende titel of ermee gelijkgesteld
In België
2
,BTW 2 academiejaar 2024 – 2025
Door een BP die handelt in uitoefening van zijn economische activiteit
HET BEGRIP “DIENSTEN” (P 136-154)
Een dienst = elke handeling die geen levering is van een goed
Opsomming van diensten (niet sowieso BTW, kan vrijgesteld zijn): (art. 18 §1 WBTW)
Een materieel of intellectueel werk
Ter beschikking stellen van personeel
De lastgeving
Het verlenen van genot op lichamelijke goederen
De overdracht van een cliënteel of het verlenen van rechten op een cliënteel; alsook de verbintenis een
beroepswerkzaamheid niet uit te oefenen
De overdracht van of het verlenen van rechten op een verkoop- of inkoopmonopolie of op het recht een
beroepswerkzaamheid uit te oefenen
de overdracht van een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een auteursrecht, een industrietekening, een
industriemodel of andere soortgelijke rechten, of het verlenen van licenties inzake deze rechten
De ter beschikking stelling van stalling voor rijtuigen
De ter beschikking stelling van bergruimte voor het opslaan van goederen
Het verschaffen van gemeubeld logies
De ter beschikking stelling van een plaats om te kamperen
Het verschaffen van spijs en drank in restaurants en cafés en, meer algemeen, in omstandigheden voor verbruik
ter plaatse
De toekenning van het recht op toegang tot inrichtingen voor cultuur, sport en vermaak, alsmede de toekenning
van het recht gebruik ervan te maken
De bank- en financiële verrichtingen
De diensten inzake radio- en televisie-distributie en inzake telecommunicatie
De toekenning van het recht van toegang tot verkeerswegen
Langs elektronische weg verrichte diensten
BEPERKING VAN HET BEGRIP “DIENST” ( ART.18, §3 WBTW) (P168)
“Eigenlijke diensten” die deel uitmaken van de overdracht van algemeenheid van goederen of van
een bedrijfsafdeling, onder bezwarende titel of om niet, bij wege van inbreng in een vennootschap of
anderszins, wanneer de overnemer een BP is met recht op volledige of gedeeltelijke aftrek
Gevolg: de overnemer wordt geacht de persoon van de overlater verder te zetten
UITBREIDING VAN HET BEGRIP “DIENST”
DIENSTEN VAN ART. 18 §2 WBTW (P154)
De niet-contractueel verrichte diensten ingevolge een vordering door of namens de overheid en, meer
algemeen, ingevolge een wet, een decreet, een ordonnantie, een besluit of een administratieve verordening
eenzijdige beslissing overheid verplicht om prestatie te doen
Vb: prestaties van een gerechtelijk aangestelde expert, aangestelde tolk door rechtbank
DE MET DIENSTEN GELIJKGESTELDE HANDELINGEN (P 155-168)
HET GEBRUIK VAN EEN TOT HET BEDRIJF BEHOREND ROEREND GOED ( ART.19, §1 WBTW)
Voor eigen privé-doeleinden, voor privé-doeleinden van het personeel, voor andere doeleinden dan
voor de economische activiteit, wanneer er voor dat goed recht op volledige of gedeeltelijke aftrek
van de belasting is ontstaan
Sinds 1 jan 2011 mag het niet gaan om een in art.45, §1 quinquies WBTW bedoeld goed
(bedrijfsmiddelen die vanaf het begin niet 100% voor beroepsdoeleinden worden gebruikt)
onmiddellijke beperking recht op aftrek tav bedrijfsmiddelen met gemengd gebruik
3
, BTW 2 academiejaar 2024 – 2025
art. 19 §1 WBTW niet van toepassing
latere herziening kan
o Equivalent van de onttrekkingen
Doel: het neutraliseren van de oorspronkelijke afgetrokken BTW
Gevolg: interne betaling van een niet aftrekbare BTW
o Maatstaf van heffing is gelijk aan de door de BP gedane uitgaven
Enkel uitgaven die recht hebben gegeven op aftrek van voorbelastingen en die met
het verbruik verband houden
Geen belastbare dienst (art.19, §1 WBTW NIET van toepassing)
o Indien het gebruik volledig en definitief is => onttrekking
o Indien het gaat om een toevallig en tijdelijk of gedeeltelijk gebruik van een goed waarvan de
eenheidsprijs lager is dan € 1.000
o In de mate dat de oorspronkelijke aftrek reeds beperkt werd in functie van een bepaald ander
dan beroepsgebruik of obv art.45, §1 quinquies WBTW
Voorbeelden
BIJZONDER TOEPASSINGSGEVAL: VAA (IN NATURA, AAN PERSONEEL)
Gratis voordeel (= voordelen ‘om niet’)
Onmiddellijk beperking van het recht op aftrek (art.45, §1 quinquies WBTW) of achteraf toepassing
van art.19, §1 WBTW
o Vb: WN mag tijdens de verlofperiode over een laptop beschikken
Toepassing van art.19 WBTW = btw verschuldigd op de gedane uitgaven
Niet gratis voordeel
Handeling onder bezwarende titel -> inhouding op loon
Recht op aftrek volgens normale regels
Overeengekomen huurprijs (of normale huurwaarde) wordt aan de btw onderworpen
Oorspronkelijk geen btw afgetrokken = geen verschuldigde belasting (er hoeft niets te gebeuren)
Ziekenhuis die laptop ter beschikking stelt van een WN
Tweedehandse wagen aangekocht bij particulier
Voorbeeld
4
H3: DE BELASTBARE
HANDELINGEN/ DE
WERKINGSSFEER
OVERZICHT BELASTBARE HANDELINGEN
VIER GROTE CATEGORIEËN BELASTBARE HANDELINGEN
De leveringen van goederen die door een belastingplichtige hier te lande onder bezwarende titel
worden verricht (art. 9-17)
De diensten die door een belastingplichtige hier te lande onder bezwarende titel worden verricht
(art. 18-22ter)
De invoer van goederen, door wie ook, in België (oorsprong van de goederen ligt in een niet-EU-
lidstaat) (art. 23-25)
De intracommunautaire verwervingen van goederen, welke in België onder bezwarende titel
plaatsvinden (oorsprong van de goederen ligt in een andere EU-lidstaat) (art. 25bis 25sexies)
1: DE LEVERING VAN GOEDEREN
TIJDSTIP VAN DE LEVERING (ART.16 WBTW) (P 127-130)
Tijdstip van de levering = het belastbaar feit
Principe: het tijdstip waarop de goederen ter beschikking van de verkrijger worden gesteld
verkrijger goederen gebruiken als eigenaar
ook wanneer vervoer door of voor rekening van afnemer zelf
Afwijkingen
o Vervoer door of voor rekening van leverancier
Het tijdstip waarop de goederen bij de verkrijger aankomen
o Installatie of montage door leverancier
Het tijdstip waarop de installatie of montage wordt beëindigd
Vb: meubilair, boiler, …
o Doorlopende leveringen met periodieke afrekeningen
Bij het verstrijken van periode waarop de afrekeningen of betaling betrekking heeft
Vb: gasfactuur
o Vervreemding/ levering van gebouwen
Uiterlijk bij verstrijken van nieuwheidstermijn tekenen van contract is voldoende
Nieuw? -> 2j na eerste ingebruikname
o Het goed was reeds ter beschikking van de verkrijger of blijft ter beschikking van de
overdrager
Tijdstip waarop het contract uitwerking heeft tekenen van het contract
Vb: huurder die nu goed wil aankopen
Voorbeelden
1
,BTW 2 academiejaar 2024 – 2025
OPEISBAARHEID VAN BELASTING ( EXAMEN) (P 130-132)
Tijdstip van opeisbaarheid = moment waarop schatkist recht heeft om BTW te vorderen
BASISREGELS
Belastbaar feit = levering
verschuldigde BTW wordt opeisbaar op het tijdstip van de levering
o Ogenblik waarop verkrijger over goed kan beschikken als eigenaar
Factuur is belangrijkste oorzaak van opeisbaarheid (art.17 WBTW)
o Algemene regels: tijdstip opeisbaarheid (binnenlandse levering) = factuurdatum
o Uitzonderingen factuur te laat gekregen naar uiterste datum kijken
Tijdstip opeisbaarheid = uiterlijk 15e van de maand volgend op de levering
Tijdstip opeisbaarheid = tijdstip waarop de prijs of een voorschot wordt betaald
indien voor de levering en voor de factuur
Voorbeelden
AFWIJKINGEN
Bij (vrijgestelde) intracommunautaire leveringen
o De btw is slechts opeisbaar bij het uitreiken van de eindfactuur of uiterlijk op de 15e van de
maand die volgt op de maand waarin de levering heeft plaatsgevonden
o Art.17, §2 WBTW
Bij handelingen met particulieren in een B2C-context voor zover er ontheffing is van
factureringsplicht
o Tijdstip van opeisbaarheid = tijdstip waarop de klant betaalt
o Art.17, §3 WBTW
Bij handelingen met de overheid als klant in een B2G-context en voor zover er geen verlegging van
heffing is
o Tijdstip van opeisbaarheid = tijdstip waarop de klant betaalt
o Art.17, §4 WBTW
2: DE DIENSTEN
VOORWAARDEN TOT BELASTBAARHEID
Een in het btw-wetboek bedoelde dienst of een ermee gelijkgestelde handeling
Onder bezwarende titel of ermee gelijkgesteld
In België
2
,BTW 2 academiejaar 2024 – 2025
Door een BP die handelt in uitoefening van zijn economische activiteit
HET BEGRIP “DIENSTEN” (P 136-154)
Een dienst = elke handeling die geen levering is van een goed
Opsomming van diensten (niet sowieso BTW, kan vrijgesteld zijn): (art. 18 §1 WBTW)
Een materieel of intellectueel werk
Ter beschikking stellen van personeel
De lastgeving
Het verlenen van genot op lichamelijke goederen
De overdracht van een cliënteel of het verlenen van rechten op een cliënteel; alsook de verbintenis een
beroepswerkzaamheid niet uit te oefenen
De overdracht van of het verlenen van rechten op een verkoop- of inkoopmonopolie of op het recht een
beroepswerkzaamheid uit te oefenen
de overdracht van een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een auteursrecht, een industrietekening, een
industriemodel of andere soortgelijke rechten, of het verlenen van licenties inzake deze rechten
De ter beschikking stelling van stalling voor rijtuigen
De ter beschikking stelling van bergruimte voor het opslaan van goederen
Het verschaffen van gemeubeld logies
De ter beschikking stelling van een plaats om te kamperen
Het verschaffen van spijs en drank in restaurants en cafés en, meer algemeen, in omstandigheden voor verbruik
ter plaatse
De toekenning van het recht op toegang tot inrichtingen voor cultuur, sport en vermaak, alsmede de toekenning
van het recht gebruik ervan te maken
De bank- en financiële verrichtingen
De diensten inzake radio- en televisie-distributie en inzake telecommunicatie
De toekenning van het recht van toegang tot verkeerswegen
Langs elektronische weg verrichte diensten
BEPERKING VAN HET BEGRIP “DIENST” ( ART.18, §3 WBTW) (P168)
“Eigenlijke diensten” die deel uitmaken van de overdracht van algemeenheid van goederen of van
een bedrijfsafdeling, onder bezwarende titel of om niet, bij wege van inbreng in een vennootschap of
anderszins, wanneer de overnemer een BP is met recht op volledige of gedeeltelijke aftrek
Gevolg: de overnemer wordt geacht de persoon van de overlater verder te zetten
UITBREIDING VAN HET BEGRIP “DIENST”
DIENSTEN VAN ART. 18 §2 WBTW (P154)
De niet-contractueel verrichte diensten ingevolge een vordering door of namens de overheid en, meer
algemeen, ingevolge een wet, een decreet, een ordonnantie, een besluit of een administratieve verordening
eenzijdige beslissing overheid verplicht om prestatie te doen
Vb: prestaties van een gerechtelijk aangestelde expert, aangestelde tolk door rechtbank
DE MET DIENSTEN GELIJKGESTELDE HANDELINGEN (P 155-168)
HET GEBRUIK VAN EEN TOT HET BEDRIJF BEHOREND ROEREND GOED ( ART.19, §1 WBTW)
Voor eigen privé-doeleinden, voor privé-doeleinden van het personeel, voor andere doeleinden dan
voor de economische activiteit, wanneer er voor dat goed recht op volledige of gedeeltelijke aftrek
van de belasting is ontstaan
Sinds 1 jan 2011 mag het niet gaan om een in art.45, §1 quinquies WBTW bedoeld goed
(bedrijfsmiddelen die vanaf het begin niet 100% voor beroepsdoeleinden worden gebruikt)
onmiddellijke beperking recht op aftrek tav bedrijfsmiddelen met gemengd gebruik
3
, BTW 2 academiejaar 2024 – 2025
art. 19 §1 WBTW niet van toepassing
latere herziening kan
o Equivalent van de onttrekkingen
Doel: het neutraliseren van de oorspronkelijke afgetrokken BTW
Gevolg: interne betaling van een niet aftrekbare BTW
o Maatstaf van heffing is gelijk aan de door de BP gedane uitgaven
Enkel uitgaven die recht hebben gegeven op aftrek van voorbelastingen en die met
het verbruik verband houden
Geen belastbare dienst (art.19, §1 WBTW NIET van toepassing)
o Indien het gebruik volledig en definitief is => onttrekking
o Indien het gaat om een toevallig en tijdelijk of gedeeltelijk gebruik van een goed waarvan de
eenheidsprijs lager is dan € 1.000
o In de mate dat de oorspronkelijke aftrek reeds beperkt werd in functie van een bepaald ander
dan beroepsgebruik of obv art.45, §1 quinquies WBTW
Voorbeelden
BIJZONDER TOEPASSINGSGEVAL: VAA (IN NATURA, AAN PERSONEEL)
Gratis voordeel (= voordelen ‘om niet’)
Onmiddellijk beperking van het recht op aftrek (art.45, §1 quinquies WBTW) of achteraf toepassing
van art.19, §1 WBTW
o Vb: WN mag tijdens de verlofperiode over een laptop beschikken
Toepassing van art.19 WBTW = btw verschuldigd op de gedane uitgaven
Niet gratis voordeel
Handeling onder bezwarende titel -> inhouding op loon
Recht op aftrek volgens normale regels
Overeengekomen huurprijs (of normale huurwaarde) wordt aan de btw onderworpen
Oorspronkelijk geen btw afgetrokken = geen verschuldigde belasting (er hoeft niets te gebeuren)
Ziekenhuis die laptop ter beschikking stelt van een WN
Tweedehandse wagen aangekocht bij particulier
Voorbeeld
4