100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Volledige samenvatting metabolisme eerste jaar geneeskunde

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
144
Geüpload op
16-05-2025
Geschreven in
2024/2025

Deze samenvatting bevat alle leerstof die te kennen in voor het vak metabolisme, gegeven door prof. David Cassiman. Het is gebaseerd op de E-learnings met extra uitleg van de prof.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
16 mei 2025
Aantal pagina's
144
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

METABOLISME
H1 BIOMOLECULEN
1. Overzicht

4 belangrijke klassen van biomoleculen:

- Suikers / koolhydraten
- Lipiden / vetten: vetzuren en glycerol
- Proteïnen / eiwitten: aminozuren, peptiden
- Nucleïnezuren (RNA en DNA): nucleotiden (ATP) en basen

Alle levensvormen op aarde gebruiken deze biomoleculen:

- Zelfde bouwstenen, zelfde bindingen
- Variaties in details, heel veel soorten
- Allemaal opgelost in waterig milieu: gedrag van biomoleculen sterk beïnvloedt door aan- of afwezigheid van water

1.1. Water

Meest voorkomende biomolecule in ons lichaam:

- Persoon van 65kg: 2500 mol water = 1027 moleculen
- 70% van lichaamsmassa, 99% van alle moleculen in lichaam
- Waterconcentratie bloed: 50 mol/liter

1/100 miljoen ionen: ionisatie tot H+ en OH- → veroorzaakt belangrijke zuurbase eigenschappen van water

Ook hoge warmtecapaciteit: goed voor stabiele lichaamstemperatuur

Meeste biomoleculen interageren met water: sterk/zwak

- Sterke interacties van hydrofiele moleculen: oplossen in water
- Zwakke interacties van hydrofobe moleculen: bijeendrijven weg v water → vetdruppels en biologische membranen
- Ook kleinere structuren opgelost in water: ionen, metabolieten

2. Suikers / koolhydraten
2.1. Algemene info
- Bouwstenen: monosachariden
- Bindingen: glycosidebindingen → disachariden, oligosachariden, polysachariden
- Niet gecodeerd in het genoom (wel enzymen die suikers maken, suikers zelf niet)
- Polymeren: geen unieke grootte → molecuulmassa is variabel getal
- Meest abundante biomoleculen op aarde (cellulose, chitine)
- Belang: voeding, metabolisme, biomedische toepassingen

Pathologie:

- Cariës (tandglazuur)
- Cardiovasculaire ziekten
- Leververvetting
- Diabetes

2.2. Stereochemie van suikers = dezelfde atomen, andere conformaties

Fisherprojectie van chirale centra:

- Spiegelbeelden v koolstofskelet: chirale centra
- Glucose: 4 chirale centra (C6) → 24 = 16 isomeren
- Epimeren: verschillen op 1 plaats

Belang:

- Metabolisme: worden anders bekeken door enzymen
- Scheiding kan niet op basis van moleculair gewicht: weegt even veel → andere technieken nodig

, CH2OH
O HOCH2
Sucrose O
Haworth projectie: glucose fructose
alfa-1 ® 2
OH
O
HO
CH2OH CH2OH
HO CH2OH
OH
OH O HO O OH
- Binding ontstaat tussen C1 en C5 →CH 6-ringstructuur
OH
HO
CH OH
2 2 H C OH OH
- Alfa-glucose: OH naar onder Lactose
HO O O OH
OH HO OH
H C
Bèta-glucose: OH naar boven OH
galactose glucose OH O OH
bèta-1 ® 4
OH
alfa-anomeer bèta-D-galactose
HO C H
- Binding tussen 2 glucoses (=maltose) meestal OH alfa-
OH CH2OH
H C OH OH CH2OH
binding in natuur CH OH CH OH
2 2 O
O
OH
O O OH H C O OH
Maltose CH2OH Norman Haworth OH OH
glucose glucose OH OH
CH2OH HO HO O (1883-1950)
alfa-1 ® 4 O
HO OH OH HO
OH OH D-glucose bèta-anomeer HO OH bèta-D-mannose

2.3. Disachariden

3 belangrijke disachariden: belang in voeding en spijsvertering CH2OH
O HOCH2
Sucrose O
Sucrose / sacharose = “suiker”: glucose + fructose via α1-2 binding glucose fructose OH HO
alfa-1 ® 2 O
HO CH2OH
- Sucroseverbruik: relatie met cariës (tandbederf) en obesitas/diabetes OH HO
- In planten: bieten, honing … CH2OH
CH2OH
HO O OH
Lactose = “melksuiker”: galactose + glucose via β1-4 binding Lactose O
galactose glucose OH O OH
bèta-1 ® 4
- Belangrijkste suiker in moedermelk en koemelk
- Uitvinding van zoogdieren OH OH
CH2OH CH2OH
Maltose: glucose + glucose via α1-4 binding O O OH
Maltose
glucose glucose OH OH
- Tussenproduct in spijsvertering van zetmeel en bierproductie (mouten) alfa-1 ® 4 O
HO
OH OH
2.4. Oligosachariden
- Belang voor de structuur van membranen (zie ook bloedgroepen)
o 3 tot 10 moleculen verbonden aan elkaar
- Heel veel mogelijkheden: veel varianten, bouwstenen kunnen op veel manieren binden
o Soorten bouwstenen
o Soorten glycosidebindingen
- Ingewikkelde informatica → belangrijk voor cel-cel interacties, receptor-ligand interacties of eiwit-eiwit interacties

Glycoproteïnen: suikerstruiken op eiwitten

- O-gebonden: AZ met -OH (serine, threonine)
- N-gebonden: AZ met -NH (asparagine)
- Bloedgroepen: afhankelijk van suikerbomen

Glycolipiden: lipiden met suikerstruiken, polaire bedekking van membranen,
belangrijk voor membraanstructuur (vormen laagje op membranen)



2.5. Polysachariden
- Cruciale structuur-gevende moleculen
- Stijve structuur: waterstofbruggen (H-OH) + glycosidebindingen (β1-4)

Cellulose: belangrijkste structuurpolymeer planten OH OH
CH2OH CH2OH
(homopolymeer: 1 bouwsteen, glucose) O O HO O O HO O
O O O
O
- Celwanden HO OH CH2OH HO OH CH2OH
- Houtvezels glucose glucose cellulose
bèta-1 ® 4
Chitine: belangrijkste structuurpolymeer ongewervelde dieren GlcNac GlcNac chitine
(bouwsteen: GlcNac)
N-acetyl CH2OH N-acetyl
CH2OH HO
HO O O
N-acetylglucosamine
O
-
O O
O O O
O
- Insecten (exoskelet) HO CH2OH HO N-acetyl CH2OH
N-acetyl
- Schaaldier (pantser)

,Glucosaminoglycanen:

- Bouwstenen afgeleiden van reguliere suikers (carboxylgroepen, aminogroepen, sulfaatgroepen)
- Sterk polair, negatieve ladingen (verschil met bovenstaande polysachariden) → binden veel water
o Aanleiding tot meer waterige/visceuze mengsels
- Repeterende disacharide-eenheid, zeer lange strengen
- Sommige zijn covalent verbonden aan eiwit → proteoglycanen
o Functies in extracellulaire ruimte: bindweefsel, bloedbaan, kraakbeen, gewrichten …
- 2 voorbeelden:
o Hyaluronzuur: geen proteoglycaan HO
CH OH bèta- 2 CH OH 2 CH OH 2
O 1 4 HO O HO
CH OH bèta- O
▪ Belang: in glasachtig lichaam (oog), O
COO
COO HO
O -
O 1 O
-
4 COO HO
O
2 CH OH
O O
-
-
COO
O HO
2 CH OH
O
- 2

O O N- O COO N- O COO -
N-
navelstreng, gewrichtsvloeistof (smeren) O O O
acetyl O O
bèta- N- acetyl
N- acetyl
HO OHO HO OH O HO OH O N-
1 3 acetyl
▪ Veel water, visceus HO glucuronzuur
OH
bèta-
1 3
HO
N-acetylglucosamine
acetyl
OHHyaluronzuur HO OH
acetyl

o Heparine: wel proteoglycaan (sulfaatgroepen) glucuronzuur N-acetylglucosamine
S alfa-1 4
COO
Hyaluronzuur
S
CH COO
-
S
CH - 2
COO CH -
S S
2
O
▪ Belangrijk in bloedvatwand O
2
O O O
S O O O
O alfa-1 4 O O
COO CH -
O
CH - COO CH - 2
2
COO 2
O O O O
O O O
(bekleding, endotheelcellen)
O
O N
O
O
N HO
N S HO
O HO
HO
S HO S HO
S
S HO S
N HO N
▪ Natuurlijke antistolling HO
S
alfa-1
glucuronzuur-
N
HO 4glucosamine-
S
S HO
S
S HO
S
2-O-sulfaat
alfa-1 4 2,6-disulfaat Heparine
▪ Medische toepassing antistolling: glucuronzuur- glucosamine-
Heparine
2-O-sulfaat 2,6-disulfaat
medicatie, venapunctiebuisjes vullen

Polysacharidemoleculen voor energieopslag:

Zetmeel:
- Onvertakt: amylose (α1-4)
- Vertakt: amylopectine (α1-6)
- D-glucose polymeer, belangrijkste energiereserve in planten

Glycogeen:

- Functioneel belangrijke (maar mineure)
energiereserve in lever en spieren
o Lever: bloedglucose bufferen
o Spieren: in witte vezels, voor snelle
spiercontractie (snelle vrijgave ATP)
- Vertakkingen
- In centrum klein eiwit: glycogenine

Dextranen:

- Energiereserve en schuilhol van bacteriën in mondholte
- Spelen rol in ontstaan van tandplaque en tandsteen

3. Vetten / lipiden
3.1. Algemene info
- Bouwstenen: vetzuren en alcoholdrager (glycerol, cholesterol)
- Bindingen: ester- en etherbindingen
- Chemisch zeer divers, maar altijd hydrofoob effect (zwak/niet interageren met water)
- Niet gecodeerd in het genoom (wel de enzymen die lipiden aanmaken)
- Belang: voeding, metabolisme, membranen, biomedische toepassingen
o Atherosclerose
o Gezonde (plantaardige vetten) en minder gezonde (dierlijke vetten) voeding

3.2. Vetzuren

Lengte: even aantal C-atomen (door synthesemechanisme), onvertakte koolwaterstofstaarten

Bindingen: verzadigde vetzuren (alleen enkelvoudige bindingen) vs onverzadigde vetzuren (cis dubbele bindingen)

Namen: triviale namen kennen, structuren herkennen

Belang: vrije vz zijn belangrijke metabolieten, vz veresteren aan alcoholgroep → lipiden

, O
HO CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 C O CH2
H3C CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2
3.3. Triglyceriden = triacyl-glycerolen HO CH
O
CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 C O CH

Opbouw: 3 vz (onvertakt) veresterd met 3 OH-groepen van glycerol H3C CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2
O
HO CH2 O CH2
CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 C

Bindingen: glycerol H3C CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2 CH2



- Verzadigde vetzuren: alleen enkelvoudige bindingen → dierlijke vetten, hoge smelttemperatuur (semi-vast)
- Onverzadigde vetzuren: ook cis dubbele bindingen → plantaardige olie of visolie, lage smelttemperatuur (vloeibaar,
door knik, minder mooi gerangschikt, onstabieler)

Verklaring: zwakke Vanderwaals interacties, meer uitgesproken bij verzadigde vz

Belang:

- Belangrijke macronutriënt → energie
- Belangrijke energievoorraad → vetweefsel

3.4. Membraanlipiden: glycerolipiden en sfingolipiden

Belang: amfipatische structuren met polaire kop en apolaire CH-staarten → bijeengedreven tot dubbellagen

Opbouw glycerolipiden:

- 2 vz (verzadigd/onverzadigd) op naast elkaar gelegen OH-groepen van glycerol
- 3e OH: veresterd met fosfaatgroep = samen fosfatidylgroep
- 4 klassen, afhankelijk van extra groep op fosfatidyl:
choline, ethanolamine, serine, inositol

Opbouw sfingolipiden:

- 1 vz (verzadigd/onverzadigd) op amino-alcohol sfingosine
- Fosfaatgroep (choline) of suikergroepen op sfingosine



3.4.1. Ontstaan lipidendubbellaag

Amfipatische structuren:

- Polaire koppen: interactie met water → hydrofiel
- Apolaire groepen wegdrijven van waterveld → hydrofoob
- Maximale opstapeling als dubbellagen

Belang: biologische membranen vormen, grenzen van cellen en subcellulaire organellen

- Waterveld compartimentaliseren in microscopisch kleine entiteiten
- Onverzadigde vz geven lagere smelt-temperatuur → hogere fluïditeit

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
luccadebeer Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
15
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
8
Laatst verkocht
1 week geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen