Hoofdstuk 1: Wat is politiek?
Politiek is dat wat door de staat geregeld moet worden.
Oorsprong: politeia alles ivm polis, samenleving uit oude Griekenland.
Politiek is gebonden aan territorium. Er zijn ook niet-territorium gebonden
verenigingen zoals de kerk. die verschillen van elkaar want om eraan te
ontsnappen kan je niet gewoon verhuizen bv.
Nannystate Minimal state
Interventionalistische welvaartsstaat Overheidsinterventie zeer beperkt. Ze
die veel ingrijpt. zorgen enkel voor orde, bescherming
van grenzen en eigendom en
belastingen.
In Be: nannystate
Geschiedenis:
- Mens moet ontplooien in “polis” (collectieve zaken = samenleving)
- Mens als zoön politicon (burger v samenleving)
- “Idiotés: iem die polis niet volgt
Aristoteles
Mens is politiek dier. P onderscheidt ons van dieren. (Zoön
politicon vs idiotés)
Eudaimonia: politiek is hoogste doel in leven, het laat mensen
volwaardig leven.
Polis is pol en morele gemeenschap, politiek is zoektocht naar perfecte
samenleving.
Machiavelli
Il Principe: handleiding om macht te verwerven en behouden: P
= Macht
Eind 18e eeuw
Ontstaan van “ismen” (nieuwe P stromingen) door Franse
revolutie. Betrokkenheid van bredere lagen van bevolking inhoud en
lading evolueren. (P is zaak van ied)
David Easton: wat is politiek?
Politiek is nodig om vredevol te overleven als er schaarse is. Het is een
bindende allocatie van waarden en zorgt dat je keuzes kan maken. Zie de
evolutie bij globalisering en klimaat (beperkte grondstoffen)
Carl Schmitt
Van NSDAP: schreef Der Begriff des Politischen. Er is een laatste
onderscheid tss vriend en vijand dynamisch criterium tss uitersten
conflict. Dit is nodig om tot één iets te komen. Conflict is positief maar
heeft negatieve connotatie.
,Chantall Mouffe
Zegt ook: radicale democratie: conflict is essentieel en positief voor
maatschappij. polariseren. leidt tot consensus.
Hoofdstuk 2: is er niet
Hoofdstuk 3: Ideologieën
Wat is ideologie = het is een combinatie van ismen
Morfologie van ideologieën (Heywood)
3 bestanddelen
1) Descriptief bestanddeel
Welke problemen heb je en bekijk dat vanuit verschillende standpunten
2) Prescriptief bestanddeel
Wat is de ideale samenleving volgens een ideologie
3) Operationeel bestanddeel
Hoe ga je van wat er nu is naar die ideale wereld
Links en rechts
Orde in chaos, vaak gebruikt. Het is een instinctief instrument. Is het een
richtingsaanwijzer? Geen goede alleszins, je kan soms rechts zijn en soms
links zijn.
Oorsprong bij staten generaal in 1789 om de koning te behouden moest je
rechts gaan staan, om geen koning te hebben moest je links gaan staan.
Dan was R conservatief en links progressief. De fysieke positie kreeg een P
betekenis.
Ontdubbeling Links en Rechts.
- Sociaal-economische breuklijn vs sociaal-culturele breuklijn.
Bv sociale zekerheid, belastingen of zwarte zondag.
Links op de sociaal-economische breuklijn betekent dat je voor herverdeling bent
en gelijkheid, bij de sociaal-culturele breuklijn ben je bij Rechts vooral voor
gelijkheid. Met vrijheid het tegenovergestelde.
Ideologieën zijn niet allesomvattend. Je moet combinaties en schakeringen
maken. Het kan evolueren.
Liberalisme (reactie op ancien regime)
Staat voor vrijheid in handelen en zelf te mogen nadenken
Er is een grens aan vrijheid als je schade zou berokkenen aan anderen, er
is wel een nachtwakersstaat nodig.
Klassiek liberalisme Sociaal liberalisme
Negatieve vrijheid (afwezigheid) Positieve vrijheid (aanwezigheid staat)
,Grondrechten Investeren in onderwijs, vormen van
Nadruk op individu sociale herverdeling en gelijke kansen
Vrijemarkt (Smith: onzichtbare hand, (meritocratie vs gelijk aan de meet)
neoliberalisme. Reagan, Thatcher, uit John Rawls met veil of ignorance
staat stappen)
Conservatisme
Negatief imago anti-revolutionair bv N-VA
Edmund Burke: the reflections on the revolution in France
Schreef over conserveren ipv veranderen
- Traditie behouden stabiliteit en identiteit
- Menselijke imperfectie (menselijke rede kan wereld niet vatten) religieus
ingevuld en normen (stabiliteit en zekerheid)
- Bezit (moedigt aan respect te hebben voor een ander)
- Organische samenleving gegroeid (vs in één ruk) en geheel (vs individu)
( ied heeft natuurlijke plaats in maatschappij)
- Autoriteit en leiderschap macht is van bovenaf gelegd, er is nood aan
leiders.
Christen-democratie
Conservatisme light van bv CD&V
Kernconcepten
Personalisme vs individualisme / collectivisme (staat is ten dienste van
de mens)
Christelijke waarden ethisch, naastenliefde, rentmeesterschap)
Natuurlijke verbanden subsidiariteit ( staat mag enkel aanvullend
optreden voor beslissingen die de gemeenschap overstijgen.
Klassensamenwerking organisch en neocorporatisme (zo weinig
mogelijk inmeng van staat)
Vergelijking tussen Socialisme en Conservatisme
Conservatisme Socialisme
Ontstaan 19e eeuw (anti- 19e eeuw (Industriële revolutie)
verlichting)
Auteur Edmund Burke Karl Marx
Kernconcept Conserveren Veranderen
en Ongelijkheid Gelijkheid
Kleine staat Grote staat
(subsidiariteit) Klasse
Privé bezit Anti-religie
Religie
Stromingen Extreem: autoritair Extreem: revolutionair (kapitalisme
(autoritair leiderschap) via revolutie omverwerpen)
Gematigd: christen- Gematigd: sociaal-democratie
democratie Derde weg: steun vrije markt,
nadruk op gemeenschap en
verantwoordelijkheid
Nationalisme
Natie:
, Exclusief (niemand binnen) en inclusief (eigen waarden verdedigen)
Grenzen natie = grenzen staat (soevereiniteit of zelfbestuur)
Vele vormen
o Liberaal nationalisme
o Conservatief nationalisme
o Antikolonialisme
o Links en Rechts
Ecologisme
Evenwicht tussen mens en natuur (economische groei)
Lichtgroen (antropocentrisch mens en economische groei staan centraal)
vs donkergroen (ecocentrisch fundi)
Nastreven Holistische wereldvisie
o Volwaardige ideologie
o Mobiliteit
o Levenskwaliteit: minder werken, minder consumeren en natuur
sparen.
o Welzijnlevenskwaliteit, niet enkel eco groei (personalisme)
The end of ideology: Bell
Fukuyama: the end of history
Kircheimer: catch-all parties
Zorgen ze voor einde ideologisch debat ?
Periodes van con- en divergentie wisselen
Populisme
Een pot nat
Visie: 1 breuklijn corrupte elite vs zuiver volk
Populist is voor het volk
Volk/elite zijn die homogeen?
Hoofdstuk 4: Macht
Hoe komt het aan bod?
Abstract en theoretisch
Wat is het verschil met invloed?
Hoe operationaliseren?
Geen consensus over wat het is, maar wel dat het over een sociale relatie
gaat
o Negatieve associatieve betekenis
o Impliceert ongelijkheid (ouders vs kind)
o Contextgebonden
o Zichtbaar (direct) en onzichtbaar (structureel)
Etymologisch:
- Posse pouvoir/power