SAMENVATTING BEDRIJFSKUNDE HOOFDSTUK 4
4.1 de organisatieomgeving
Organisatieomgeving= alles wat buiten de organisatie ligt maar wel invloed heeft
op de organisatie.
Positief en negatief voor een bedrijf zijn.
Invloed van de algemene bedrijfsomgeving is uit te werken in
• de vraag aan de omgeving, what business are we in?
• De typen omgevingen, transactionele en contextuele omgeving.
4.1.1 What business are we in?
Door breed naar de omgeving van ene organisatie te kijken kan je op het juiste
moment veranderingen doorvoeren
What business are we in? -> Wie zijn wij en wat doen wij?
Bedrijf kan in deze vraag 3 kanten op gaan
• de bepaling van de onderneming door te kijken naar het product of de dienst
die het bedrijf levert.
• De bepaling van de omgeving door te kijken naar de markt waarop het bedrijf
actief is
• De bepaling van de omgeving door te kijken naar de door het bedrijf gebruikte
technologieën of processen.
4.1.2 typen omgevingen
Bedrijven maken/ leveren producten en/of diensten aan klanten. Ze betalen
ervoor en de omzet die hieruit volgt geeft het bedrijf de mogelijkheid om zijn
activiteiten te blijven uitvoeren.
Zonder omgeving is een bedrijf niks.
De bedrijf heeft ook te maken met de arbeidsmarkt -> aantrekken van personeel,
leveranciers (leveren van grondstoffen), banken (kapitaalverschaffing),
concurrenten, overheid (wetgever)
Samengevat = bedrijven zijn afhankelijk van hun omgeving
Omgeving bestaat uit partijen en situaties.
Traditionele omgeving = gevormd door partijen, bedrijven onderhouden met de
partijen contact bedrijven worden door deze partijen beïnvloed maar kunnen ook
invloed uitoefenen op de omgeving.
Voorbeelden -> afnemers, overheid, banken, leveranciers, arbeidsmarkt,
milieugroeperingen
Contextuele omgeving = situaties spelen een rol, situatie gaat over economie,
politiek, wetenschap en technologie, arbeidsmarkt en bedrijfstak, en sociaal-
maatschappelijke ontwikkelingen.
,Hebben invloed op het bedrijf, bedrijf kan er geen invloed op uitoefenen.
Voorbeelden ->sociaal-maatschappelijke veranderingen in het denken over
milieuvraagstukken kunnen leiden tot wetgeving, -> consequenties voor
grondstoffen, energiegebruik en productieprocessen
4.1.3 omgevingslagen
Interne belanghebbenden + externe belanghebbende = transsectionele
omgeving
Interne omgeving = contextuele omgeving
,4.2 De invloed van de indirecte omgeving op het bedrijf
De belangrijkste kansen en bedreigingen zijn afkomstig uit de indirecte omgeving
Analyse maken van de indirecte omgeving
• STEP-analyse
• Scenariomethode
4.2.1 de STEP-analyse
STEP-analyse
• Sociale
• Technologische
• Economische
• Politieke
Variabelen van een omgeving
Vraag die je moet beantwoorden
‘Welke STEP-variabelen vormen nu in de toekomst kansen of bedreigingen voor
het bedrijf?’
Als een bedrijf verschillende afdelingen in verschillende landen heeft zitten moet
er gekeken worden naar de politiek.
Als er revolutie/ machtsovername is kunnen rellen er voor zorgen dat de
bezetting van de fabriek verloren gaat.
4.2.2 de scenaroimethode
Soms is de toekomst van een bedrijf zo onzeker dat het niet te voorspellen is.
Ontwikkeld door Shell
, Bedrijf stelt verschillende toekomstscenario’s op die allemaal zouden kunnen
uitkomen.
De toekomstscenario’s inventariseren vooral de bedreigingen uit de indirecte
omgeving.
Het bedrijf stelt vervolgens draaiboeken op met reacties en tegenmaatregelen op
de scenario’s.
4.3 de invloed van de directe omgeving op het bedrijf.
Hou bij komende onderwerpen de relatie met de directe omgeving in gedachten.
De kansen en bedreigingen die voortvloeien uit de omgeving worden in kaart
gebracht
4.3.1 de analyse van de concurrentie in de bedrijfstak
Als je gaat kijken naar de concurrentie in de omgeving is het belangrijk om naar
de bedrijfstak te kijken.
Marktvormen
In een bedrijfstak bestaan verschillende marktvormen
- monopolie
- oligopolie
- polypolie
Oligopolie
Relatief weinig aanbieders
Bv = biermarkt
Polypolie
De consument speelt een grote rol
Bv brood
Monopolie
1 aanbieder
Bv = gemeenten bij verkoop van paspoorten/ rijbewijzen
Het vijfkrachten model van Porter
Gebruik -> kijken naar de concurrentie in de bedrijfstak.
4.1 de organisatieomgeving
Organisatieomgeving= alles wat buiten de organisatie ligt maar wel invloed heeft
op de organisatie.
Positief en negatief voor een bedrijf zijn.
Invloed van de algemene bedrijfsomgeving is uit te werken in
• de vraag aan de omgeving, what business are we in?
• De typen omgevingen, transactionele en contextuele omgeving.
4.1.1 What business are we in?
Door breed naar de omgeving van ene organisatie te kijken kan je op het juiste
moment veranderingen doorvoeren
What business are we in? -> Wie zijn wij en wat doen wij?
Bedrijf kan in deze vraag 3 kanten op gaan
• de bepaling van de onderneming door te kijken naar het product of de dienst
die het bedrijf levert.
• De bepaling van de omgeving door te kijken naar de markt waarop het bedrijf
actief is
• De bepaling van de omgeving door te kijken naar de door het bedrijf gebruikte
technologieën of processen.
4.1.2 typen omgevingen
Bedrijven maken/ leveren producten en/of diensten aan klanten. Ze betalen
ervoor en de omzet die hieruit volgt geeft het bedrijf de mogelijkheid om zijn
activiteiten te blijven uitvoeren.
Zonder omgeving is een bedrijf niks.
De bedrijf heeft ook te maken met de arbeidsmarkt -> aantrekken van personeel,
leveranciers (leveren van grondstoffen), banken (kapitaalverschaffing),
concurrenten, overheid (wetgever)
Samengevat = bedrijven zijn afhankelijk van hun omgeving
Omgeving bestaat uit partijen en situaties.
Traditionele omgeving = gevormd door partijen, bedrijven onderhouden met de
partijen contact bedrijven worden door deze partijen beïnvloed maar kunnen ook
invloed uitoefenen op de omgeving.
Voorbeelden -> afnemers, overheid, banken, leveranciers, arbeidsmarkt,
milieugroeperingen
Contextuele omgeving = situaties spelen een rol, situatie gaat over economie,
politiek, wetenschap en technologie, arbeidsmarkt en bedrijfstak, en sociaal-
maatschappelijke ontwikkelingen.
,Hebben invloed op het bedrijf, bedrijf kan er geen invloed op uitoefenen.
Voorbeelden ->sociaal-maatschappelijke veranderingen in het denken over
milieuvraagstukken kunnen leiden tot wetgeving, -> consequenties voor
grondstoffen, energiegebruik en productieprocessen
4.1.3 omgevingslagen
Interne belanghebbenden + externe belanghebbende = transsectionele
omgeving
Interne omgeving = contextuele omgeving
,4.2 De invloed van de indirecte omgeving op het bedrijf
De belangrijkste kansen en bedreigingen zijn afkomstig uit de indirecte omgeving
Analyse maken van de indirecte omgeving
• STEP-analyse
• Scenariomethode
4.2.1 de STEP-analyse
STEP-analyse
• Sociale
• Technologische
• Economische
• Politieke
Variabelen van een omgeving
Vraag die je moet beantwoorden
‘Welke STEP-variabelen vormen nu in de toekomst kansen of bedreigingen voor
het bedrijf?’
Als een bedrijf verschillende afdelingen in verschillende landen heeft zitten moet
er gekeken worden naar de politiek.
Als er revolutie/ machtsovername is kunnen rellen er voor zorgen dat de
bezetting van de fabriek verloren gaat.
4.2.2 de scenaroimethode
Soms is de toekomst van een bedrijf zo onzeker dat het niet te voorspellen is.
Ontwikkeld door Shell
, Bedrijf stelt verschillende toekomstscenario’s op die allemaal zouden kunnen
uitkomen.
De toekomstscenario’s inventariseren vooral de bedreigingen uit de indirecte
omgeving.
Het bedrijf stelt vervolgens draaiboeken op met reacties en tegenmaatregelen op
de scenario’s.
4.3 de invloed van de directe omgeving op het bedrijf.
Hou bij komende onderwerpen de relatie met de directe omgeving in gedachten.
De kansen en bedreigingen die voortvloeien uit de omgeving worden in kaart
gebracht
4.3.1 de analyse van de concurrentie in de bedrijfstak
Als je gaat kijken naar de concurrentie in de omgeving is het belangrijk om naar
de bedrijfstak te kijken.
Marktvormen
In een bedrijfstak bestaan verschillende marktvormen
- monopolie
- oligopolie
- polypolie
Oligopolie
Relatief weinig aanbieders
Bv = biermarkt
Polypolie
De consument speelt een grote rol
Bv brood
Monopolie
1 aanbieder
Bv = gemeenten bij verkoop van paspoorten/ rijbewijzen
Het vijfkrachten model van Porter
Gebruik -> kijken naar de concurrentie in de bedrijfstak.
