BLOK 1.1: onderwijsgroepen
OG 1:
1. Geheugen
3 fasen-model (fig 2.2.24)
Zintuigelijke geheugen
o Prikkels opvangen en max 2” vasthouden, juist genoeg om prikkel te herkennnen
o Nabeeld = korte beschikking over zintuigelijke info, vasthouden voor het herkennen
o Enkel prikkels die jouw aandacht trekken blijven (en w nr KTG gestuurd)
o Visuele info iconische geheugen
o Geluidsprikkels echoïsch geheugen
o Selectie v info
o Echoïsch geheugen = audentief
Korte termijn geheugen (KTG)
o Grote hoeveelheid info
o +/- 7 afzonderlijke eenheden info te onthouden
o Info langer in KTG houden door inwendig (audentief/visueel) te herhalen
o 7 chunks = zo groot mogelijke zinvolle eenheden
Chunking = proces om iznvolle eenheden te vormen
o Werkgeheugen: bewerken, organiseren en overdenken
o Beperkte opslagcapaciteit
o Opslagcode: beeld en geluid
Lange termijn geheugen (LTG)
o Opslagcode = onbeperkt (zolang hersenen optimaal functioneren)
o Van KT naar LT door voldoende herhaling
Onderhoudsherhaling = eenvoudige herhaling zonder materiaal te bewerken
Verdiepende herhaling = materiaal wordt hier wel bewerkt = inprenten,
verbonden met wat er al was
o Opslagcode: betekenis
o Soorten kennis
Declaratieve kennis (expliciet/bewust oproepen)
Info die we kunnen beschrijven
Algemene kennis
Semantisch geheugen
o Opslaan + bewaren v betekenissen, niet gekoppeld aan
persoonlijke ervaringen
Episodisch geheugen
o Persoonlijke ervaringen gekoppeld aan bepaalde plaats en
tijd
o Vb eerste schooldag
Niet-declaratieve kennis (impliciet)
Niet bewust op te roepen
, Conditionering
Procedurele kennis
o =hoe de activiteit uitvoeren (bv leren fietsen niet
verleerd)
o Zonder probleem activi uitvoeren, niet in staat uitleggen
(weinig vergeten)
GEHEUGENPROCES (opnemen v info)
gewilde opnamen (2processen):
Analyse
o (eerst analyse c elementaire kenmerken (lijnen, tonen, helderheid,..), patroon
herkennen, betekenis beschikbaar
Opgeroepen voorstellingen vormen In actieve geheugen/werkgeh KTG
Niet opgeroepen voorstellingen behoren tot passieve geh LTG
Verwerking
o Hoe dieper info w verwerkt, hooe groter de kans op onthouden
o Herhaling = belangrijk !
Onderhoudende herhaling (korte tijd, vb telefoonnummer)
Verdiepende herhaling (geg diepgaand gaan verwerken)
o Structuur biedt geheel
o Mnemotechnische middelen = technieken die persoon gebruikt om info makkelijker
op te slaan / uit geheugen op te roepen
automatische opname (zonder moeite/aandacht)
Bewaren van info
o Tijdsvordering minder herinneren
o Geheugenspoor korte tijd nodig om zich in te vormen
, Oproepen v opgeslagen info
o Info moet geprikkeld w
o Versch methoden om info trg op te roepen
Actief
Spontaan
Identificeren
Eerder ingestudeerde info is later makkelijker trg op te roepen
o Interferentietheorie
=ouder en nieuwe info door elkaar halen
Pro-acteive I: moeilijk nieuwe info opslaan omdat oude info in de weg staat
Retro-actieve I: moeilijk oude info opslaan omdat nieuwe info in de weg
staat
o Constructie
Gaten id constructie (=onbetrouwbaar)
o Omgeving
Iets willen doen en ergens aangekomen vergeten wat. Terug gaan naar de
plaats kan helpen je te herinneren wat je ging doen
Omgeving waarin we iets inprenten, proberen te herinneren = groot belang
Vergeten
2 oorzaken
o Info is niet opgeslagen
o Beschikbare indo kan niet opgeroepen worden
o ((puntje op de tong fenomeen))
Geheugenproces:
opnemen
o analyse
o verwerking
bewaren
oproepen
o constructie
o omgeving
vergeten
OG 1:
1. Geheugen
3 fasen-model (fig 2.2.24)
Zintuigelijke geheugen
o Prikkels opvangen en max 2” vasthouden, juist genoeg om prikkel te herkennnen
o Nabeeld = korte beschikking over zintuigelijke info, vasthouden voor het herkennen
o Enkel prikkels die jouw aandacht trekken blijven (en w nr KTG gestuurd)
o Visuele info iconische geheugen
o Geluidsprikkels echoïsch geheugen
o Selectie v info
o Echoïsch geheugen = audentief
Korte termijn geheugen (KTG)
o Grote hoeveelheid info
o +/- 7 afzonderlijke eenheden info te onthouden
o Info langer in KTG houden door inwendig (audentief/visueel) te herhalen
o 7 chunks = zo groot mogelijke zinvolle eenheden
Chunking = proces om iznvolle eenheden te vormen
o Werkgeheugen: bewerken, organiseren en overdenken
o Beperkte opslagcapaciteit
o Opslagcode: beeld en geluid
Lange termijn geheugen (LTG)
o Opslagcode = onbeperkt (zolang hersenen optimaal functioneren)
o Van KT naar LT door voldoende herhaling
Onderhoudsherhaling = eenvoudige herhaling zonder materiaal te bewerken
Verdiepende herhaling = materiaal wordt hier wel bewerkt = inprenten,
verbonden met wat er al was
o Opslagcode: betekenis
o Soorten kennis
Declaratieve kennis (expliciet/bewust oproepen)
Info die we kunnen beschrijven
Algemene kennis
Semantisch geheugen
o Opslaan + bewaren v betekenissen, niet gekoppeld aan
persoonlijke ervaringen
Episodisch geheugen
o Persoonlijke ervaringen gekoppeld aan bepaalde plaats en
tijd
o Vb eerste schooldag
Niet-declaratieve kennis (impliciet)
Niet bewust op te roepen
, Conditionering
Procedurele kennis
o =hoe de activiteit uitvoeren (bv leren fietsen niet
verleerd)
o Zonder probleem activi uitvoeren, niet in staat uitleggen
(weinig vergeten)
GEHEUGENPROCES (opnemen v info)
gewilde opnamen (2processen):
Analyse
o (eerst analyse c elementaire kenmerken (lijnen, tonen, helderheid,..), patroon
herkennen, betekenis beschikbaar
Opgeroepen voorstellingen vormen In actieve geheugen/werkgeh KTG
Niet opgeroepen voorstellingen behoren tot passieve geh LTG
Verwerking
o Hoe dieper info w verwerkt, hooe groter de kans op onthouden
o Herhaling = belangrijk !
Onderhoudende herhaling (korte tijd, vb telefoonnummer)
Verdiepende herhaling (geg diepgaand gaan verwerken)
o Structuur biedt geheel
o Mnemotechnische middelen = technieken die persoon gebruikt om info makkelijker
op te slaan / uit geheugen op te roepen
automatische opname (zonder moeite/aandacht)
Bewaren van info
o Tijdsvordering minder herinneren
o Geheugenspoor korte tijd nodig om zich in te vormen
, Oproepen v opgeslagen info
o Info moet geprikkeld w
o Versch methoden om info trg op te roepen
Actief
Spontaan
Identificeren
Eerder ingestudeerde info is later makkelijker trg op te roepen
o Interferentietheorie
=ouder en nieuwe info door elkaar halen
Pro-acteive I: moeilijk nieuwe info opslaan omdat oude info in de weg staat
Retro-actieve I: moeilijk oude info opslaan omdat nieuwe info in de weg
staat
o Constructie
Gaten id constructie (=onbetrouwbaar)
o Omgeving
Iets willen doen en ergens aangekomen vergeten wat. Terug gaan naar de
plaats kan helpen je te herinneren wat je ging doen
Omgeving waarin we iets inprenten, proberen te herinneren = groot belang
Vergeten
2 oorzaken
o Info is niet opgeslagen
o Beschikbare indo kan niet opgeroepen worden
o ((puntje op de tong fenomeen))
Geheugenproces:
opnemen
o analyse
o verwerking
bewaren
oproepen
o constructie
o omgeving
vergeten