HOOFDSTUK 5: ELEKTRICITEIT
INHOUD
5.1 productie
5.2 levering
5.3 basisbegrippen
5.3.1 elektriciteit
5.3.2 isolatoren, geleiders en halfgeleiders
5.3.3 spanning (u)
5.3.4 stroomsterkte (I)
5.3.5 weerstand (R )
5.3.6 vermogen (P)
5.3.7 elektrische warmte
5.4 de huisinstallatie
5.4.1 wetgeving
5.4.2 de aansluiting
5.4.3 het vermogen
5.4.4 onderdelen
5.4.5 veiligheid
5.4.6 elektrische schema’s en situatieplannen
5.4.7 domotica
5.5 wetgeving
5.5.1 gelijksvormigheidscontrole voor de ingebruikname
5.5.2 controlebezoeken bij bestaande elektrische installaties
5.5.3 plichten van de eigenaar
5.6 pv-systemen
5.6.1 de zon als energiebron
5.6.2 elektriciteit uit zonlicht
5.6.3 de pv-installatie
5.6.4 wetgeving
5.7 elektrische wagens
5.7.1 verbruik van elektrische wagens
5.7.2 opladen van de accu
1 PRODUCTIE
• Basisenergie die wordt omgezet in elektriciteit
1
, o Basisenergie = primaire energie
• Van elektrische centrale naar gebruiker
o In centrale primaire energie omgezet in elektrische energie
o Tot bij klant door netwerk aan transmissielijnen én distributienetten
= gecentraliseerde productie
• Lokale productie
o Door klant zelf of door lokaal distributienetwerk
2 LEVERING
• Elektrische centrales produceren elektriciteit en leveren via hoogspanningslijnen
• Distributienetbeheerder is verantwoordelijk voor:
o Bouwen, onderhouden en beheren van distributienetten
o Distributie van elektriciteit
o Uitvoering van openbare dienstverplichtingen
o Vervoeren op vraag van de leverancier
• Distributienetbeheerder vrije markt
o Zorgen voor aansluiting
3 BASISBEGRIPPEN
ELEKTRICITEIT
= vorm van energie
• Ontstaat door verschil tussen 2 platen met verschillend geladen oppervlak
o Verschil = spanning
• Door die spanning ontstaat stroom
• Grootte van elektrische stroom afhankelijk van weerstand tussen 2 geladen platen
o Hoeveelheid stroom = stroomsterkte
ISOLATOREN, GELEIDERS EN HALFGELEIDERS
3 groepen:
1. Geleiders
o Geleiden elektrische stroom
2. Isolatoren
o Geleiden geen elektrische stroom
o Isoleren van elektrische kabels
3. Halfgeleiders
o Afhankelijk van omstandigheden
o Normaal: slechte geleiders
o Bepaalde: goede geleiders
SPANNING (U)
= hoe groot verschil tussen 2 geladen delen
→ Potentiaalverschil
2
, • Uitgedrukt in volt
• 2 soorten:
o Gelijkspanning
Batterijen
o Wisselspanning
Stopcontacten
= 2 geleiders voor nodig, een fase en een neutrale
STROOMSTERKTE (I)
= hoeveelheid elektriciteit die vloeit
• Letter I
o Intensité
• Uitgedrukt in Ampère
WEERSTAND (R)
• Iets wordt tegengehouden
• = hoe goed of hoe slecht de stroom door geleider vloeit, hoe meer of minder
weerstand
• Letter R
o Résistance
• Letter omega
VERMOGEN (P)
• Hoe krachtig
• Uitgedrukt in Watt
• Letter P
o Puissance
• Wat?
o Resultaat van de vermenigvuldiging van de spanning met de stroomsterkte
• Formule : P + U x I
• Verbruik ?
o Rekening met vermogen + leeftijd van toestel
o Uitgedrukt in kWh
ELEKTRISCHE WARMTE
• Door weerstand produceert elektrische stroom warmte
• Soms nevenproduct
• Soms gewenste resultaat
o Bv vaatwas, wasmachine, …
4 DE HUISINSTALLATIE
WETGEVING
Boek 1
3
INHOUD
5.1 productie
5.2 levering
5.3 basisbegrippen
5.3.1 elektriciteit
5.3.2 isolatoren, geleiders en halfgeleiders
5.3.3 spanning (u)
5.3.4 stroomsterkte (I)
5.3.5 weerstand (R )
5.3.6 vermogen (P)
5.3.7 elektrische warmte
5.4 de huisinstallatie
5.4.1 wetgeving
5.4.2 de aansluiting
5.4.3 het vermogen
5.4.4 onderdelen
5.4.5 veiligheid
5.4.6 elektrische schema’s en situatieplannen
5.4.7 domotica
5.5 wetgeving
5.5.1 gelijksvormigheidscontrole voor de ingebruikname
5.5.2 controlebezoeken bij bestaande elektrische installaties
5.5.3 plichten van de eigenaar
5.6 pv-systemen
5.6.1 de zon als energiebron
5.6.2 elektriciteit uit zonlicht
5.6.3 de pv-installatie
5.6.4 wetgeving
5.7 elektrische wagens
5.7.1 verbruik van elektrische wagens
5.7.2 opladen van de accu
1 PRODUCTIE
• Basisenergie die wordt omgezet in elektriciteit
1
, o Basisenergie = primaire energie
• Van elektrische centrale naar gebruiker
o In centrale primaire energie omgezet in elektrische energie
o Tot bij klant door netwerk aan transmissielijnen én distributienetten
= gecentraliseerde productie
• Lokale productie
o Door klant zelf of door lokaal distributienetwerk
2 LEVERING
• Elektrische centrales produceren elektriciteit en leveren via hoogspanningslijnen
• Distributienetbeheerder is verantwoordelijk voor:
o Bouwen, onderhouden en beheren van distributienetten
o Distributie van elektriciteit
o Uitvoering van openbare dienstverplichtingen
o Vervoeren op vraag van de leverancier
• Distributienetbeheerder vrije markt
o Zorgen voor aansluiting
3 BASISBEGRIPPEN
ELEKTRICITEIT
= vorm van energie
• Ontstaat door verschil tussen 2 platen met verschillend geladen oppervlak
o Verschil = spanning
• Door die spanning ontstaat stroom
• Grootte van elektrische stroom afhankelijk van weerstand tussen 2 geladen platen
o Hoeveelheid stroom = stroomsterkte
ISOLATOREN, GELEIDERS EN HALFGELEIDERS
3 groepen:
1. Geleiders
o Geleiden elektrische stroom
2. Isolatoren
o Geleiden geen elektrische stroom
o Isoleren van elektrische kabels
3. Halfgeleiders
o Afhankelijk van omstandigheden
o Normaal: slechte geleiders
o Bepaalde: goede geleiders
SPANNING (U)
= hoe groot verschil tussen 2 geladen delen
→ Potentiaalverschil
2
, • Uitgedrukt in volt
• 2 soorten:
o Gelijkspanning
Batterijen
o Wisselspanning
Stopcontacten
= 2 geleiders voor nodig, een fase en een neutrale
STROOMSTERKTE (I)
= hoeveelheid elektriciteit die vloeit
• Letter I
o Intensité
• Uitgedrukt in Ampère
WEERSTAND (R)
• Iets wordt tegengehouden
• = hoe goed of hoe slecht de stroom door geleider vloeit, hoe meer of minder
weerstand
• Letter R
o Résistance
• Letter omega
VERMOGEN (P)
• Hoe krachtig
• Uitgedrukt in Watt
• Letter P
o Puissance
• Wat?
o Resultaat van de vermenigvuldiging van de spanning met de stroomsterkte
• Formule : P + U x I
• Verbruik ?
o Rekening met vermogen + leeftijd van toestel
o Uitgedrukt in kWh
ELEKTRISCHE WARMTE
• Door weerstand produceert elektrische stroom warmte
• Soms nevenproduct
• Soms gewenste resultaat
o Bv vaatwas, wasmachine, …
4 DE HUISINSTALLATIE
WETGEVING
Boek 1
3