Werkplekkeren in de klas
1. Het belang van onderwijs en leerkracht
Onderwijs wordt maatschappelijk belangrijk zowel voor individu als de
samenleving. Deelname aan het onderwijs wordt gezien als een hefboom voor
gelijkheid en sociale mobiliteit.
1.1 Functies van onderwijs
Biesta onderscheidt drie functies van onderwijs:
Kwalificatie Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren
competenties kunnen verwerven die hen kwalificeren om
iets te doen. Dit kan specifiek zijn, maar ook algemeen.
Deze competenties heb je nodig om Bv. Te kunnen
functioneren in de samenleving of een bepaald beroep te
kunnen uitoefenen.
Socialisatie Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren
voorbereid worden op hun leven als lid van een
gemeenschap. Ze maken kennis met tradities,
omgangsvormen en praktijken. Ze leren participeren,
relaties aangaan en bewust keuzes maken.
Persoonsvormin Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren zichzelf
g kunnen zijn en worden. Ze ontwikkelen een eigen
identiteit, ontdekken hun drijfveren en passies. De
vragen: wie ben ik?, Wat wil ik? En wie wil ik zijn? Staan
hierbij centraal.
Competentie= Een geheel van kennis, vaardigheden en attitudes. Je kan deze
niet los van elkaar zien als het gaat over het concreet functioneren.
1.2 Binnen het onderwijs is de leerkracht belangrijk.
1
,De school en klas zijn de leeromgeving van kinderen.
Het creëren en vormgeven van deze leeromgeving is een belangrijke taak voor
de leerkracht.
Wat de leerkracht doet kan een verschil maken!
Competente leerkrachten zorgen ervoor dat kinderen gemakkelijker leren,
zichzelf kunnen ontplooien en dat hun welbevinden stijgt.
Daarnaast neemt de leraar gevoelsmatig ook een belangrijke positie in: iedereen
komt met leraren in contact, op verschillende momenten in het leven en vanuit
verschillende perspectieven.
1.3 De rol van de leerkracht
De leraar bouwt een pedagogische relatie op met de kinderen.
(vertrouwensrelatie) -> Zo stelt het kind zich open om te leren.
De leraar is er ook voor de ouders en werkt samen met hen. Zij kennen
hun kind het beste en leveren belangrijke info aan om de slaagkansen
en het welbevinden in de klas te vergroten.
De leraar leert steeds zelf bij en zoekt vernieuwing: nieuwe inzichten,
methodes, middelen,...
De leraar is deel van een school en team en geeft mee vorm aan de
schoolcultuur.
De leraar werkt mee aan het vorm geven aan onze maatschappij .
Onderwijs wordt beïnvloed door de maatschappij. Onderwijs ligt aan de
basis van de maatschappij.
1.4 Beroepsprofiel en basiscompetenties
Basiscompetenties Deze omschrijven welke kennis, vaardigheden en
attitudes van beginnende leraar verwacht worden. Elke
afgestudeerde persoon moet hierover beschikken om
op een goede manier als een beginnende leraar te
kunnen functioneren.
Beroepsprofiel Omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes
die de leraar bezit tijdens het uitoefenen van zijn/haar
jonb.
1.5 Uitgangspunten Beroepsprofiel en basiscompetenties
2
, Taalvaardigheid staat centraal.
Goed beheersen van het standaard Nederlands.
De beginsituatie van leerlingen goed kunnen inschatten.
De taalaanpak op maat van de leerlingen kunnen uitwerken.
De tweede taal op een aanvaardbaar niveau kunnen beheersen.
Goed voorbereid worden voor grootstedelijke uitdagingen (omgaan met
diversiteit)
Beschikken over de basiskennis van ICT (informatie – en
communicatietechnologie)
1.6 Clusters Beroepsprofiel en basiscompetenties
1. Verantwoordelijkheid tov de lerende
- Leraar als begeleider van leer – en ontwikkelingsprocessen.
Bv. Beginsituatie van leerlingen en groep kunnen achterhalen.
- Leraar als opvoeder.
Bv. Positief leerklimaat creëren.
- Leraar als inhoudelijk inhoudelijk expert.
Bv. In onderwijsaanbod horizontale en verticale verbanden leggen.
- Leraar als organisator.
Bv. Administratieve taken correct uitvoeren.
- Leraar als innovator / onderzoeker
Bv. Resultaten van een onderwijsonderzoek interpreteren.
2. Verantwoordelijkheid tov de school / leergemeenschap
- Leraar als partner van ouder / verzorger
Bv. Als een team ouders informeren / overleggen over schoolgebeuren
- Leraar als lid van schoolteam.
Bv. Eigen aanpak in teamverband bespreekbaar maken.
- Leraar als partner van externen.
Bv. Contacten leggen, communiceren en samenwerken, met
jongerenadviescentra, clb, ...
- Leraar als lid van een onderwijsgemeenschap
3
, Bv. Deelnemen aan maatschappelijke debatten over onderwijskundige
thema’s.
3. Verantwoordelijkheid tov de maatschappij
- Leraar als cultuur participant
Bv. Zelf naar musea gaan en daar kansen voor jouw leerlingen zien.
1.7 Functie beroepsprofiel en basiscompetentie
Men vertrekt vanuit brede maatschappij en bedrijfsleven.
Verwachten steun op wetenschappelijk werk en internationale
vergelijkingen.
Lerarenopleidingen gebruiken daarom basiscompetenties om
opleidingsprogramma op te bouwen.
2. Onderwijskunde
2.1. Onderwijskunde
Onderwijskunde = De wetenschap die leerprocessen helpen ondersteunen /
begrijpen en verklaren.
2.2 Pedagogiek
Pedagogiek= Studie van de manier waarop volwassenen, kinderen (-18)
grootbrengen.
4
1. Het belang van onderwijs en leerkracht
Onderwijs wordt maatschappelijk belangrijk zowel voor individu als de
samenleving. Deelname aan het onderwijs wordt gezien als een hefboom voor
gelijkheid en sociale mobiliteit.
1.1 Functies van onderwijs
Biesta onderscheidt drie functies van onderwijs:
Kwalificatie Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren
competenties kunnen verwerven die hen kwalificeren om
iets te doen. Dit kan specifiek zijn, maar ook algemeen.
Deze competenties heb je nodig om Bv. Te kunnen
functioneren in de samenleving of een bepaald beroep te
kunnen uitoefenen.
Socialisatie Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren
voorbereid worden op hun leven als lid van een
gemeenschap. Ze maken kennis met tradities,
omgangsvormen en praktijken. Ze leren participeren,
relaties aangaan en bewust keuzes maken.
Persoonsvormin Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren zichzelf
g kunnen zijn en worden. Ze ontwikkelen een eigen
identiteit, ontdekken hun drijfveren en passies. De
vragen: wie ben ik?, Wat wil ik? En wie wil ik zijn? Staan
hierbij centraal.
Competentie= Een geheel van kennis, vaardigheden en attitudes. Je kan deze
niet los van elkaar zien als het gaat over het concreet functioneren.
1.2 Binnen het onderwijs is de leerkracht belangrijk.
1
,De school en klas zijn de leeromgeving van kinderen.
Het creëren en vormgeven van deze leeromgeving is een belangrijke taak voor
de leerkracht.
Wat de leerkracht doet kan een verschil maken!
Competente leerkrachten zorgen ervoor dat kinderen gemakkelijker leren,
zichzelf kunnen ontplooien en dat hun welbevinden stijgt.
Daarnaast neemt de leraar gevoelsmatig ook een belangrijke positie in: iedereen
komt met leraren in contact, op verschillende momenten in het leven en vanuit
verschillende perspectieven.
1.3 De rol van de leerkracht
De leraar bouwt een pedagogische relatie op met de kinderen.
(vertrouwensrelatie) -> Zo stelt het kind zich open om te leren.
De leraar is er ook voor de ouders en werkt samen met hen. Zij kennen
hun kind het beste en leveren belangrijke info aan om de slaagkansen
en het welbevinden in de klas te vergroten.
De leraar leert steeds zelf bij en zoekt vernieuwing: nieuwe inzichten,
methodes, middelen,...
De leraar is deel van een school en team en geeft mee vorm aan de
schoolcultuur.
De leraar werkt mee aan het vorm geven aan onze maatschappij .
Onderwijs wordt beïnvloed door de maatschappij. Onderwijs ligt aan de
basis van de maatschappij.
1.4 Beroepsprofiel en basiscompetenties
Basiscompetenties Deze omschrijven welke kennis, vaardigheden en
attitudes van beginnende leraar verwacht worden. Elke
afgestudeerde persoon moet hierover beschikken om
op een goede manier als een beginnende leraar te
kunnen functioneren.
Beroepsprofiel Omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes
die de leraar bezit tijdens het uitoefenen van zijn/haar
jonb.
1.5 Uitgangspunten Beroepsprofiel en basiscompetenties
2
, Taalvaardigheid staat centraal.
Goed beheersen van het standaard Nederlands.
De beginsituatie van leerlingen goed kunnen inschatten.
De taalaanpak op maat van de leerlingen kunnen uitwerken.
De tweede taal op een aanvaardbaar niveau kunnen beheersen.
Goed voorbereid worden voor grootstedelijke uitdagingen (omgaan met
diversiteit)
Beschikken over de basiskennis van ICT (informatie – en
communicatietechnologie)
1.6 Clusters Beroepsprofiel en basiscompetenties
1. Verantwoordelijkheid tov de lerende
- Leraar als begeleider van leer – en ontwikkelingsprocessen.
Bv. Beginsituatie van leerlingen en groep kunnen achterhalen.
- Leraar als opvoeder.
Bv. Positief leerklimaat creëren.
- Leraar als inhoudelijk inhoudelijk expert.
Bv. In onderwijsaanbod horizontale en verticale verbanden leggen.
- Leraar als organisator.
Bv. Administratieve taken correct uitvoeren.
- Leraar als innovator / onderzoeker
Bv. Resultaten van een onderwijsonderzoek interpreteren.
2. Verantwoordelijkheid tov de school / leergemeenschap
- Leraar als partner van ouder / verzorger
Bv. Als een team ouders informeren / overleggen over schoolgebeuren
- Leraar als lid van schoolteam.
Bv. Eigen aanpak in teamverband bespreekbaar maken.
- Leraar als partner van externen.
Bv. Contacten leggen, communiceren en samenwerken, met
jongerenadviescentra, clb, ...
- Leraar als lid van een onderwijsgemeenschap
3
, Bv. Deelnemen aan maatschappelijke debatten over onderwijskundige
thema’s.
3. Verantwoordelijkheid tov de maatschappij
- Leraar als cultuur participant
Bv. Zelf naar musea gaan en daar kansen voor jouw leerlingen zien.
1.7 Functie beroepsprofiel en basiscompetentie
Men vertrekt vanuit brede maatschappij en bedrijfsleven.
Verwachten steun op wetenschappelijk werk en internationale
vergelijkingen.
Lerarenopleidingen gebruiken daarom basiscompetenties om
opleidingsprogramma op te bouwen.
2. Onderwijskunde
2.1. Onderwijskunde
Onderwijskunde = De wetenschap die leerprocessen helpen ondersteunen /
begrijpen en verklaren.
2.2 Pedagogiek
Pedagogiek= Studie van de manier waarop volwassenen, kinderen (-18)
grootbrengen.
4