PA, PF AND MH
Deel troosters
,Les 1: Introductie
EXAMEN:
- Meerkeuze met gis: 40-50 vragen (vragen engels en nederlands)
- 4-5 vragen per cursus
- Totaal: 40-45 vragen met 4 antwoordopties
Grafieken
uren inactiviteit zijn
geassocieerd met mortaliteit
aantal uren dat je ligt of zit
zijn belangrijk: bv als je 1x/
dag intensief sport maar wel
veel zit, is dit ook niet zo goed
kort even rechtstaan
belangrijk om langdurig zitten/
liggen te onderbreken
vanaf een laag level sporten is
er al verbetering
algemene voorschriften voor
programma, maar moet
geïndividualiseerd worden
FITT: parameters om programma
op te stellen
- Frequency
- Intensity
- Type
- Time
Rationaal:
- Te weinig PA en veel sedentair gehad heeft een oorzakelijk verband met
het ontwikkelen van chronische ziektes doorheen de jaren
- Te weinig PA verergert morbiditeit van chronische ziektes
- Oefentherapie is een evidence-based behandeling voor veel chronische
ziektes (noncommunicable diseases / NCD’s)
- PA en oefentherapie zijn kerncomponenten voor kinés, ingebed in het
“Core Competency Profile for PT’s) in België
- Door een verouderende populatie is het behouden van fitheid en PA de
sleutel naar ‘affordable ageing’
, - Overheiddstimulansen voor meer/ behoud van PA voor alle burgers (bv
bewegingscoaches in wijk gezondheidscentra)
fysieke activiteit en fitheid zijn gelinkt
aan elkaar
Beide bepalen zowel fysieke als
mentale gezondheid
Bv P met longziekte worden
vaak depressief doordat ze
weinig bewegen
Leerdoelen
- Weten hoe je PA en PF moet screenen
- Wetenschappelijke evidentie van het (preventieve) effect van PA en PF
kennen
- Wettelijke beperkingen weten bij maximale inspanningstesten
- Kritische houding hebben tov screening tools en checklists naar mentale
gezondheid
- Risicoschatting kunnen maken van complicaties tijdens training, revalidatie
en sport
- Veilig evaluaties van training en trainingsprogramma’s kunnen opstellen
door risicostratificatie en voorbereidende screening
- Algemene principes kennen voor het ontwikkelen van
trainingsprogramma’s bij P met chronische ziektes en gezonde personen
die sporten
- Settings kennen waarbij revalidatie, oefentherapie en PA programma’s
kunnen aangeboden worden
- Rol van sociale support bij prestatie oefeningen begrijpen
- Risico van sport bij specifieke mentale aandoeningen begrijpen
- Relatie tussen training en mentale gezondheid begrijpen
- Begrijpen hoe je personen kan motiveren voor oefeningen en training
Hoe meten we fysieke
fitheid?
Eerst fysieke fitheid meten
voor we een programma
kunnen opstarten
Achtergrond van P
weten om gepaste
training te kunnen
opstellen
, Les 2: Assessment of Physical Fitness
Definitie
Volgens ACSM
Fitness = een fysiologische staat van welzijn die het risico op hypokinetische
ziekten vermindert, een basis voor deelname aan sport, en een goede
gezondheid, die iemand in staat stelt de taken van het dagelijks leven te
voltooien. Componenten omvatten cardiorespiratoir uithoudingsvermogen,
spierkracht, uithoudingsvermogen, flexibiliteit en lichaamssamenstelling.
Je kan niet fysiek actief zijn als je niet fysiek fit bent
Schema: gaat hier over health-related fitness
PF wordt bepaald in een context van leeftijd en gender
Aerobe capaciteit is vooral genetisch bepaald
Omgeving speelt een rol: als je in een land met slechte nutritie leeft, ga je zelf
ook een slechtere nutritie hebben
Deel troosters
,Les 1: Introductie
EXAMEN:
- Meerkeuze met gis: 40-50 vragen (vragen engels en nederlands)
- 4-5 vragen per cursus
- Totaal: 40-45 vragen met 4 antwoordopties
Grafieken
uren inactiviteit zijn
geassocieerd met mortaliteit
aantal uren dat je ligt of zit
zijn belangrijk: bv als je 1x/
dag intensief sport maar wel
veel zit, is dit ook niet zo goed
kort even rechtstaan
belangrijk om langdurig zitten/
liggen te onderbreken
vanaf een laag level sporten is
er al verbetering
algemene voorschriften voor
programma, maar moet
geïndividualiseerd worden
FITT: parameters om programma
op te stellen
- Frequency
- Intensity
- Type
- Time
Rationaal:
- Te weinig PA en veel sedentair gehad heeft een oorzakelijk verband met
het ontwikkelen van chronische ziektes doorheen de jaren
- Te weinig PA verergert morbiditeit van chronische ziektes
- Oefentherapie is een evidence-based behandeling voor veel chronische
ziektes (noncommunicable diseases / NCD’s)
- PA en oefentherapie zijn kerncomponenten voor kinés, ingebed in het
“Core Competency Profile for PT’s) in België
- Door een verouderende populatie is het behouden van fitheid en PA de
sleutel naar ‘affordable ageing’
, - Overheiddstimulansen voor meer/ behoud van PA voor alle burgers (bv
bewegingscoaches in wijk gezondheidscentra)
fysieke activiteit en fitheid zijn gelinkt
aan elkaar
Beide bepalen zowel fysieke als
mentale gezondheid
Bv P met longziekte worden
vaak depressief doordat ze
weinig bewegen
Leerdoelen
- Weten hoe je PA en PF moet screenen
- Wetenschappelijke evidentie van het (preventieve) effect van PA en PF
kennen
- Wettelijke beperkingen weten bij maximale inspanningstesten
- Kritische houding hebben tov screening tools en checklists naar mentale
gezondheid
- Risicoschatting kunnen maken van complicaties tijdens training, revalidatie
en sport
- Veilig evaluaties van training en trainingsprogramma’s kunnen opstellen
door risicostratificatie en voorbereidende screening
- Algemene principes kennen voor het ontwikkelen van
trainingsprogramma’s bij P met chronische ziektes en gezonde personen
die sporten
- Settings kennen waarbij revalidatie, oefentherapie en PA programma’s
kunnen aangeboden worden
- Rol van sociale support bij prestatie oefeningen begrijpen
- Risico van sport bij specifieke mentale aandoeningen begrijpen
- Relatie tussen training en mentale gezondheid begrijpen
- Begrijpen hoe je personen kan motiveren voor oefeningen en training
Hoe meten we fysieke
fitheid?
Eerst fysieke fitheid meten
voor we een programma
kunnen opstarten
Achtergrond van P
weten om gepaste
training te kunnen
opstellen
, Les 2: Assessment of Physical Fitness
Definitie
Volgens ACSM
Fitness = een fysiologische staat van welzijn die het risico op hypokinetische
ziekten vermindert, een basis voor deelname aan sport, en een goede
gezondheid, die iemand in staat stelt de taken van het dagelijks leven te
voltooien. Componenten omvatten cardiorespiratoir uithoudingsvermogen,
spierkracht, uithoudingsvermogen, flexibiliteit en lichaamssamenstelling.
Je kan niet fysiek actief zijn als je niet fysiek fit bent
Schema: gaat hier over health-related fitness
PF wordt bepaald in een context van leeftijd en gender
Aerobe capaciteit is vooral genetisch bepaald
Omgeving speelt een rol: als je in een land met slechte nutritie leeft, ga je zelf
ook een slechtere nutritie hebben