BLOK 1.1: onderwijsgroepen
OG 3: PEO-model binnen ergotherapie
1. Wat is PEO-model
Person-Environment-Occupation
Systematisch model
Praktisch middel binnen ergo
o Handelingsvragen analyseren en evalueren
Is onderbouwd en gebaseerd op wetenschapstheorieën
o Bv omgevingsleer, gedragsleer,…
PEO-fit
o Des te groter fit (middel), des te beter iemand zal functioneren
o Min fit
o Max fit
Vertrekt vanuit ET paradigma “handelen staat centraal”
1.1 Elementen vh handelen
Persoon
o Dynamisch, gemotiveerd en voortdurend ontwikkelend wezen
o Belangrijke aspecten
Eigen waarden, normen en verwachtingen
o Beïnvloeding dr context of omg
o Elementen
gezondheidsfactoren, karakterkenmerken, persoonlijke stijl, culturele
achtergrond, ... op zowel cognitief, sensomotorisch en psychosociaal vlak
o holistisch bekijken
Context
o = alle fenomenen en condities die een persoon omringen en die zijn bestaan, het
handelen en zijn ontw beïnvloeden
o ADL in sociale, fysieke, culturele, socio-economische en institutionele omg, gelegen
id context
o Context omvat culturele, temporale en virtuele condities, de omgeving omvat de
sociale en fysieke omgeving
o Zorgen er voor daat een persoon op een bep manier kan / moet reageren
Activiteiten
o Dynamische interactie tss persoon en context = dagelijks handelen
o Handelen = doelgericht uitvoeren v 1 of meer activiteiten, passend bij een bep rol i/e
omg ve persoon
o Continu beïnvloed dr ruimte en tijd
o Handelingsgebieden
, Wonen / zorg
School / werk
Vrije tijd / spel
Betekenis
o Mens streeft naar levensbetekenis
Doelgerichtheid
o Mens wil graag iets bereiken ie bep omg/context
o Intrinsiek/extrensiek doel
Occupational engagement
o Betrokkenheid die mensen ervaren voor en tijdens h uitvoeren v activit
Tijdsaspect
Dimensies
o Doing ‘het doen’
o Being ‘het zijn’
o Becoming ‘het worden’
o Belonging ‘het ergens bij horen’
2.1 Overlapping:
Persoon / Omgeving
o Hoe de persoon 'past' in de omgevingsconditie en hoe die reageert
o Vb.: Is de sociale omgeving ondersteunend voor de persoon?
Persoon / Activiteit
o Interessegebieden en behoeften vd persoon mbt betekenisvolle activiteiten
o Vb.: Welke beperking maakt het moeilijk om een activiteit uit te voeren?
Omgeving / Activiteit
o Benadrukking activiteiten die i/e bep omgeving uitgevoerd worden
o In hoeverre de omgeving het mogelijk maakt om bep activiteiten uit te voeren
o Vb.: Is er een aanpassing nodig id omgeving om de activiteit te kunnen uitvoeren?
Beste overlapping
o Hoe beter het allemaal overeenstemt, hoe beter het welzijn
o Vb. v geen goede overlapping:
o Je doet heel graag een bep hobby je ouders willen dit niet meer Je bent ongelukkig je ouders willen dit niet meer je ouders willen dit niet meer Je bent ongelukkig Je bent ongelukkig je ouders willen dit niet meer Je bent ongelukkig
omgeving (ouders) en persoon komen niet overeen, maar ook activiteit en persoon komen
niet overeen
OG 3: PEO-model binnen ergotherapie
1. Wat is PEO-model
Person-Environment-Occupation
Systematisch model
Praktisch middel binnen ergo
o Handelingsvragen analyseren en evalueren
Is onderbouwd en gebaseerd op wetenschapstheorieën
o Bv omgevingsleer, gedragsleer,…
PEO-fit
o Des te groter fit (middel), des te beter iemand zal functioneren
o Min fit
o Max fit
Vertrekt vanuit ET paradigma “handelen staat centraal”
1.1 Elementen vh handelen
Persoon
o Dynamisch, gemotiveerd en voortdurend ontwikkelend wezen
o Belangrijke aspecten
Eigen waarden, normen en verwachtingen
o Beïnvloeding dr context of omg
o Elementen
gezondheidsfactoren, karakterkenmerken, persoonlijke stijl, culturele
achtergrond, ... op zowel cognitief, sensomotorisch en psychosociaal vlak
o holistisch bekijken
Context
o = alle fenomenen en condities die een persoon omringen en die zijn bestaan, het
handelen en zijn ontw beïnvloeden
o ADL in sociale, fysieke, culturele, socio-economische en institutionele omg, gelegen
id context
o Context omvat culturele, temporale en virtuele condities, de omgeving omvat de
sociale en fysieke omgeving
o Zorgen er voor daat een persoon op een bep manier kan / moet reageren
Activiteiten
o Dynamische interactie tss persoon en context = dagelijks handelen
o Handelen = doelgericht uitvoeren v 1 of meer activiteiten, passend bij een bep rol i/e
omg ve persoon
o Continu beïnvloed dr ruimte en tijd
o Handelingsgebieden
, Wonen / zorg
School / werk
Vrije tijd / spel
Betekenis
o Mens streeft naar levensbetekenis
Doelgerichtheid
o Mens wil graag iets bereiken ie bep omg/context
o Intrinsiek/extrensiek doel
Occupational engagement
o Betrokkenheid die mensen ervaren voor en tijdens h uitvoeren v activit
Tijdsaspect
Dimensies
o Doing ‘het doen’
o Being ‘het zijn’
o Becoming ‘het worden’
o Belonging ‘het ergens bij horen’
2.1 Overlapping:
Persoon / Omgeving
o Hoe de persoon 'past' in de omgevingsconditie en hoe die reageert
o Vb.: Is de sociale omgeving ondersteunend voor de persoon?
Persoon / Activiteit
o Interessegebieden en behoeften vd persoon mbt betekenisvolle activiteiten
o Vb.: Welke beperking maakt het moeilijk om een activiteit uit te voeren?
Omgeving / Activiteit
o Benadrukking activiteiten die i/e bep omgeving uitgevoerd worden
o In hoeverre de omgeving het mogelijk maakt om bep activiteiten uit te voeren
o Vb.: Is er een aanpassing nodig id omgeving om de activiteit te kunnen uitvoeren?
Beste overlapping
o Hoe beter het allemaal overeenstemt, hoe beter het welzijn
o Vb. v geen goede overlapping:
o Je doet heel graag een bep hobby je ouders willen dit niet meer Je bent ongelukkig je ouders willen dit niet meer je ouders willen dit niet meer Je bent ongelukkig Je bent ongelukkig je ouders willen dit niet meer Je bent ongelukkig
omgeving (ouders) en persoon komen niet overeen, maar ook activiteit en persoon komen
niet overeen