Woordenlijst OPO Sociale Inclusie en Diversiteit 2
Thema 1: Beeldvorming
Stereotype
= een vaststaand, vereenvoudigd en vaak overdreven beeld van een groep mensen
of een bepaalde cultuur. Kunnen zowel positief als negatief zijn.
Vooroordeel
= negatieve inhoud of mening over een persoon of groep gebaseerd op
vooringenomen ideeën, zonder feitelijke kennis of persoonlijke ervaring
Kan leiden tot discriminatie en sociale ongelijkheid
(indirecte of directe) discriminatie
= het onrechtvaardig en ongelijk behandelen van mensen op basis van kenmerken
zoals ras, geslacht, religie,…
Direct: openlijk en expliciet
Indirect: subtieler, verborgen in beleid of praktijken die neutraal lijken, maar wel
bepaalde groepen benadelen
Racisme
= het geloof de superioriteit van 1 ras boven het ander
Leidt tot vooroordelen en discriminatie op basis van ras of etniciteit
Kan zich uiten in individuele acties, institutionele praktijken en culturele normen die
bepaalde rassen of groepen uitsluiten
Framing
= verwijst naar de manier waarop informatie wordt gepresenteerd en
geïnterpreteerd, kan beïnvloeden hoe mensen gebeurtenissen of problemen
waarnemen en begrijpen
Priming
= een onbewuste invloed vanuit het verleden of de omgeving op je geheugen en
gedrag
Confi rmation bias
= de neiging om informatie te zoeken die bestaande overtuigingen bevestigt
Mediatisering
= het proces waarbij de media een steeds grotere invloed heeft op de samenleving
en de manier waarop mensen communiceren
Benadrukt de rol van media in het vormgeven van cultuur, politiek en het
dagdagelijks leven
Representatie
= heeft betrekking op hoe mensen, groepen, ideeën en gebeurtenissen worden
weergegeven in de media en cultuur
Wie wordt afgebeeld, hoe worden ze afgebeeld?
Salience ervaring
= verwijst naar de mate waarin bepaalde info of stimuli opvallen en de aandacht
trekken in een bepaalde context
, Culturaliseren
= het benadrukken of beklemtonen van culturele aspecten in gedrag, interactief of
beleidsvorming
Het kan ook verwijzen naar het proces waarbij culturele identiteit en verschillen
worden benadrukt in de analyse of behandeling van sociale problemen
Thema 2: Superdiversiteit
Emancipatie
= proces waarin individuen of groepen strijden voor gelijke rechten, vrijheden en
kansen
Globalisering
= proces van toenemende wereldwijde verbindingen en wederzijdse afhankelijkheid
van landen door de groei van internationale handel, investeringen,…
Glokalisering
= combinatie van lokalisering en globalisering
Verwijst naar de aanpassing van mondiale producten, ideeën,…
Proces laat zien hoe culturen reageren op en interactie hebben met wereldwijde
trends
Transnationalisme
Sociale, economische en politieke processen die nationale grenzen overstijgen
Benadrukt de verbinding en relaties tussen mensen gemeenschappen en
organisaties in verschillende landen, waarbij men vaak een meervoudige identiteit
en loyaliteit heeft
Transmigratie
= fenomeen waarbij individuen of groepen regelmatig heen en weer bewegen tussen
twee of meer landen, in plaats van zich permanent te vestigen
Perspectiefwissel
= het vermogen om een situaties, probleem of concept vanuit verschillende
standpunten te bekijken
Integratie
= proces waarbij individuen of groepen zich aanpassen en opgenomen worden in
een nieuwe samenleving, terwijl ze hun eigen cultuur en identiteit behouden
Majority-minority cities
= steden waarin geen enkele etnische of raciale groep een meerderheid vormd
De demografische samenstelling is zodanig dat verschillende minderheidsgroepen
samen de meerderheid van de bevolking vormen
De paradox van superdiversiteit
= verwijst naar de complexe dynamiek waarbij toenemende diversiteit binnen een
samenleving niet automatisch leidt tot meer inclusie en begrip
Er kunnen in plaats daarvan nieuwe vormen van uitsluiting en fragmentatie ontstaan
Creolisering
= proces waarin verschillende culturen samenkomen en nieuwe vormen van cultuur,
taal en identiteit creëren
Thema 1: Beeldvorming
Stereotype
= een vaststaand, vereenvoudigd en vaak overdreven beeld van een groep mensen
of een bepaalde cultuur. Kunnen zowel positief als negatief zijn.
Vooroordeel
= negatieve inhoud of mening over een persoon of groep gebaseerd op
vooringenomen ideeën, zonder feitelijke kennis of persoonlijke ervaring
Kan leiden tot discriminatie en sociale ongelijkheid
(indirecte of directe) discriminatie
= het onrechtvaardig en ongelijk behandelen van mensen op basis van kenmerken
zoals ras, geslacht, religie,…
Direct: openlijk en expliciet
Indirect: subtieler, verborgen in beleid of praktijken die neutraal lijken, maar wel
bepaalde groepen benadelen
Racisme
= het geloof de superioriteit van 1 ras boven het ander
Leidt tot vooroordelen en discriminatie op basis van ras of etniciteit
Kan zich uiten in individuele acties, institutionele praktijken en culturele normen die
bepaalde rassen of groepen uitsluiten
Framing
= verwijst naar de manier waarop informatie wordt gepresenteerd en
geïnterpreteerd, kan beïnvloeden hoe mensen gebeurtenissen of problemen
waarnemen en begrijpen
Priming
= een onbewuste invloed vanuit het verleden of de omgeving op je geheugen en
gedrag
Confi rmation bias
= de neiging om informatie te zoeken die bestaande overtuigingen bevestigt
Mediatisering
= het proces waarbij de media een steeds grotere invloed heeft op de samenleving
en de manier waarop mensen communiceren
Benadrukt de rol van media in het vormgeven van cultuur, politiek en het
dagdagelijks leven
Representatie
= heeft betrekking op hoe mensen, groepen, ideeën en gebeurtenissen worden
weergegeven in de media en cultuur
Wie wordt afgebeeld, hoe worden ze afgebeeld?
Salience ervaring
= verwijst naar de mate waarin bepaalde info of stimuli opvallen en de aandacht
trekken in een bepaalde context
, Culturaliseren
= het benadrukken of beklemtonen van culturele aspecten in gedrag, interactief of
beleidsvorming
Het kan ook verwijzen naar het proces waarbij culturele identiteit en verschillen
worden benadrukt in de analyse of behandeling van sociale problemen
Thema 2: Superdiversiteit
Emancipatie
= proces waarin individuen of groepen strijden voor gelijke rechten, vrijheden en
kansen
Globalisering
= proces van toenemende wereldwijde verbindingen en wederzijdse afhankelijkheid
van landen door de groei van internationale handel, investeringen,…
Glokalisering
= combinatie van lokalisering en globalisering
Verwijst naar de aanpassing van mondiale producten, ideeën,…
Proces laat zien hoe culturen reageren op en interactie hebben met wereldwijde
trends
Transnationalisme
Sociale, economische en politieke processen die nationale grenzen overstijgen
Benadrukt de verbinding en relaties tussen mensen gemeenschappen en
organisaties in verschillende landen, waarbij men vaak een meervoudige identiteit
en loyaliteit heeft
Transmigratie
= fenomeen waarbij individuen of groepen regelmatig heen en weer bewegen tussen
twee of meer landen, in plaats van zich permanent te vestigen
Perspectiefwissel
= het vermogen om een situaties, probleem of concept vanuit verschillende
standpunten te bekijken
Integratie
= proces waarbij individuen of groepen zich aanpassen en opgenomen worden in
een nieuwe samenleving, terwijl ze hun eigen cultuur en identiteit behouden
Majority-minority cities
= steden waarin geen enkele etnische of raciale groep een meerderheid vormd
De demografische samenstelling is zodanig dat verschillende minderheidsgroepen
samen de meerderheid van de bevolking vormen
De paradox van superdiversiteit
= verwijst naar de complexe dynamiek waarbij toenemende diversiteit binnen een
samenleving niet automatisch leidt tot meer inclusie en begrip
Er kunnen in plaats daarvan nieuwe vormen van uitsluiting en fragmentatie ontstaan
Creolisering
= proces waarin verschillende culturen samenkomen en nieuwe vormen van cultuur,
taal en identiteit creëren