RECHTSMETHODIEK (semester 2)
Inleiding
a) recht in de samenleving
CASUS 1 :
-> algemeen : studenten willen de Staat dagvaarden om de klimaatdoelstellingen te
;;; behalen of minstens om een schadevergoeding te krijgen als dat niet gebeurt en zij ;;; ;;;
later daarvan de gevolgen moeten dragen
-> 5 opties als oplossing :
De Belgische Staat…
1. is niet juridisch verantwoordelijk
2. heeft de grondrechten van de burgers geschonden maar is niet burgerrechterlijk
aansprakelijk
3. heeft de grondrechten van de burgers niet geschonden maar is wel burgerrechterlijk
aansprakelijk
4. heeft de grondrechten van de burgers geschonden en is burgerrechterlijk
aansprakelijk maar de rechter mag geen bevel van maximale uitstoot opleggen
5. heeft de grondrechten van de burgers geschonden, is burgerrechterlijk aansprakelijk
en de rechter mag bevel van maximale uitstoot opleggen
-> het vinden van de oplossing :
• NIET TE VINDEN IN chat GPT, deepseek, etc.
o AI is verboden te gebruiken
o wel JURA BOOM raadplegen
• TE VINDEN IN 3 bronnen
o wetgeving :
▪ belangrijkste
▪ toepassing casus : buitencontractuele aansprakelijkheid, art. 2 EVRM en
art. 8 EVRM
o rechtspraak :
▪ toepassing zoeken van relevante regels
▪ toepassing casus : arrest EHRM tegen Zwitserland, art.2 EVRM buiten
beschouwing maar art. 8 EVRM wel gebruikt
o rechtsleer :
▪ anticiperen dus niet autoritair maar!! kan wel inspiratie zijn
▪ kijken naar andere klimaatzaken
ANTWOORD CASUS : optie 5 is geldend in BE
maar!! er is wel nog een zaak aanhanging bij het HvC waardoor we niet één uitsluitend
antwoord kunnen geven in afwachting van het arrest
1
,Deel 1 : Wetgeving
Hoofdstuk 1 : Normenhiërarchie
1.1 Herhaling objectief recht
-> verschil publiekrecht en privaatrecht (summa divisio) :
• privaatrecht (horizontale relatie) : relatie tussen burgers onderling
vb. verkoop laptop, geschil tussen buren,…
• publiekrecht (verticale relatie) : verhouding tussen burger en overheid (Staat)
vb. beroep op grondrechten,…
-> er zijn verschillende rechtstakken onder deze verdeling :
a) publiekrecht :
• grondwettelijk recht = recht over inrichting van de staatsmachten (WM, UM en RM),
hun onderlinge verhoudingen en de verhouding van inwoners t.o.v. de staat
• administratief recht = recht dat de bestuurlijke bedrijvigheid beheersen van de de UM
en de verhouding ervan t.o.v. burgers
• strafrecht (materieel strafrecht) = recht dat strafbare feiten aangeven en de
toepasselijke straffen opsommen waarmee zij worden gesanctioneerd
=> verhouding dader en staat
• strafprocesrecht (formeel strafrecht)= recht over het verloop van strafprocedure
• fiscaal recht = recht dat aangeeft hoe een overheid financiële middelen verwerft tot
financiering van haar taken (belastingen)
b) privaatrecht :
• burgerlijk recht = recht over de verhouding tussen burgers onderling
• onderemingsrecht = recht over rechtspositie van handelaars (ondernemingen) en de
rechtsbetrekkingen met handelaars (ondernemingen)
• gerechterlijk recht (privaatrechterlijk procesrecht) = recht over de middelen en
procedures om de naleving van het privaatrecht te verzekeren
• internationaal privaatrecht = recht over grensoverschrijdende privaatrechtelijke
situaties van toepassing tussen burgers van verschillende staten
2
, c) mengvormen :
• arbeidsrecht = recht over de collectieve en individuele rechtsverhoudingen tussen
werkgever(s) en werknemer(s)
o individueel = verhouding werkgever en werknemer
o collectief = verhouding vakbonden
• sociale zekerheidsrecht = recht dat de economische en sociale zwakkeren beschermt
tegen de risico’s van het leven via een solidair gesteunde regeling
o publieke verhouding
o private verhouding
• financieelrecht = recht dat het financiële gebeuren beheerst
HET KENNEN VAN DEZE TAKKEN IS BELANGRIJK VOOR OPLOSSEN CASUSSEN
!!! het onderscheid verwatert soms maar!! de essentie is er wel op gebasseerd !!!
belang voor dit vak : als we in data banken zoeken is deze onderverdeling nodig om structuur
te houden en de juiste resultaten te vinden voor een casus
• recht om maatschappij te structureren
• rechtsmethodiek om recht te structureren
1.2 Normenhiërarchie
-> de normenhiërarchie is te vergelijken met een waterval (cf. Kelsen, stüfenbau) :
• elke juridische norm ontleent rechtskracht aan een hogere norm
dus er is van boven meer rechtskracht dan vanonder
=> de onderste norm ontleent altijd zijn rechtskracht aan een hogere norm
• verondersteling dat lagere norm in overeenstemming moet zijn met de hogere
=> bij strijdigheid zal de lagere norm geen rechtskracht meer hebben
• vraag : Wie kan deze strijdigheid vaststellen?
antwoord : zie verder in cursus
-> voorbeeld : Coronaperiode waarbij alle regels MB’s waren
• veel mensen zeggen dat dit niet in overeenstemming was met de wetgeving
=> de wetgeving is een hogere rechtsnorm dan een MB
• vraag : Wie geeft de minister dan de bevoegdhed om normen uit te vaardigen?
o prakrijk : er was een heel overlegcomité
o theorie : het mag eigenlijk niet want het zou niet in overeenstemmign zijn met
hogere nomen dat de minister zo een hoge autoriteit heeft
• vraag : Hebben deze MB’s dan wel rechtskracht?
3
, a) Grondwet, bijzondere wet en
:: bijzonder decreet
b) wet, decreet en ordonnantie
c) verordeningen en besluiten van ::
:: de uitvoerende macht (MB en KB)
a) Grondwet, bijzondere wet en bijzonder decreet
-> Grondwet (Gw.) :
• Belgische Grondwet van 7 februari 1831
o 1994 : gecoördineerd en hernummerd
=> daarom ook gecoordieneerde grondwet van 17 februari 1994
o LET OP : nummering in teksten van VOOR en NA 1994
• hoe Grondwet wijzigen
o verklaring tot herziening
o nieuwe verkizeingen
o nieuw parlement kan als ‘constituanten’ de Grondwet veranderen wanneer
er…
▪ 2/3 aanwezig van de leden aanwezig is
▪ 2/3 van de aanwezige leden ‘’voor’’ stemt
• de laatste aanpassing : art. 7 bis Gw. voor de bescherming van dieren
o kritiek op wet :
▪ voor aanpassing : 2/3 aanwezig en 2/3 ‘’voor’’
▪ 150 parlementsleden waarvan 2/3 aanwezig moet zijn
dus 100 aanwezig waarvan 2/3 ‘’voor’’ moet zijn
=> 66 mensen die ‘’voor’’ stemmen
▪ dat is maar 66 van de 150
o bij deze wet was het er maar net over 66 voor-stemmen
-> bijzondere merderheidswetten (Bijz. W.) :
• aangenomen door federale wetgever met bijzondere meerderheid
o meerderheid per taalgroep in de Kamer en Senaat EN 2/3 in geheel
o wetten zijn ook enkel wijzigbaar met diezelfde bijzondere meerderheid
4
Inleiding
a) recht in de samenleving
CASUS 1 :
-> algemeen : studenten willen de Staat dagvaarden om de klimaatdoelstellingen te
;;; behalen of minstens om een schadevergoeding te krijgen als dat niet gebeurt en zij ;;; ;;;
later daarvan de gevolgen moeten dragen
-> 5 opties als oplossing :
De Belgische Staat…
1. is niet juridisch verantwoordelijk
2. heeft de grondrechten van de burgers geschonden maar is niet burgerrechterlijk
aansprakelijk
3. heeft de grondrechten van de burgers niet geschonden maar is wel burgerrechterlijk
aansprakelijk
4. heeft de grondrechten van de burgers geschonden en is burgerrechterlijk
aansprakelijk maar de rechter mag geen bevel van maximale uitstoot opleggen
5. heeft de grondrechten van de burgers geschonden, is burgerrechterlijk aansprakelijk
en de rechter mag bevel van maximale uitstoot opleggen
-> het vinden van de oplossing :
• NIET TE VINDEN IN chat GPT, deepseek, etc.
o AI is verboden te gebruiken
o wel JURA BOOM raadplegen
• TE VINDEN IN 3 bronnen
o wetgeving :
▪ belangrijkste
▪ toepassing casus : buitencontractuele aansprakelijkheid, art. 2 EVRM en
art. 8 EVRM
o rechtspraak :
▪ toepassing zoeken van relevante regels
▪ toepassing casus : arrest EHRM tegen Zwitserland, art.2 EVRM buiten
beschouwing maar art. 8 EVRM wel gebruikt
o rechtsleer :
▪ anticiperen dus niet autoritair maar!! kan wel inspiratie zijn
▪ kijken naar andere klimaatzaken
ANTWOORD CASUS : optie 5 is geldend in BE
maar!! er is wel nog een zaak aanhanging bij het HvC waardoor we niet één uitsluitend
antwoord kunnen geven in afwachting van het arrest
1
,Deel 1 : Wetgeving
Hoofdstuk 1 : Normenhiërarchie
1.1 Herhaling objectief recht
-> verschil publiekrecht en privaatrecht (summa divisio) :
• privaatrecht (horizontale relatie) : relatie tussen burgers onderling
vb. verkoop laptop, geschil tussen buren,…
• publiekrecht (verticale relatie) : verhouding tussen burger en overheid (Staat)
vb. beroep op grondrechten,…
-> er zijn verschillende rechtstakken onder deze verdeling :
a) publiekrecht :
• grondwettelijk recht = recht over inrichting van de staatsmachten (WM, UM en RM),
hun onderlinge verhoudingen en de verhouding van inwoners t.o.v. de staat
• administratief recht = recht dat de bestuurlijke bedrijvigheid beheersen van de de UM
en de verhouding ervan t.o.v. burgers
• strafrecht (materieel strafrecht) = recht dat strafbare feiten aangeven en de
toepasselijke straffen opsommen waarmee zij worden gesanctioneerd
=> verhouding dader en staat
• strafprocesrecht (formeel strafrecht)= recht over het verloop van strafprocedure
• fiscaal recht = recht dat aangeeft hoe een overheid financiële middelen verwerft tot
financiering van haar taken (belastingen)
b) privaatrecht :
• burgerlijk recht = recht over de verhouding tussen burgers onderling
• onderemingsrecht = recht over rechtspositie van handelaars (ondernemingen) en de
rechtsbetrekkingen met handelaars (ondernemingen)
• gerechterlijk recht (privaatrechterlijk procesrecht) = recht over de middelen en
procedures om de naleving van het privaatrecht te verzekeren
• internationaal privaatrecht = recht over grensoverschrijdende privaatrechtelijke
situaties van toepassing tussen burgers van verschillende staten
2
, c) mengvormen :
• arbeidsrecht = recht over de collectieve en individuele rechtsverhoudingen tussen
werkgever(s) en werknemer(s)
o individueel = verhouding werkgever en werknemer
o collectief = verhouding vakbonden
• sociale zekerheidsrecht = recht dat de economische en sociale zwakkeren beschermt
tegen de risico’s van het leven via een solidair gesteunde regeling
o publieke verhouding
o private verhouding
• financieelrecht = recht dat het financiële gebeuren beheerst
HET KENNEN VAN DEZE TAKKEN IS BELANGRIJK VOOR OPLOSSEN CASUSSEN
!!! het onderscheid verwatert soms maar!! de essentie is er wel op gebasseerd !!!
belang voor dit vak : als we in data banken zoeken is deze onderverdeling nodig om structuur
te houden en de juiste resultaten te vinden voor een casus
• recht om maatschappij te structureren
• rechtsmethodiek om recht te structureren
1.2 Normenhiërarchie
-> de normenhiërarchie is te vergelijken met een waterval (cf. Kelsen, stüfenbau) :
• elke juridische norm ontleent rechtskracht aan een hogere norm
dus er is van boven meer rechtskracht dan vanonder
=> de onderste norm ontleent altijd zijn rechtskracht aan een hogere norm
• verondersteling dat lagere norm in overeenstemming moet zijn met de hogere
=> bij strijdigheid zal de lagere norm geen rechtskracht meer hebben
• vraag : Wie kan deze strijdigheid vaststellen?
antwoord : zie verder in cursus
-> voorbeeld : Coronaperiode waarbij alle regels MB’s waren
• veel mensen zeggen dat dit niet in overeenstemming was met de wetgeving
=> de wetgeving is een hogere rechtsnorm dan een MB
• vraag : Wie geeft de minister dan de bevoegdhed om normen uit te vaardigen?
o prakrijk : er was een heel overlegcomité
o theorie : het mag eigenlijk niet want het zou niet in overeenstemmign zijn met
hogere nomen dat de minister zo een hoge autoriteit heeft
• vraag : Hebben deze MB’s dan wel rechtskracht?
3
, a) Grondwet, bijzondere wet en
:: bijzonder decreet
b) wet, decreet en ordonnantie
c) verordeningen en besluiten van ::
:: de uitvoerende macht (MB en KB)
a) Grondwet, bijzondere wet en bijzonder decreet
-> Grondwet (Gw.) :
• Belgische Grondwet van 7 februari 1831
o 1994 : gecoördineerd en hernummerd
=> daarom ook gecoordieneerde grondwet van 17 februari 1994
o LET OP : nummering in teksten van VOOR en NA 1994
• hoe Grondwet wijzigen
o verklaring tot herziening
o nieuwe verkizeingen
o nieuw parlement kan als ‘constituanten’ de Grondwet veranderen wanneer
er…
▪ 2/3 aanwezig van de leden aanwezig is
▪ 2/3 van de aanwezige leden ‘’voor’’ stemt
• de laatste aanpassing : art. 7 bis Gw. voor de bescherming van dieren
o kritiek op wet :
▪ voor aanpassing : 2/3 aanwezig en 2/3 ‘’voor’’
▪ 150 parlementsleden waarvan 2/3 aanwezig moet zijn
dus 100 aanwezig waarvan 2/3 ‘’voor’’ moet zijn
=> 66 mensen die ‘’voor’’ stemmen
▪ dat is maar 66 van de 150
o bij deze wet was het er maar net over 66 voor-stemmen
-> bijzondere merderheidswetten (Bijz. W.) :
• aangenomen door federale wetgever met bijzondere meerderheid
o meerderheid per taalgroep in de Kamer en Senaat EN 2/3 in geheel
o wetten zijn ook enkel wijzigbaar met diezelfde bijzondere meerderheid
4